om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
In deze Vooraankondiging vind je informatie over de aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2025 naar 2026.
Aandachtspunten
Nieuwsbrief Belastingdienst
Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2026 van de Belastingdienst die je kunt downloaden van www.belastingdienst.nl .
De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat van € 5.599 in 2025 omhoog in 2026 naar € 5.685.
De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 45.592 ( 2025: € 43.071) per jaar, wordt de arbeidskorting in 2026 verminderd met 6,510% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking hoger is dan € 132.920 (2025: € 129.077).
De algemene heffingskorting gaat van € 3.068 in 2025 omhoog in 2026 naar € 3.115.
De algemene heffingskorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Bij een jaarinkomen boven het grensbedrag € 29.736 ( 2025: € 28.406) wordt de algemene heffingskorting afgebouwd met een percentage van 6,398% (2025: 6,337%) en is volledig afgebouwd vanaf het inkomen € 78.426 (2025: € 76.820).
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat.
De ouderenkorting gaat van € 2.035 in 2025 omhoog in 2026 naar € 2.067.
De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 2.067.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Tot 1-1-2025 mocht de alleenstaande ouderenkorting alleen maar door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden toegepast. Met ingang van 1-1-2025 mogen ook andere inhoudingsplichtigen dan de SVB de alleenstaande ouderenkorting toepassen en wordt deze in zowel de groene als in de witte tabellen gepresenteerd. Vanaf 1-1-2025 kan een AOW-gerechtigde die je verloont, verzoeken om ook de alleenstaande ouderenkorting toe te passen.
De alleenstaande ouderenkorting gaat van € 531 in 2025 omhoog in 2026 naar € 540.
Binnen Payroll Business is deze nieuwe korting geïmplementeerd en is het mogelijk om deze te laten berekenen. Per 1-1-2024 is hiervoor aan het scherm Loonheffingen (medewerker) het veld Alleenstaande ouderenkorting toegevoegd. Standaard heeft dit veld de waarde Nee. Als je hier Ja invult en de medewerker is AOW gerechtigd, dan zal Payroll Business bij het berekenen van de verschuldigde loonheffing ook de alleenstaande ouderenkorting toepassen.
De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast aan de cijfers van 2026.
De jonggehandicaptenkorting gaat van € 909 in 2025 omhoog in 2026 naar € 923.
Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten:
Het bedrag € 923 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd.
Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet:
Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing jonggehandicaptenkorting de bedragen van 2026 opgenomen.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.
In Payroll Business kun je opgeven dat het uitbetaalde loon gecontroleerd moet worden op het wettelijke minimumloon. Dit doet je via het gegevenselement Controleren op wettelijk minimumloon. Hiervoor kun je de volgende waardes vastleggen:
Maximum premieloon
Het maximum premieloon gaat van € 75.864 in 2025 omhoog in 2026 naar € 79.409.
Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag
Dit premiepercentage is per 1 januari 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025 en blijft € 2.74%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het lage percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf uitkering / Aof uitkering. Voor medewerkers die Soort inkomen 31 t/m 40 hebben, is deze inrichting niet nodig en wordt dit automatisch correct verwerkt.
Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog
Dit premiepercentage is per 1 januari 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025 en blijft € 7.74%.
Premie Arbeidsongeschikheidsfonds laag
Dit premiepercentage gaat van 6.28% in 2025 omlaag in 2026 naar € 6.27%.
Premie Arbeidsongeschikheidsfonds hoog
Dit premiepercentage gaat van 7.64% in 2025 omlaag in 2026 naar € 7.63%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het hoge percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf laag / Aof uitkering. Voor medewerkers die Soort inkomen 31 t/m 40 hebben, is deze inrichting niet nodig en wordt dit automatisch correct verwerkt.
Premie Wet Kinderopvang (WKO)
Dit premiepercentage is per 1 januari 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025 en blijft 0,50%.
Premie voor het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo)
Dit premiepercentage is per 1 januari 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025 en blijft 0,68%.
Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag)
Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW gaat van 5.26% in 2025 omlaag in 2026 naar € 4.85%.
Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog)
Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW gaat van 6.51% in 2025 omlaag in 2026 naar € 6.10%.
