Mijn Communities
Help

Wet vereenvoudiging beslagvrije voet 2021

01-01-2021 01:00
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 294 Weergaven

Samenvatting voor de uitvoering

  • Per 1-1-2021 vereenvoudiging loonbeslag wetgeving, met name over het vaststellen van de beslagvrije voet
  • Coördinerend deurwaarder is aanspreekpunt (ook bij meerdere beslagen), voor beslaglegger/schuldeiser en schuldenaar. Met andere woorden: vragen van de schuldenaar of beslaglegger gaan allemaal via de coördinerende deurwaarder
  • Op basis van Basis Registratie Personen (BRP) en de polisadministratie wordt de beslagvrije voet berekend. Geen of nagenoeg geen uitvraag meer van inkomens- en overige gegevens nodig
  • Schuldenaar krijgt controlerende taak, binnen 4 weken reageren op mededeling beslagvrije voet indien deze onjuist is vastgesteld volgens de schuldenaar.
  • Minimaal 1x per jaar wordt de beslagvrije voet opnieuw vastgesteld.
  • Rol werkgever beperkt tot inhouden schuld op loon met inachtneming van de vastgestelde beslagvrije voet.
  • Voor wat betreft de bewaartermijnen houdt de werkgever rekening met wettelijke regelingen, (AVG, Wet op de loonbelasting 1964, Algemene wet inzake rijksbelastingen) en  auditverplichtingen. Zie het overzicht ‘bewaartermijnen’ op de W&R community.Informatie

Informatie

Zie de zeer toegankelijke site van de Rijksoverheid over dit onderwerp via: www.uwbeslagvrijevoet.nl

Doel wetgeving

Het doel is dat de administratieve lasten en de regeldruk voor zowel de schuldenaar als schuldeiser/beslaglegger als derde-beslagene in het nieuwe vereenvoudigde systeem ten opzichte van het huidige systeem afnemen door:

  • het terugbrengen van het aantal noodzakelijke gegevens om de beslagvrije voet te berekenen;
  • het gebruik van gegevens uit de BRP en de polisadministratie;
  • de beperkte uitvraag van gegevens bij de schuldenaar op een geüniformeerde wijze;
  • een eenvoudiger (geautomatiseerde) rekenmethodiek;
  • de rol van de coördinerende deurwaarder;

De schuldenaar hoeft in beginsel, behoudens in een beperkt aantal uitzonderingsgevallen, geen informatie meer aan te leveren voor de berekening van zijn beslagvrije voet. Wanneer de deurwaarder beslag legt, zal hij de schuldenaar informeren over de beslagvrije voet, inclusief de gegevens die daarvoor gebruikt zijn. De schuldenaar kan dan zijn gegevens en de berekende beslagvrije voet controleren. Ook voor de schuldenaar zal de genoemde rekentool toegankelijk zijn, zodat het voor hem mogelijk is om de gehanteerde beslagvrije voet te controleren. In vergelijking met het huidige systeem hoeft de schuldenaar niet standaard een veelheid aan gegevens meer aan te leveren. Een juiste berekening van de beslagvrije voet staat in vrijwel los van de mate waarin de schuldenaar informatie aanlevert.

Alle vragen van de schuldenaar of schuldeiser/beslaglegger worden afgehandeld door de coördinerend deurwaarder, die is het aanspreekpunt.

Algemene informatie voor de schuldenaar

Als u uw rekeningen niet op tijd betaalt, kunt u te maken krijgen met beslag op uw inkomen of toeslag

Als u een schuld heeft kan dit worden ingehouden op uw lopende uitkering of loon. Uw uitkeringsinstantie of werkgever maakt dan een deel van uw uitkering of loon over aan de beslaglegger. U ontvangt dan minder uitkering of loon, want u betaalt hiermee een deel van uw schuld af.

Soms kan er beslag gelegd worden op meerdere inkomstenbronnen. Bijvoorbeeld als u inkomen ontvangt van verschillende werkgevers of (uitkerings)instanties. 

