om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
Versie 127 zal op dinsdagavond 9 juli 2019 voor u worden geïnstalleerd.
De overige regelingen 8 en 9 zijn geactiveerd per 1-1-2019
Voor medewerkers die een deeltijdfactor boven 1 hebben én een fulltime salaris betaald krijgen dat hoger ligt dan het maximum pensioengevend loon werd niet de juiste pensioenpremie berekend. Dit komt doordat in de berekening er ná de bepaling van het gemaximeerd pensioengevend loon wordt gerekend met een franchise op basis van een deeltijdfactor groter dan 1 waardoor er met een te hoge franchise rekening wordt gehouden.
Vanaf deze versie introduceren we een nieuwe optie Maximum pensioengrondslag o.b.v. max. DTF 1 in de pensioen en overige regelingen. Wanneer deze optie op Ja staat zal er gemaximeerd worden op het maximum pensioengevend loon wanneer een medewerker een deeltijdfactor groter heeft dan 1 en het pensioengevend loon hoger is dan het maximum. Is het salaris lager dan het maximum, dan zal er nog steeds gerekend worden met een franchise hoger dan de in de premietabel ingerichte franchise.
Deze instelling kan gebruikt worden in samenwerking met zowel de VCR als de niet VCR methode.
Indien gewenst kan deze optie ook in voorgaande jaren worden aangezet.
Default staat de keuze voor parameter Maximum pensioengrondslag o.b.v. max. DTF 1 op Nee.
Standaard wordt in een pensioen of overige regeling wanneer er een rekenmethode is gekozen franchise * DTF de franchise vermenigvuldigd met de deeltijdfactor. Dit kan in de berekening van een premie leiden tot een grotere franchise dan dat er in de tabel is ingevoerd. In deze release is het mogelijk gemaakt de franchise te maximeren bij een deeltijdfactor van 1. Hiervoor is in de pensioen en overige regelingen tabellen de optie maximum franchise o.b.v. max. DTF 1 toegevoegd. Door de optie Maximum franchise o.b.v. max DTF 1 op Ja te zetten in de pensioen en overige regelingen zal de toegepaste franchise niet hoger worden dan wat de franchise zou zijn bij een deeltijdfactor van 1. Deze instelling kan gebruikt worden in samenwerking met zowel de VCR als de niet VCR methode.
Default staat de keuze voor parameter Maximum franchise o.b.v. max. DTF 1 op Nee.
Indien gewenst kan deze optie ook in voorgaande jaren worden aangezet.
De cao GGZ kent een regeling voor compensatie van de pensioenaftopping. Deze is in release 123 ingericht in tabellen 60500 Regeling compensatie pensioenaftopping en 60510 Compensatie pensioenaftopping percentages, franchises en max. grondslagen. Voor werknemers met een deeltijdpercentage onder de 100% geldt dat de franchise, te weten het wettelijk maximum pensioengevend loon, naar rato van het deeltijdpercentage verlaagd dient te worden. Voor werknemers met een deeltijdpercentage boven de 100% geldt echter voor deze regeling als franchise het wettelijk maximum pensioengevend loon, wat niet naar rato van het deeltijdpercentage verhoogd dient te worden. Om dit te bereiken is met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 in tabel 60500 Regeling compensatie pensioenaftopping de parameter Maximum franchise o.b.v. max. DTF 1 op Ja gezet.
Daarnaast zijn de volgende componenten aangemerkt als toevoeging op periode grondslag voor deze regeling:
Nummer
|
Naam
|
---|---|
41600 | Overwerktoeslag uren 25% |
41700 | Overwerktoeslag uren 50% |
41750 | Overwerktoeslag uren 75% |
41800 | Overwerktoeslag uren 100% |
42000 | Slaapdienst op basis van vast bedrag |
42060 | Slaapdienst € 31,87 |
43010 | Slaapdienst op basis van uurloon |
43140 | Vast bedrag voor ORT |
43200 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 50% |
43220 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 100% |
43230 | ORT 22% |
43240 | ORT 38% |
43250 | ORT 44% |
43270 | ORT 49% |
43290 | ORT 60% |
44640 | ORT compensatie bij ziekte |
44660 | ORT compensatie bij verlof |
49390 | Overwerkuren > 100% |
Het bedrag van component 42060 Slaapdienst € 31,87 is met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 aangepast naar het bedrag van € 31,87 dat geldt volgens de huidige cao.
Indien een werknemer onder de cao Apotheken een deeltijdpercentage van boven de 100% heeft, geldt voor de pensioenregeling dat het pensioengevend loon wel naar rato van de deeltijdfactor wordt berekend, maar de franchise niet hoger wordt dan de franchise die geldt bij een deeltijdpercentage van 100%.