Vrije vergoeding per kilometer(reiskosten)
Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor reiskosten, blijft per 1 januari 2026 0,23 cent per kilometer.
Vrije vergoeding thuiswerken
Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor thuiswerken gaat van €2.40 in 2025 omhoog in 2026 naar €2.45.
Het percentage voor de premie PAWW gaat van 0.08% in 2025 omhoog in 2026 naar 0.10%.
Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening.
Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld.
De WNT norm gaat van €246.000 in 2025 omhoog in 2026 naar €262.000.
Het normbedragen voor een jonge master gaat van €35.468 in 2025 omhoog in 2026 naar €36.497.
De norm voor een reguliere medewerker gaat van €46.600 in 2025 omhoog in 2026 naar €48.013.
Vanaf het jaar 2026 zullen de onderstaande Fondsen aansluiten bij de UPA:
Sociaal Fonds Recreatie (KIKK) en Sociaal Fonds Zoetwaren (SFZ) en Sociaal Fonds Industriële Bakkerij (SFIB) zal aangeleverd moeten worden bij De Eendracht
Pensioenfonds voor de Kartonnage zal overgaan van PGB naar PNO Media.
Mediahuis pensioenfonds gaat vanaf 1-1-2026 via UPA aangeleverd worden.
Meer informatie hierover zal volgen via de community.
Bij een collectieve beëindiging van een regeling, dient voor de UPA aanlevering het aangiftelement "Indicatie einde deelname regeling" vanaf 01-01-2026 de waarde "N" te houden. Dit is aangepast in de regeling.
Voor APG zijn er wijzigingen voor de Bouw, SGB en SPW; de pensioenproducten zijn aangepast, er zijn nieuwe producten bijgekomen en een product is beëindigd.
Bouw
Gewijzigd:
Nieuw:
SGB (BPF Schoonmaak)
Gewijzigd:
Nieuw:
Productkenmerk FBORAS blijft ongewijzigd
SPW
Bij 3 pensioenen is het productkenmerk gewijzigd:
Er zijn 2 nieuwe pensioenen in gebruik genomen:
Beeindigd:
Er zijn geen wijzigingen bij Pensioen extra (vaste grondslag), met Productkenmerk: FLOW.
Overig:
Algemeen
Er zijn een aantal wijzgingen in rubrieken in de APG aangifte; nieuw zijn Periodefactor (voor Bouw, SGB en SPW) en Normuren (voor Bouw); de rubriek Uren is niet langer verplicht bij SPW.
In de APG aangifte moet voor alle genoemde producten het productloon doorgegeven worden met een maandinkomen. Hiervoor zijn aanpassingen gedaan.
In de referentietabel van de vaste pensioenen zal via CAO Services in de benoemde regelingen de peildag en peilmaand op 99 gezet worden, zodat er iedere maand van het werkelijke salaris uitgegaan wordt. Dit geldt voor de CAO 833. Voor CAO 433, zullen de pensioengegevens ook aangepast worden.
Acties:
Wanneer een medewerker uitdienst gaat moet er altijd een reden uitdienst opgegeven worden.
Vanaf 2026 is de volgende reden uitdienst vervallen:
De volgende redenen zijn nieuw vanaf 2026:
De waardenlijsten zijn per 1-11-2025 aangepast voor de elementen Reden uitdienst en Reden einde arbeidsverhouding. Er is voor een vroegere ingangsdatum in 2025 gekozen om fouten en dubbele mutaties te voorkomen. Voor 2025 vindt er een conversie plaats zodat vanaf 2025-11 de redenenen 31, 32 en 33 worden omgezet naar code 31.
Let op! Wanneer een medewerker uitdienstgetreden is in 2025 met reden 31 en er vindt een nabetaling plaats in 2026 voor deze medewerker, dan dient de reden uitdienst aangepast te worden. Anders veroorzaakt die een fout in de loonaangifte, UPA aangifte en AGP aangifte.
Omdat wij de reden niet automatisch kunnen omzetten naar een andere reden, wordt er in deze situatie een signalering gegeven via signaal Reden einde Arb verh moet 32, 33 of 34 zijn. Dit signaal heeft de ernst Fout.
