Beste allen, Vandaag heb ik informatie gekregen m.b.t. bovenstaande, die ik met jullie wil delen. Hiermee is het voor mij duidelijk en is het wat mij betreft afgehandeld. Samengevat heeft de jurist bevestigd dat de oktobertoelage voor 2025 voor 10/12 meetelt voor het pensioengevend inkomen. Onderstaand een tweetal citaten van de jurist van ABP: ‘’De oktobertoelage wordt jaarlijks opgebouwd op dezelfde wijze als de vakantietoeslag. Vóór 1 januari 2025 bestond de oktobertoelage nog niet. Dat betekent, dat er geen reservering in het vorig kalenderjaar heeft plaatsgevonden en dus pas per 1 januari 2025 is begonnen. Het is daarom op basis van fiscale wetgeving niet toegestaan om te doen alsof dat wel zo is. Dus voor het jaar 2025 bedraagt de oktobertoelage 10/12 van het bedrag van de eenmalige uitkering. Het is weliswaar een jaarlijkse uitkering, maar die vindt maar eenmalig in het jaar plaats. Voor het jaar 2026 dient de werkgever wel het volledige bedrag aan oktobertoelage op te tellen bij het pensioengevend inkomen.” ‘’Op grond van artikel 7.1.1 van het Pensioenreglement van ABP telt de werkgever het loon in geld, dat de werknemer van de werkgever ontvangt, op bij het pensioengevend inkomen. Dit is dus al het loon, inclusief vakantietoeslag en vaste toelagen (“vast” wil zeggen, dat het op de peildatum formeel bekend is), exclusief de uitgezonderde inkomensbestanddelen, zoals bijvoorbeeld de onkostenvergoedingen. De werkgever mag echter alleen het loon tot het pensioengevend inkomen rekenen, dat op basis van fiscale wetgeving is toegestaan. Hiervoor is artikel 10 Wet op de loonbelasting 1964 van belang. Dat staat in opsommingsteken “3” beneden de eerste volzin in artikel 7.1.1 van het Pensioenreglement van ABP. Voor wat betreft het pensioengevend inkomen gaat het om het inkomen waarvan op de peildatum bekend is, dat de werknemer gedurende het kalenderjaar gaat ontvangen. Dat inkomen dient de werkgever om te rekenen naar voltijd en naar een jaarbedrag. Bij het vaststellen naar een jaarbedrag is het dus wel van belang, dat het inkomen alleen naar een jaarbedrag omgerekend wordt, voor zover dat fiscaal is toegestaan. Voor wat betreft de oktobertoelage mag dat dus maar voor 10/12 deel in 2025.’’ Kort samengevat op basis van mijn interpretatie: Het lijkt misschien verwarrend, maar in november en december 2025 wordt de oktobertoelage weliswaar opgebouwd maar dit is echter pas in 2026 opeisbaar (vorderbaar én inbaar). Daardoor schuift zij pensioentechnisch door naar 2026 en telt daar wél volledig (12/12) mee. Artikel 7.1.1 van het ABP-reglement bepaalt dat al het loon in geld pensioengevend is, voor zover de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) dat toestaat. In artikel 10, leden 1 en 2, Wet LB staat wat onder “loon” en “aanspraken” valt, terwijl artikel 13a, lid 1, onderdeel b, Wet LB het genietingsmoment (vorderbaar én inbaar) aanwijst. Conclusie: in 2025 mag daarom fiscaal en pensioentechnisch slechts 10/12 van de oktobertoelage worden meegenomen.
... View more