Voorheen was het niet mogelijk om in te richten dat de franchise bij een deeltijdpercentage onder de 100% wel naar rato van de deeltijdfactor berekend diende te worden en bij een deeltijdpercentage boven de 100% niet. Om toch tot een juiste premieberekening te kunnen komen is er in release 104 een werknemergroep aangemaakt voor de werknemers met een deeltijdfactor boven de 100%. Voor de werknemers in deze groep werd de franchise niet naar rato toegepast. Nadeel van deze werkwijze was dat er bij het wijzigen van de deeltijdfactor van onder de 100% naar boven de 100% of andersom handmatig andere arbeidsvoorwaarden gekoppeld dienden te worden.
Met ingang van 1 januari 2019 is op het niveau van cao Apotheken in tabel 60000 de parameter Maximum franchise o.b.v. max. DTF 1 met Ja ingericht. Hierdoor hoeven werknemers met een deeltijdpercentage boven de 100% niet meer aan een eigen set arbeidsvoorwaarden gekoppeld te worden.
In plaats van drie is het nu mogelijk zes verschillende eenmalige uitkeringen te definiëren.
In onderstaande tabel een overzicht van de gebruikte tabel- en componentnummers van alle eenmalige uitkeringen: (EU4 t/m EU6 zijn nieuw):
Wat |
EU1 |
EU2 |
EU3 |
EU4 |
EU5 |
EU6 |
---|---|---|---|---|---|---|
Tabel | 50500-50520 | 50550-50570 | 50600-50620 | 50650-50670 | 5070-50720 | 50750-50770 |
Component |
46000-46500 49110 |
47000-47500 49120 |
48000-48500 49130 |
146000-146500 149110 |
147000-147500 149120 |
148000-148500 149130 |
Met ingang van deze release is het rapport Verzamelloonstaat (incl. SV en ZVW premies) toegevoegd.
In de Verzamelloonstaat (incl. SV en ZVW premies) wordt per medewerker de gebruikte premie- en heffingslonen getoond. Tevens hebben we aan het rapport de berekende werknemersverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW en loonheffingen toegevoegd.
Niet alleen het ongemaximeerde premieloon (gelijk aan waarden kolom 8 van de loonstaat), maar ook het gemaximeerde premie loon wordt getoond. Bij het gemaximeerde premieloon wordt voor AOW gerechtigde medewerkers geen waarde gevuld. Dit rapport zal het daardoor makkelijker maken verbandcontroles te doen op de berekende premies.
In het rapport worden niet afgeronde bedragen getoond. Wanneer er vergeleken wordt met de loonaangifte zal dat leiden tot afrondingsverschillen aangezien er in de loonaangifte bedragen worden afgerond (afgekapt) in het voordeel van de inhoudingsplichtige.
Het rapport kan gegenereerd worden door te gaan naar Rapportages → Rapportages → Verzamelloonstaat (incl. SV en ZVW premies). Het rapport toont default de TWK waarden in de oorspronkelijke periode.
Tevens is het rapport te genereren vanuit de salarsrun in de sectie Overige rapporten.
Met ingang van deze release is het rapport Loonaangifte overzicht toegevoegd.
In het Loonaangifte overzicht wordt per loonheffingsnummer en periode een overzicht getoond van de zogeheten collectieve aangifte gegevens zoals die in de loonaangifte worden aangegeven.
De waarden in het rapport zijn zoals in de loonaangifte is voorgeschreven afgerond (afgekapt) in het voordeel van de inhoudingsplichtige.
Het rapport kan gegenereerd worden door te gaan naar Rapportages - Rapportages - Loonaangifte overzicht.
Tevens is het rapport te genereren vanuit de salarsrun in de sectie Overige rapporten.
Op de loonstroken kan nu de werktijdfactor worden getoond door deze in Salarisstrook configuratie (Rapportages → Salarisstrook → Salarisstrook configuratie) bij Contract / Werknemer details naar de gewenste kolom te schuiven.
Dit is het deeltijdpercentage / 100 afgerond op 4 decimalen.
Bijvoorbeeld deeltijdpercentage 60% is een werktijdfactor van 0,6000.
Op het tabblad Filter in de definitie van de rapportage Journaalpost is nu het selectievakje Toon netto effect beschikbaar. Als het vakje is aangevinkt, dan zullen op de rapportage Journaalpost de debet- en creditwaarden van elkaar worden afgetrokken. Per grootboekrekening wordt alleen het verschil van de twee getoond.
Standaard is het vakje niet aangevinkt en blijft het overzicht zoals het in vorige versies was. Bij het uitvoeren van dit overzicht is het selectievakje ook beschikbaar. Het heeft daar initieel dezelfde waarde als in de definitie. U kunt het snel in- of uitschakelen zonder de definitie aan te passen.
De cao Museum is aangesloten bij PFZW. Pensioenaangifte in UPA-formaat.