Andere vormen van beslag

Er zijn verschillende beslagvormen. Bij een inkomensvordering wordt beslag gelegd op uw loon of uitkering. Het kan ook voorkomen dat er beslag op uw kindgebonden budget, huur- of zorgtoeslag wordt gelegd. Of op een bedrag dat u terugkrijgt van de Belastingdienst. Als er beslag wordt gelegd op uw betaalrekening, dan is er sprake van een overheidsvordering.

Op uw model mededeling beslagvrije voet staat vermeld met welk soort beslag u te maken heeft. Ga voor meer informatie over de verschillende beslagvormen naar de website van de Belastingdienst.

Niet iedereen mag beslag leggen

Deurwaarders of schuldeisers mogen niet zomaar beslag leggen op inkomen. De beslaglegger moet daarvoor bijvoorbeeld toestemming hebben van een rechter. Dit betekent dat hij moet beschikken over een vonnis, een dwangbevel, een beschikking of een notariële akte.

De beslagvrije voet

Als er beslag is gelegd op inkomen moet er een minimum bedrag overblijven om in de basiskosten van levensonderhoud te voorzien. Daar heeft de schuldenaar recht op. De schuldenaar houdt altijd een minimum bedrag over van het inkomen. Dit is de beslagvrije voet. Het bedrag boven de beslagvrije voet wordt verdeeld onder de schuldeisers om de schulden af te betalen.

Model Mededeling beslagvrije voet

De schuldenaar ontvangt een brief met een formulier (de model mededeling) wanneer een beslaglegger beslag legt op het inkomen. In de model mededeling staan de gegevens die gebruikt zijn om de beslagvrije voet te berekenen en de contactgegevens van de beslaglegger.

Op basis van inkomen en leefsituatie wordt de beslagvrije voet vastgesteld. De beslaglegger berekent dit met gegevens van de schuldenaar uit de Basisregistratie Personen (eerder bevolkingsregister) en de UWV Polisadministratie (een register met Nederlandse inkomstengegevens).

De gegevens van de model mededeling kloppen niet?

Als de gegevens in de model mededeling niet kloppen geeft de schuldenaar dit aan bij de beslaglegger. De contactgegevens zijn vermeld in de brief. De schuldenaar geeft dan zelf de juiste gegevens door.

Na ontvangst van de model mededeling beslagvrije voet heeft de schuldenaar vier weken om het aan te geven als de gegevens niet kloppen. Als de schuldenaar de correcte gegevens doorgeeft, dan moet de beslaglegger de beslagvrije voet herberekenen. De beslaglegger moet hier dan met terugwerkende kracht rekening mee houden.

Geeft de schuldenaar de correcte gegevens na vier weken door? Dan houdt de beslaglegger pas vanaf dat moment rekening met de nieuwe berekening.

Hoe lang is de beslagvrije voet geldig?

Uw beslagvrije voet is maximaal 1 jaar geldig. Daarna moet de beslaglegger uw beslagvrije voet opnieuw berekenen op basis van actuele informatie. Die haalt de beslaglegger weer uit de Basisregistratie Personen en de UWV Polisadministratie.

De beslaglegger moet de beslagvrije voet ook opnieuw berekenen wanneer er nieuwe

informatie bekend is vanuit de Basisregistratie Personen en de UWV polisadministratie.

Omdat de beslagvrije voet wordt bepaald met actuele inkomensgegevens zou het iedere maand opnieuw moeten worden vastgesteld. De schuldenaar ontvangt namelijk maandelijks een inkomen. Dit is niet handig. In veel gevallen verandert het inkomen in de loop van 12 maanden niet veel. In de wet is daarom opgenomen dat de beslagvrije voet maximaal 12 maanden mag worden gebruikt. Om de beslagvrije voet actueel te houden moet deze minimaal elke 12 maanden opnieuw berekend worden.

Wat is de rol van de werkgever als er beslag wordt gelegd op het inkomen?

