om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
Op 20 juni 2019 heeft het Europese Parlement een richtlijn 2019/1152 aangenomen. Nederland moet, als lidstaat van Europa, deze richtlijn op 1 augustus 2022 geimplementeerd hebben.
Een deel van deze richtlijn geldt nu ook al in Nederland, er zijn nog vier onderwerpen die betrekking hebben op de nieuwe wetgeving ingaande 1 augustus 2022.
Het Wetsvoorstel is op 19 april 2022 aangenomen door de Tweede Kamer en op 21 juni 2022 door de Eerste Kamer.
Werkgevers zullen worden verplicht om meer informatie over arbeidsvoorwaarden, rechten en plichten aan werknemers te verstrekken bij aanvang van een dienstverband in een taal die de werknemer machtig is.
Werkgevers moeten ervoor zorgen dat elke werknemer schriftelijk (op papier of elektronisch (mits toegankelijk, (elektronisch) bewaarbaar en printbaar) beschikt over informatie over:
Omschrijving: | Termijn: | Verwijzing Wet/CAO |
Naam en woonplaats van werkgever en werknemer | 7 dagen | |
Plaats waar de arbeid wordt verricht | 7 dagen | |
Functie of aard van de arbeid | 7 dagen | |
Datum van indiensttreding | 7 dagen | |
Duur of einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd | 7 dagen | |
Aanspraak op vakantie en ander betaald verlof | 1 maand | ja |
Prodedure, met inbegrip van opzegtermijnen, die de werkgever in acht moet nemen, indien de arbeidsovereenkomst wordt beeindigd | 1 maand | ja |
Loon en termijn van uitbetaling | 7 dagen | ja |
Gebruikelijke arbeidsduur, (on)voorspelbaar | 7 dagen | ja, indien voorspelbaar |
Deelname pensioenregeling | 1 maand | |
Als de werknemer langer dan vier aaneengesloten weken werkzaamheden buiten Nederland moet verrichten, het land, de duur van de werkzaamheden, huisvesting, SV wetgeving die van toepassing is, verantwoordelijke SV instanties, geldsoort salaris, vergoedingen en wijze terugkeer naar Nederland. | Voor vertrek | ja |
Is er een CAO van toepassing of inlenersbeloning? | 1 maand | |
Is er sprake van een uitzend- of payrollovereenkomst? | 1 maand | |
Is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd? | 1 maand | |
Is er sprake van een oproepovereenkomst? | 1 maand | |
Bij een uitzendovereenkomst, de identiteit van de inlenende onderneming | 1 maand | |
De duur en voorwaarden van de proeftijd | 7 dagen | ja |
Recht op scholing voor de werknemer | 1 maand | ja |
Voor zover de werkgever hiervoor verantwoordelijk is, de indetiteit van de SV instellingen die de sociale bijdragen in het kader van de arbeidsrelatie ontvangen en bescherming op het gebied van sociale zekerheid aangeboden door de werkgever | 1 maand | ja |
Deze informatie moet (grotendeels) uiterlijk op de zevende dag na aanvang van het dienstverband schriftelijk aan de werknemer worden verstrekt.
Bovendien moet elke wijziging uiterlijk op de dag waarop die wijziging(en) ingaan door de werkgever schriftelijk aan de werknemer bevestigd zijn.
De werkgever kan op grond van nationaal recht, of collectieve overeenkomst of Europees recht, gehouden zijn deze opleiding aan te bieden. Het gaat dan meestal om opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld het bijhouden van de vakbekwaamheid). De richtlijn schrijft voor dat de kosten van deze opleidingen niet ten laste komen van de werknemer.
* Kosten voor het vergroten van de inzetbaarheid van de werknemer bij de eigen werkgever of een andere werkgever vallen hier niet onder.
Dat betekent dat de kosten niet meer op de werknemer verhaald mogen worden, maar ook dat men ze niet in mindering mag brengen op een eventuele transitievergoeding.
Deze wet kan ook gevolgen hebben voor studieovereenkomsten voor lopende studies, met name omdat de wet ingaat op 1 augustus 2022 en er geen overgangsrecht is.
Onder verplichte scholing wordt niet verstaan beroepsopleidingen of opleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie. Het betreft dan gereglementeerde beroepen.
Een overzicht van deze beroepen staat op de site van de overheid:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0023396/2021-01-01
Dit wetsartikel houdt in dat een verbod op nevenwerkzaamheden niet is toegestaan, tenzij sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond. De achterliggende gedachte is om de drempel voor werknemers te verlagen om naast hun baan bij de werkgever ook ander (on)betaald werk te verrichten. Het wetsvoorstel zegt nog niets over wat er onder ‘objectieve rechtvaardiging’ wordt verstaan, anders dan dat het aansluit bij wat de Europese richtlijn hierover bepaalt. In de Europese richtlijn worden enkele voorbeelden genoemd, zoals gezondheid en veiligheid, bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten en/of het vermijden van belangenconflicten. Ook het overtreden van een wet, zoals de arbeidstijdenwet, kan een geldige rechtvaardigingsgrond opleveren.
In sommige CAO's en arbeidsovereenkomsten wordt gebruik gemaakt van een beding waarbij het werknemers niet is toegestaan om in de vrije tijd werk te verrichten voor zichzelf of voor een ander of alleen met toestemming van de werkgever.
In de nieuwe wet is dit alleen nog toegestaan als de werkgever hierbij een beroep kan doen op een rechtvaardigingsgrond:
Deze wet heeft tot gevolg dat werkgevers deze bedingen moeten aanpassen omdat ze anders niet meer geldig zijn.
Werknemers vanaf een dienstverband van 26 weken mogen maximaal een keer per jaar een verzoek doen voor een vorm van arbeid met meer voorspelbare arbeidsvoorwaarden.
Klik op het plaatje voor een groter formaat
Voor meer informatie zie onderstaande link Checklist:
Copyright 2023 Visma Community. All right reserved.