Voor de cao Museum zijn de volgende tabellen ingericht:
Tabel
|
|
---|---|
50000 | Cao Museum |
30100 | Klant instellingen pro rata (PAWW) |
50320 | Uurlonen |
50500 | Eindejaarsuitkering |
60000 | OP premie |
60010 | OP premiepercentages etc |
60100 | AP premie |
60110 | AP premiepercentages etc |
En de volgende componenten:
Nummer
|
Naam
|
Grondslag voor
|
---|---|---|
10010 | Periode salaris |
|
10060 | Gewerkte uren (uurloners) |
|
42300 | Toeslag tijdelijke waarneming |
|
43230 | Onregelmatigheidstoeslag 20% |
|
43240 | Onregelmatigheidstoeslag 40% |
|
43250 | Onregelmatigheidstoeslag 100% |
|
43000 | Toeslag verschoven diensten | n.v.t. |
De inrichting van de cao Tuinzaadbedrijven bestaat uit de volgende tabellen:
Tabel
|
|
---|---|
50000 | Cao Tuinzaadbedrijven |
30100 | Klant instellingen pro rata (PAWW) |
50200 | Reiskosten Eigen Vervoer |
51100 | Reiskosten regeling |
51210 | Reiskosten NS |
51380 | Reiskosten consignatiedienst |
Werknemers onder de werkingssfeer van de cao Tuinzaadbedrijven hebben recht op een vergoeding volgens de NS-tabel vanaf een woon-werkafstand van meer dan 10 kilometer. Derhalve is de inrichting van de NS-tabel 51210 voor deze cao aangepast: de kleinste afstand waarbij er sprake is van een reiskostenvergoeding is ingericht op 10,01 kilometer. Volgens artikel 35.2 mag in plaats van deze regeling gekozen worden voor een vergoeding van woon-werkverkeer van € 0,19 per kilometer voor de afstand van 5 tot 25 kilometer per enkele reis.
Indien voor deze optie gekozen wordt, dient u de volgende wijzigingen te doen:
De volgende componenten zijn ingericht:
Nummer
|
Naam
|
---|---|
41100 | Overwerkuren 140% |
41120 | Overwerkuren 160% |
41400 | Overwerkuren 200% |
41600 | Overwerktoeslag uren 40% |
41700 | Overwerktoeslag uren 60% |
41800 | Overwerktoeslag uren 100% |
42000 | Consignatietoeslag ma-vr |
42010 | Consignatietoeslag zaterdag |
42020 | Consignatietoeslag zon-/feestdag |
43000 | Meeruren |
43010 | Zaterdagtoeslag |
43100 | Toeslag tweeploegendienst |
43110 | Toeslag drieploegendienst |
Component 43170 Ploegentoeslag was niet ingericht als onderdeel van het pensioengevend loon. Volgens het pensioenreglement van PMT is ploegentoeslag echter wel pensioengevend (artikel 1.36). Derhalve is met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 component 43170 Ploegentoeslag ingericht als toevoeging op periode grondslag. Indien u gebruik maakt van het door ons ingerichte component, zal er een herrekening van de pensioenpremies plaatsvinden voor 2019. Indien u wenst te corrigeren voor 2018, kunt u hiervoor zelf de inrichting van component 43170 Ploegentoeslag aanpassen voor de voorgaande periode.
De branche Metaal Techniek maakt voor de private aanvulling WW en WGA geen gebruik van de landelijke PAWW-regeling, maar kent een eigen stichting SWWM. De SWWM-bijdrage is met ingang van 1 juli 2019 ingericht in tabellen 60800 en 60810. Het regelingloon voor deze regeling is gelijk aan het pensioengevend loon.
In tabel 50320 stond een onjuist bedrag ingericht als maximaal ORT uurloon. In juli 2018 heeft een algemene cao-loonsverhoging plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan had ook het maximale ORT uurloon aangepast moeten worden naar het nieuwe uurloonbedrag van schaal 5 periodiek 11. Het maximale ORT uurloon is in tabel 50320 met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 gewijzigd in € 17,36. Deze gewijzigde inrichting kan twk's veroorzaken.
Indien u dit wenst, kunt u het maximale ORT uurloon aanpassen met ingang van 1 juli 2018. U maakt dan een eigen versie aan van tabel 50320 voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2018. Vergeet u niet om in deze versie een einddatum in te richten, in het belang van toekomstig cao-onderhoud.
Met ingang van 1 januari 2019 is component 45150 Reservering vakantiegeld ingericht als grondslag voor de eindejaarsuitkering (geen referentiesalaris). De grondslag van de eindejaarsuitkering bestaat uit het salaris inclusief de opgebouwde vakantietoeslag. Ook een eventuele aanvulling tot de minimum vakantietoeslag is in deze grondslag inbegrepen. De eindejaarsuitkering zelf kent geen minimum.
Indien gebruik gemaakt werd van onderstaande berekeningsmethoden dan ging de berekening fout in periode van Indienst indien indienstdatum niet de eerste dag was of in periode van Uitdienst indien uitdienstdatum niet de laatste dag van de periode was.
Pensioen en overige regeling berekeningsmethoden
Copyright 2023 Visma Community. All right reserved.