om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
In juli 2022 heeft minister van Gennip de Tweede Kamer geïnformeerd over de plannen van het kabinet om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken.
In een brief van 3 april 2023 informeert minister van Gennip de Tweede Kamer
over de voortgang van de uitwerking van het arbeidsmarkt pakket.
In de daarin aangekondigde maatregelen gaat het vooral om een goede balans tussen meer inkomenszekerheid voor werknemers enerzijds en wendbaarheid voor de werkgevers anderzijds.
Het gaat om volgende maatregelen:
Op dit moment mogen in drie jaar drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden gesloten binnen drie jaar. Als tussen twee contracten een contract loze periode zit van meer dan 6 maanden, kan een nieuwe keten van maximaal drie beginnen.
Deze contractloze periode van 6 maanden komt te vervallen, met als gevolg dat ieder
opvolgend tijdelijk contract meetelt voor de keten van maximaal drie contracten in drie
jaar en er geen nieuwe keten van drie tijdelijke contracten kan worden gestart.
Omdat het onredelijk zou zijn als een werkgever te lang moet ‘onthouden’ hoeveel
contracten mensen in het verleden hebben gehad, wordt een administratieve vervaltermijn van 5 jaar ingevoerd, waarna dus in principe een nieuwe keten zou kunnen beginnen.
Oproepcontracten zoals ze nu kunnen bestaan, bijvoorbeeld nulurencontracten en
contracten met veel verplichte beschikbaarheid en onevenredig weinig werkgarantie,
worden vervangen door zogenaamde basiscontracten. Het is de bedoeling om ervoor
te zorgen dat de werkgarantie - en dus de inkomenszekerheid van werknemers - altijd
in redelijke balans is met hun verplichte beschikbaarheid, zodat zij ook meerdere
banen of werk en andere verantwoordelijkheden kunnen combineren.
Het basiscontract bestaat eruit dat een minimale werkgarantie in uren moet worden
geboden en dat de verplichte beschikbaarheid van de werknemer hoogstens 130%
bedraagt van die garantie-uren. Van die 130% maximale beschikbaarheid moet dan
tevoren worden vastgesteld op welke tijdstippen die kunnen vallen.
Hiermee is aansluiting gezocht bij de praktijk en bestaande cao-afspraken in sectoren
waar deze contracten veel voorkomen.
Er komt een open norm waarbij een jaarurensystematiek per kwartaal een bepaalde mate van roosterzekerheid en niet-beschikbaarheid moet worden overeengekomen.
Voor uitzendarbeid wordt de duur van de verschillende fases bekort om werknemers meer zekerheden te bieden.
De arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling worden geacht voor de uitzendkrachten minimaal gelijk te zijn aan die van de eigen werknemers van de inlener.
Voor de zelfstandigen die minder dan 30 tot 35 euro per uur ontvangen, wordt het bewijs van zelfstandigheid omgekeerd: de opdrachtgever moet in eventuele rechtszaken voor deze zelfstandigen werkenden bewijzen dat er een opdrachtovereenkomst is en geen arbeidsovereenkomst.
De financiële prikkels die zelfstandig werken nu aantrekkelijker maken dan
arbeidsovereenkomsten, worden verminderd.
Daarnaast komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen, met als doel het bieden van inkomensbescherming van zzp’ers.
De verplichte verzekering gaat gelden voor voor alle IB-ondernemers (dus ook voor
hen mét personeel en meewerkende partners) uitgezonderd zijn de directeur- grootaandeelhouder (mét en zonder personeel) en degene die resultaat uit overige werkzaamheden geniet..
De wachttijd bij de nieuwe AOV-verzekering bedraagt één jaar en de uitkering is 70 procent van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143% van het WML.
Eerder was al besloten de Zelfstandigenaftrek en de Fiscale Oudedagsreserve af te
bouwen.
Het doel van de crisisregeling voor personeelsbehoud is om bedrijven en hun werknemers te ondersteunen in het behouden van banen in een crisis die buiten het ondernemersrisico ligt en niet verzekerbaar is.
Werkgevers kunnen op de crisisregeling aanspraak maken als zij ten minste 20 procent
minder werk hebben over de gehele onderneming. Zij krijgen de mogelijkheid om
werknemers tijdelijk in een andere functie of op een andere locatie te laten werken, of om werknemers tijdelijk minder te laten werken. Voor de uren dat er minder gewerkt wordt, betalen werkgevers 80 procent loon door.
De werkgevers ontvangen zij een financiële tegemoetkoming van 60 procent van de totale loonkosten (inclusief werkgeverslasten).
Ook kleine werkgevers worden geacht voor hun zieke werknemers het loon gedurende
de twee ziektejaren door te betalen te zorgen voor de re-integratie en tegelijkertijd de
kosten voor vervanging voor hun rekening te nemen, velen komen daardoor in problemen.
De werkgever is in alle gevallen twee jaar verantwoordelijk voor loondoorbetaling en
re-integratie, maar krijgt door dit voorstel in veel gevallen al na één jaar duidelijkheid
en kan zo aan oplossingen gaan werken.
Na 1 jaar ziek worden de integrale inspanningen gericht op het tweede spoor.
werkgever en werknemer moeten hier wel beiden mee akkoord gaan. Als dat niet het geval is, kan de werkgever bij UWV laten toetsen of het de verwachting is dat een werknemer die al wat aan het werk is, in de komende 13 weken zal herstellen voor het eigen (aangepast) werk.
Als dat niet zo is, wordt het eerste spoor van re-integratie bij de eigen organisatie afgesloten.
Bij ontslag na twee jaar wordt bij kleine werkgevers (tot 25 werknemers) getoetst door het UWV of de eigen (aan te passen) werkplek vacant is of komt. Voor werkgevers met 26 tot 100 werknemers wordt breder gekeken of er passende vacatures zijn of komen.
Voor grote ondernemingen (100+ werknemers) verandert er niets.
Op twee punten gaat de lage WW-premie (eerder) gelden.
Deze grens wordt nu verlaagd van 35 naar 30 uur.
Het kabinet wil van-werk-naar-werk-trajecten stimuleren en heeft eerder aangegeven de
plannen van het Aanvalsplan Techniek, Bouw en Energie te willen ondersteunen met
50 miljoen euro.
Het kabinet wil in de 35 arbeidsmarktregio's één loket voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers. Dit wordt nu nader uitgewerkt.
Om een leven lang ontwikkelen te stimuleren werkt het kabinet aan een actieplan voor
de korte termijn en een agenda voor de langere termijn.
Copyright 2023 Visma Community. All right reserved.