om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
Versie 203 zal op donderdagavond 8 september 2022 worden geïnstalleerd.
Als een stagiair na de stage in dienst komt bij het bedrijf, maar ook andersom, dan dient dit te gebeuren op een nieuwe inkomstenverhouding. Wanneer dat niet op een nieuwe inkomstenverhouding wordt gedaan zal de volgende blokkerende melding worden gegeven:
Errorcode |
Validatie omschrijving
|
Actienemer
|
Actie
|
---|---|---|---|
E-TAX-41 | Het is niet toegestaan om op dezelfde IKV te wisselen van code aard arbeidsverhouding Stagiair (7) naar een andere aard arbeidsverhouding en vice versa. Doet zich deze situatie voor dan moet dat op een nieuwe inkomstenverhouding gebeuren. | Klant | Maak een nieuwe inkomstenverhouding aan |
Niet van toepassing.
Bij een eenmalige uitkering met de methode Reservering voorschot werd het minimum of maximum niet op het voorschotbedrag, maar op het gereserveerde bedrag toegepast.
De uitbetaling werd daardoor onjuist. Dit is aangepast.
Dit is opgelost per 2022.
Je hoeft zelf geen verdere actie te ondernemen.
Wanneer er met terugwerkende kracht een berekening werd gedaan op een reeds beëindigde werknemer dan werd er geen percentage bijzonder tarief op de loonstrook afgedrukt.
Dit is per deze release opgelost.
Je hoeft zelf geen verdere actie te ondernemen.
In de berekening van het dagloon t.b.v. het voorschot betaald ouderschapsverlof werd ten onrechte gebruik gemaakt van het maximum premiedagloon (€ 229,63) in plaats van het maximum uitkeringsdagloon (€ 232,90).
Dit is hersteld per 2022 en kan derhalve een correctie in het voorschot van augustus tot gevolg hebben voor werknemers die boven het maximum dagloon verdienen.
Tevens wordt bij component 92300 Dagloon schatting een gemaximeerd dagloon vastgelegd.
Dit zou ongemaximeerd moeten zijn. Dit is ook hersteld per 2022. Hierdoor is de naam van de component ook gewijzigd naar Dagloon schatting (ongemaximeerd).
Je hoeft zelf geen verdere actie te ondernemen.
Ten onrechte kregen in augustus de teamleiders en afdelingsleiders in schaal 1 t/m 12 die ook directie zijn zowel de reguliere bindingstoelage als de bindingstoelage o.b.v. de opbouwregeling.
Dit is hersteld per 2022 en kan derhalve een correctie in augustus tot gevolg hebben.
Je hoeft zelf geen verdere actie te ondernemen.
De bindingstoelage voor leraren en onderwijskundig team- en afdelingsleiders wordt berekend volgens de opbouwmethode. De enige uitzondering hierop is voor werknemers die de bindingstoelage nog niet eerder hebben ontvangen. Als een werknemer meerdere contracten heeft (gehad) en daarbij op enig moment de bindingstoelage heeft ontvangen, dan zal voor alle contracten de bindingstoelage volgens opbouwmethode berekend moeten worden. Of er sprake was van de peilmethode of de opbouwmethode werd echter ten onrechte bepaald per contract, waardoor als vorig jaar op een ander contract al een bindingstoelage was betaald hier niet naar werd gekeken.
Dit is hersteld met terugwerkende kracht per september 2021 wat derhalve kan leiden tot correcties op de uitbetaalde bindingstoelage:
N.B.: voor cao Primair onderwijs zal ook op werknemerniveau bepaald worden of de bindingstoelage volgens de peil- of opbouwmethode berekend moet worden. Aangezien voor deze cao in 2022 voor het eerst sprake was van een bindingstoelage, zal dit echter niet leiden tot terugwerkende kracht berekeningen..
Bij de DUO export worden alleen medewerkers meegenomen met een correcte job functieklasse. Werknemers met NVT in de job functieklasse worden vanaf nu uitgesloten.