Als er beslag gelegd wordt op het inkomen van de schuldenaar krijgt de werkgever het verzoek om het loon in te houden. Dit deel van uw loon gaat dan naar de beslaglegger.

Moet ik de werkgever op de hoogte stellen als mijn beslagvrije voet wijzigt?

Nee, de beslaglegger geeft de wijziging door aan uw werkgever.

Voorbeeld model mededeling beslagvrije voet

pastedimage1614600916731v1.png

Alle relevante teksten, procedures en begrippen uit de wetgeving en de memorie van toelichting

Bepalen beslagvrije voet

In het nieuwe systeem wordt de beslagvrije voet zo veel mogelijk bepaald op basis van gegevens uit voor de deurwaarder beschikbare registraties:

uit de BRP voor:

  • burgerservicenummer (BSN);
  • adresgegevens;
  • leefsituatie (alleenstaande, alleenstaande ouder, gehuwd met of zonder kinderen);

uit de polisadministratie voor:

  • de identiteit van de inkomensverstrekker(s) van de schuldenaar;
  • de benodigde inkomensgegevens.
BRP: leefsituatie

Om de leefsituatie vast te stellen moet elke beslagleggende partij kunnen beschikken over de volgende informatie uit de BRP:

  1. de op het adres ingeschreven personen;
  2. de relatie waarin deze personen ten opzichte van elkaar zijn opgenomen in de BRP:
  • gehuwd (artikel 3 Participatiewet);
  • eigen kind/stiefkind (artikel 4, eerste lid, onderdeel d. Participatiewet);
  • alleenstaande ouder (artikel 4, tweede lid, onderdeel a. Participatiewet).
Polisadministratie: inkomensgegevens

Naast de leefsituatie, dient de deurwaarder inzicht te hebben in de hoogte van het belastbaar inkomen van de schuldenaar bij de (verschillende) inkomensverstrekker(s), alsmede de identiteit van de (verschillende) inkomensverstrekker(s) om aldus vast te stellen bij wie hij beslag dient te leggen op basis van artikel 475c Rv en de hoogte van de beslagvrije voet te kunnen bepalen. Indien de schuldenaar een partner heeft, is voor een juiste vaststelling van de hoogte van de beslagvrije voet tevens de hoogte van het belastbaar inkomen van de partner noodzakelijk. Deze gegevens zullen afkomstig zijn uit de polisadministratie

Het gaat om:

  1. de hoogte van het loon voor loonheffing van de afgelopen drie maanden van de schuldenaar en van zijn eventuele partner;
  2. het feit of reserveringen plaatsvinden voor vakantiebijslag of een dertiende maand van de schuldenaar en van zijn eventuele partner;
  3. de identiteit, naam, adres en vestigingsplaats van de (verschillende) inkomensverstrekker(s);
  4. het bedrag dat op de verschillende inkomensbestanddelen wordt ingehouden voor loonbelasting/premie volksverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet voor het bepalen van de netto hoogte van het niet beslagen inkomen van de schuldenaar en van zijn eventuele partner.

(Zie bijlage 3 bij de Wet voor een volledig overzicht van de gegevens die uit de polisadministratie beschikbaar zijn voor de beslaglegger).

 

De nieuwe berekening van de beslagvrije voet

Deurwaarders en andere partijen die de beslagvrije voet moeten berekenen dan wel bij hun incassotrajecten hanteren, moeten de beslagvrije voet juist berekenen. Hiervoor moeten partijen inzicht hebben in het (belastbaar) inkomen van de schuldenaar en diens eventuele partner en in de leefsituatie van de schuldenaar. Deze gegevens kunnen deurwaarders opvragen uit de polisadministratie van het UWV en de BRR. Ten opzichte van de huidige situatie waarin de gegevens moeten worden uitgevraagd bij de schuldenaar zelf, zal dit de administratieve lasten voor zowel de deurwaarder als de schuldenaar aanzienlijk verminderen. 