Per peildatum 01-01-2026 zal ( in het scherm Medewerker > Arbeidsrelatie > Arbeidsrelatie ) de reden uitdienst aangepast moeten worden. Daarna zal er een vervolg verwerking gedaan moeten worden.
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een eigen lijst met redenen uitdienst, dan adviseren wij om per 2026 gebruik te maken van de redenen van de belastingdienst.
Mocht dit om bepaalde redenen niet mogelijk is, dan adviseren wij om de reden 31 te beeindigen en deze in te richten onder een andere code en om te zetten naar de correcte reden in de conversietabel.
Medewerker > Contract > Loonaangifte (Contract)
Wanneer via de arbeidsvoorwaarde Kopen, Verkopen, verrekenen, dagen/uren er uren gekocht worden, dan vindt er een verlaging van het inkomen plaats en van de verloonde uren.
In de memo Verduidelijkingen verloonde uren 2026 van de belastingdienst staat vermeld dat in deze situatie ook ver Code Incidentele inkomsten vermindering met de waarde O aangeleverd moet worden.
Met ingang van 1-1-2026 is hiervoor een aanpassing gedaan dat deze code automatisch gevuld wordt, wanneer er verlofuren of dagen worden gekocht.
Bij de arbeidsvoorwaarde Loondoorbetaling bij verlof (uitsplitsing) worden vanaf 01-01-2026 de volgende urensoorten verminderd op de verloonde uren voor de Loonaangifte:
Betaald ouderschapsverlof (1)
Betaald ouderschapsverlof (2)
Aanvullend geboorteverlof
De uren worden alleen verlaagd als het doorbetalingspercantage 0 is, want in dat geval is er sprake van doorbetaling door het UWV. Als het doorbetalingspercentage groter is dan 0 dan hoeven de uren van deze urensoorten niet te worden verminderd van de verloonde uren
Voor de Aard arbeidverhouding is de omschrijving voor waarde 22: WSW Detachering bij reguliere werkgever met ingang van 2026 aangepast naar WSW Detachering bij reguliere wg, geen SW bedr.
Ieder jaar ontvang je vanaf medio november van de Belastingdienst een beschikking waarin staat of jouw organisatie voor het eerstvolgende jaar (nu dus 2026) wordt beschouwd als kleine werkgever, middelgrote werkgever of grote werkgever. Ook vind je in deze beschikking de nieuwe percentages van de Werkhervattingskas die voor jouw onderneming van toepassing zijn.
Controleer op basis van de beschikking of deze gegevens voor het komende jaar correct zijn vastgelegd.
Bij de controle door de Belastingdienst van de Loonaangifte zijn per 1-1-2026 de volgende aanpassingen doorgevoerd.
De controle 2603 - LKV aanv niet toeges bij Srt.ink en WN verz is toegevoegd. De Belastingdienst geeft dit signaal als bij een medewerker het volgende van toepassing is.
Dit signaal vervangt 1829 - LKV aanv niet toeges bij Srt.ink en WN verz
De controle 2604 - LKV aanvr niet toegest: AOW ger.lft bij ind is toegevoegd. De Belastingdienst geeft dit signaal als bij een medewerker het volgende van toepassing is.
Dit signaal vervangt 1830 - LKV aanvr niet toegest: AOW ger.lft bij ind
De controle 2605 - LKV aanv niet toeges AOW lft bij start per. is toegevoegd. De Belastingdienst geeft dit signaal als bij een medewerker het volgende van toepassing is.
Dit signaal vervangt 1831 - LKV aanv niet toeges AOW lft bij start per.
De controle 2606 - Contr. onbep./bep. tijd moet O zijn is toegevoegd. De Belastingdienst geeft dit signaal als bij een medewerker het volgende van toepassing is.
Met ingang van 1-1-2026 zijn de oude signaleringen beëindigd en de nieuwe signaleringen toegevoegd. U vindt deze op het Signaleringsverslag als ze bij een medewerker van toepassing zijn.
Wanneer een bepaald signaal op het signaleringsverslag komt te staan vanaf 1-1-2026 dient deze opgelost te worden.
Copyright 2022 Visma Community. All right reserved.