In het onderhandelaarsakkoord voor de cao Voortgezet onderwijs 2022/2023 staat over de eenmalige uitkering in juli 2022 het volgende vermeld:
In juli 2022 (of zo spoedig mogelijk daarna) wordt een eenmalige bruto-uitkering toegekend van € 500. Deze uitkering is pensioengevend. Parttimers ontvangen de eenmalige uitkering naar rato van de betrekkingsomvang.
Het akkoord vertelt niet op welke wijze de betrekkingsomvang berekend dient te worden. In de werkinstructie voor salariskantoren is ter verduidelijking toegevoegd:
De volgende kortingen zijn in ieder geval van toepassing: anticumulatiebepaling, schorsing, staking, betaald en onbetaald ouderschapsverlof en gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging.
In tabel 50750 Eenmalige uitkering juli 2022 is de eenmalige uitkering gebaseerd op de deeltijdfactor Inkomens factor exclusief korting bij ziekte, die rekening houdt met de bovenstaande kortingen op het salaris. Daarnaast was echter ingericht dat de eenmalige uitkering gebaseerd werd op pro rata methode Afbreken naar rato van DTF en niet Afbreken naar rato van DTF én tijdvak. Deze combinatie van pro rata methode en deeltijdfactor is conflicterend en leidde derhalve tot onjuiste resultaten. De pro rata methode is met terugwerkende kracht gewijzigd naar Afbreken naar rato van DTF en tijdvak.
Deze wijziging zal leiden tot terugwerkende kracht berekeningen bij werknemers die gedurende de maand juli 2022 uit dienst getreden zijn.
In de cao Ziekenhuizen zijn per 1 juli 2022 de toeslagen voor bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiediensten gewijzigd. Voor deze toeslagen zijn de volgende componenten op cao-niveau ingericht:
Nummer
|
Naam
|
Te gebruiken bij
|
Factor
|
---|---|---|---|
43010 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 1/18 |
|
1/18 = 0,055556 |
43020 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 2/18 |
|
2/18 = 0,111111 |
43030 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 3/18 |
|
3/18 = 0,166667 |
43040 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 4/18 |
|
4/18 = 0,222222 |
43050 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 6/18 |
|
6/18 = 0,333333 |
43060 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 8/18 |
|
8/18 = 0,444444 |
43200 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 10/18 |
|
10/18 = 0,555556 |
43210 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 12/18 |
|
12/18 = 0,666667 |
43220 | Bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst 14/18 |
|
14/18 = 0,777778 |
Deze componenten zijn:
niet pensioengevend
geen grondslag voor eindejaarsuitkering
geen grondslag voor vakantiegeld
wel grondslag voor compensatie bij ziekte
De hiervoor benoemde componenten moeten voor ingebruikname gejournaliseerd worden. De componenten moet debet gekoppeld worden aan een kosten grootboekrekeningnummer.
Met ingang van 2022 is in de cao GGZ een balansregeling opgenomen. Werknemers ontvangen een balansbudget van € 500, dat op onderstaande wijze kan worden gebruikt:
De werknemer kan ervoor kiezen om het balansbudget uit te laten betalen. Ook als een werknemer geen keuze maakt voor de andere opties, zal het balansbudget standaard uitbetaald worden.
Het balansbudget is ingericht in tabel 50600 Balansbudget. Jaarlijks wordt bepaald of de werknemer op 1 juli in dienst is. De hoogte van het balansbudget wordt berekend pro rata van de contractuele deeltijdfactor op 1 juli, gemaximeerd op € 500. Uitbetaling vindt in september plaats op component 48210 Uitbetaling balansbudget. Dit component is pensioengevend.
Het balansbudget wordt berekend door de inrichting van tabel 50600 Balansbudget. Dit budget wordt uitgeruild door het uit te ruilen bedrag op te voeren middels een transactie op component 2130410 Bron balansbudget t.b.v. studiekostenvergoeding.