In situaties waarin de noodzakelijke gegevens in de beschikbare registraties ontbreken of niet eenduidig zijn, is nog steeds uitvraag bij de schuldenaar nodig. Deze uitvraag zal beperkt zijn tot een overzichtelijke set van gegevens, die voor de schuldenaar herkenbaar en eenvoudig aan te leveren zijn. In de polisadministratie zijn gegevens opgenomen van alle dienstbetrekkingen en uitkering relaties conform de Wet op de loonbelasting. Het belastbaar inkomen van de meeste schuldenaren kan derhalve worden verkregen door het raadplegen van de polisadministratie. Inkomen dat niet in de polisadministratie is opgenomen, zal moeten worden uitgevraagd bij de schuldenaar. Denk hierbij aan partner- of kinderalimentatie die de schuldenaar ontvangt van de ex-partner. Net als nu zal daarom dit inkomen dienen te worden uitgevraagd bij de schuldenaar zelf. De informatieplicht van de schuldenaar is in het huidige systeem aanwezig en verandert met deze wet niet. De informatie die wordt gevraagd, beperkt zich veel meer dan nu het geval is tot eenvoudige gegevens. Slechts in bijzondere situaties, die zich slechts voordoen bij een beperkt aantal van de schuldenaren, zullen schuldenaren op verzoek van de beslaglegger separaat informatie moeten aanleveren. Denk hierbij aan schuldenaren met een koopwoning en woonkosten. Deze groep is circa 6% van het totaal aantal schuldenaren waarbij beslag een rol speelt. Slechts wanneer deze mensen een belastbaar jaarinkomen hebben van boven € 14.946,47 bij alleenstaande (in 2016) is het van belang dat zij hun woonkosten aan de deurwaarder doorgeven.

In het geval dat de schuldenaar een bijstandsuitkering ontvangt, is 5% van deze uitkering beschikbaar voor aflossing van de schulden. 

De maandelijkse inhouding van het vakantiegeld bedraagt voor bijstandsgerechtigde ook 5%. Dit betekent dat de gemeente (in de rol van derde-beslagene) op twee manieren de afdracht aan de deurwaarder kan inrichten. De gemeente kan maandelijks 5% afdragen aan de deurwaarder of de gemeente kan de reservering voor het vakantiegeld reserveren voor de afdracht aan de deurwaarder en dit bedrag eens per jaar afdragen in mei.

Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe ze de uitvoering inrichten. De uitvoering moet in ieder geval leiden tot een afdracht van 5% van de voor betrokkene geldende bijstandsnorm.

 

De controlerende taak van de schuldenaar

In het nieuwe systeem zal de deurwaarder op basis van gegevens uit de polisadministratie en BRP zo veel mogelijk de beslagvrije voet berekenen. Zoals hierboven beschreven zullen deze bronnen niet in alle gevallen de benodigde gegevens hebben voor een correcte berekening. Daarom is het proces zo ingericht dat de deurwaarder uiterlijk op het moment van betekenen van het beslagexploot de schuldenaar schriftelijk informeert over de vastgestelde beslagvrije voet en de gegevens die daardoor gebruikt zijn. De schuldenaar heeft dan vier weken de tijd om te reageren indien de gegevens en daarmee de vastgestelde beslagvrije voet niet kloppen. De schuldenaar dient dan de juiste gegevens te communiceren zodat de deurwaarder de berekening kan aanpassen. In deze situatie hoeft de schuldenaren veel minder informatie aan te leveren, dan voorheen.

Deze controlerende taak zorgt formeel voor meer regeldruk bij de schuldenaar. In het oude systeem had een schuldenaar in principe ook al een dergelijke rol, gezien de deurwaarder grotendeels afhankelijk was van de schuldenaar voor informatie. Echter is deze taak nu expliciet in de wet vastgelegd. Hierdoor is geborgd dat de schuldenaar expliciet wordt geïnformeerd over de berekende beslagvrije voet, daarnaast geeft deze aanpassing rechtszekerheid voor de beslaglegger, gezien hij na vier weken mag aannemen dat hij de beslagvrije voet heeft gebaseerd op de juiste gegevens. De verwachting is dan ook dat de werkelijke regeldruk voor schuldenaren zal afnemen omdat ze naar een situatie gaan waarin ze een kleine hoeveelheid gegevens moeten controleren in plaats een grote hoeveelheid gegevens zelf moeten aanleveren.