In hoofdstuk 7 artikel 13 van de cao GGZ staat vermeld dat in bepaalde situaties het balansbudget verhoogd wordt in deze situatie met 20% of 40%. Het bedrag van deze verhoging reken je uit en voer je op met een transactie op component 2000410 Saldo studiekostenvergoeding.
Let op De inrichting die wij hebben gedaan voor de situatie waarbij een werknemer kiest voor omzetting van het balansbudget naar een bruto opleidingsbudget was echter niet correct. Gebruik van de uitruilfunctionaliteit is in dit geval niet aan te raden, omdat Payroll het op die wijze geregistreerde saldo beschouwt als een schuld en niet als een uit te betalen budget. Voor het stappenplan om de omzetting naar het opleidingsbudget juist te registreren kun je het volgende artikel raadlegen: Cao GGZ - Balansregeling naar opleidingsbudget
|
Het balansbudget wordt berekend door de inrichting van tabel 50600 Balansbudget. Dit budget wordt uitgeruild door het uit te ruilen bedrag op te voeren middels een transactie op component 2130710 Bron balansbudget t.b.v. verlof.
Het aantal verlofuren dat je hiermee kunt kopen moet je eerst zelf berekenen op basis van het bruto uurloon op 1 juli. Het aantal gekochte uren voeg je vervolgens zelf toe in de verlofmodule of je roosterpakket.
Werknemers die deelnemen aan het generatiepact, hebben geen recht op het balansbudget vanaf het kalenderjaar waarin de deelname aan het generatiepact aanvangt. Je kunt deze werknemers van het balansbudget uitsluiten door een transactie op te voeren op component 48040 Uitsluiten van deelname aan balansbudget. Ook werknemers die pas na september gaan deelnemen aan het generatiepact moeten voor het gehele kalenderjaar worden uitgesloten. Dit kan met een transactie op component 48040 Uitsluiten van deelname aan balansbudget per 1 juli van het betreffende kalenderjaar.
Component 44200 Korting kortdurend zorgverlof was ten onrechte ingericht als grondslag voor vakantiegeld (geen referentiesalaris), waardoor er 108% van het uurloon gekort werd en daarnaast ook de deeltijdfactor voor berekening van de vakantietoeslag werd verlaagd.
Met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 is de inrichting gewijzigd naar Referentie salaris, alleen tellen in DTF. Hierdoor wordt in het geval van kortdurend zorgverlof de deeltijdfactor voor de vakantietoeslag verlaagd met de zorgverlofuren.
De waarde van vakantie-uren
Als bij de cao Woondiensten bovenwettelijke vakantie-uren binnen het cafetariasysteem aan- of verkocht worden, heeft dit geen invloed op het vakantiegeld. De aan- of verkoop van bovenwettelijke vakantie-uren gaat tegen de uurwaarde exclusief vakantiegeld. De aan- of verkochte uren werken niet deeltijdfactor verhogend of verlagend door voor het vakantiegeld.
Derhalve worden de volgende componenten met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 niet langer aangemerkt als grondslag voor vakantiegeld:
Nummer | Naam |
42900 | Verlof verkopen |
42930 | Uitbetalen verlofrecht |
42950 | Verlof kopen (bron salaris) |
42960 | Verlof kopen (bron eindejaarsuitkering) |
42970 | Verlof kopen (bron vakantiegeld) |
Als bij het einde van een dienstverband het verlofsaldo wordt afgerekend, moeten de resterende vakantie-uren tegen 108% van het op dat moment geldende uurloon uitbetaald worden.
Derhalve zijn de volgende componenten met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 ingericht als grondslag voor vakantiegeld (geen referentiesalaris):
Nummer | Naam |
42910 | Afrekenen verlofsaldo |
42920 | Afrekenen verlofsaldo negatief |
Omdat de reservering van vakantiegeld binnen de cao Woondiensten loopt van 1 januari tot en met 31 december, zijn deze wijzigingen met terugwerkende kracht per 1 januari 2022 ingericht. Dit kan terugwerkende kracht berekeningen veroorzaken.
Copyright 2023 Visma Community. All right reserved.