 

Herberekening van de beslagvrije voet

De deurwaarder is verplicht en bevoegd om de beslagvrije voet te herberekenen. Een verplichting ontstaat indien een termijn van 12 maanden is verstreken of wanneer de deurwaarder wordt geïnformeerd over een structurele wijziging van omstandigheden die invloed hebben op de berekening. De deurwaarder is bevoegd om de beslagvrije voet te herberekenen wanneer hij op een andere manier informatie ontvangt over een structurele wijziging. In het geval van een verplichte herberekening dient de deurwaarder de schuldenaar hierover altijd te informeren. Hierdoor kan de schuldenaar controleren of de gebruikte gegevens en daarmee de vastgestelde beslagvrije voet correct is. In de situatie waarin de deurwaarder de beslagvrije voet herberekend op basis van zijn bevoegdheid, dient hij de schuldenaar enkel te informeren wanneer de hoogte van de beslagvrije voet is aangepast. 

 

Coordinerende deurwaarder

Onder coördinerende deurwaarder wordt de deurwaarder verstaan, waaraan de derde-beslagene afdrachtplichtig is. Dat is de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd. Indien de executie door deze deurwaarder niet wordt voortgezet, is de coördinerende deurwaarder de deurwaarder die volgend op de eerstgenoemde deurwaarder beslag heeft gelegd. Het is ook mogelijk dat de coördinerende deurwaarder de inning in onderlinge overeenstemming met een andere deurwaarder, die jegens een schuldenaar gerechtigd is beslag te leggen, en onder kennisgeving aan de derde-beslagene en de schuldenaar overdraagt aan deze andere deurwaarder. 

De betrokken deurwaarders hebben de mogelijkheid  om af te spreken welke deurwaarder de inning verzorgt. De coördinerende deurwaarder stelt in de nieuwe systematiek van de beslagvrije voet bij samenlopende derdenbeslagen de beslagvrije voet vast, stelt deze zo nodig opnieuw vast en informeert zo nodig latere beslagleggende partijen over de door hem gehanteerde beslagvrije voet (zie de artikelsgewijze toelichting bij de artikelen 475d en 475i). Voorts is de coördinerende deurwaarder verantwoordelijk voor de inning en verdeling (zie de artikelsgewijze toelichting bij artikel 478).

Vaststelling afwijkende beslagvrije voet (artikel 475e)

In het nieuwe systeem geldt voor een aantal bijzondere groepen onder bepaalde voorwaarden een afwijkende berekening van de beslagvrije voet. Dit betreft personen die:

  • geen vaste woon- of verblijfplaats binnen Nederland hebben
  • woningbezitters
  • personen die in een inrichting verblijven.

Personen die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland hebben. Binnen deze groep zijn drie subgroepen te onderscheiden:

  1. schuldenaren die in het BRP geregistreerd staan als «vertrokken onbekend waarheen» (VOW) en van wie geen woon- of verblijfplaats bekend is, waardoor het voor de deurwaarder ook niet mogelijk is om zekerheid te krijgen over de leefsituatie van de schuldenaar;
  2. schuldenaren met alleen een briefadres (ook hier is het voor de deurwaarder niet mogelijk om duidelijkheid te krijgen inzake de leefsituatie);
  3. schuldenaren die een vaste woon- of verblijfplaats buiten Nederland hebben (voor deze schuldenaren geldt dat de deurwaarder geen zicht heeft op eventuele neveninkomsten, nu in het buitenland verworven inkomen niet in polisadministratie is opgenomen).

 

Bewaartermijnen

Vanwege de auditverplichting worden de geraadpleegde gegevens op dit moment twee jaren bewaard. 

01-03-2021/JD

Medewerkers