om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
Versie 210 zal op dinsdagavond 20 december 2022 worden geïnstalleerd.
Vanaf 2023 wordt dezelfde functionaliteit als bij betaald ouderschapsverlof UWV toegepast, wanneer er sprake is van aanvullend geboorteverlof:
Met betrekking tot de laatste twee punten zijn onderstaande twee blokkeringsmeldingen vanaf 01-01-2023 van kracht:
Fout code |
Validatie omschrijving |
Actie |
---|---|---|
E-WIEG-01 | Gebruik van een registratieve werkgeverbetaling voor aanvullend geboorteverlof is per 2023 niet meer mogelijk. | Voor het registreren van de UWV uitkering dien je component 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof te gebruiken. |
E-WIEG-02 | De factor op de korting aanvullend geboorteverlof componenten moet vanaf 2023 altijd -1 zijn. |
Eventuele aanvullingen op het aanvullend geboorteverlof dienen ingericht te worden op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof. Zie voor meer informatie over de mogelijkheden de beschrijving hieronder bij stap Aanvulling op de uitkering in Payroll. |
Dit houdt in dat vanaf 01-01-2023 de oude werkwijze met betrekking tot aanvullend geboorteverlof komt te vervallen en een nieuwe werkwijze van toepassing is. De stappen met betrekking tot de nieuwe werkwijze zijn als volgt:
Stappen t.b.v. eenmalige inrichting
Stappen
|
Beschrijving
|
---|---|
Aanvulling op de uitkering in Payroll |
Factor inrichten op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof
Als er sprake is van een aanvulling op de uitkering, dan dient een factor ingericht te worden met de waarde van de aanvulling. Voorbeeld: als er een aanvulling van 10% (van het salaris) is dan dient er een factor ingericht te worden van 0,10. Standaard is ingericht dat er geen aanvulling plaatsvindt. NB:
De aanvulling kan op twee manieren berekend worden; als percentage over de korting of ook rekening houden met de hoogte van het voorschot dan wel uitkering. Zie voor een nadere toelichting en waar dit ingericht moet worden hieronder bij de stap Aanvullingsmethode aanvullend geboorteverlof. |
Voorschotberekening in Payroll |
In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen kun je bij parameter Voorschot aanvullend geboorteverlof instellen of er een voorschot op de uitkering moet worden betaald. Standaard is bij de parameter Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht dat er een voorschot berekend moet worden: |
Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen |
In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen kan aangegeven worden dat het eventuele voorschot en de feitelijke uitkering van het aanvullend geboorteverlof gesplitst moet worden in een salaris-, vakantiegeld-, en extra uitkeringen deel. Standaard is de parameter Splits werkgeversbetalingen ingericht als Niet splitsen.
Wanneer het vakantiegeld en het extra uitkeringen deel van het voorschot en de uitkering gesplitst moet worden dan gebeurt dat o.b.v. percentages berekend vanuit de gegevens waarmee ook het UWV dagloon wordt bepaald:
Vakantiegeld% = C1 / (A-B) ExtraUitkering% = C2 / (A-B)
Let wel: dit berekende percentage is normaliter hoger dan het standaard vakantiegeld-, resp. extra uitkeringspercentage. Dit komt doordat het vakantiegeld en de extra uitkeringen over het bruto loon worden bepaald, terwijl het dagloon gebaseerd is op het SV inkomen waarop premies al in mindering zijn gebracht.
Door het berekende percentage te vermenigvuldigen met de uitkering wordt het juiste deel bepaald van het voorschot dan wel uitkering dat behoort bij het vakantiegeld dan wel extra uitkering.
Als er geen referteperiode gegevens zijn waarop het percentage bepaald kan worden (wat gebeurt als de werknemer in de eerste periode van in dienst zijn al ouderschapsverlof neemt), dan zal het voor het hierboven genoemde Vakantiegeld% het reguliere vakantiegeld percentage uit de CAO tabel genomen worden. Idem voor de extra uitkering waarbij een totaal percentage bepaald wordt van alle extra uitkeringen waarbij de parameter Arbeidsvoorwaardenbedrag in loonaangifte in de extra uitkeringen tabel op Ja staat en die niet een Vast bedrag als Berekeningsmethode hebben.
Het bepaalde Vakantiegeld% en ExtraUitkering% wordt ook gebruikt als er sprake is van een handmatig opgegeven dagloon op component 92320 HM Dagloon. Uit het opgegeven dagloon kunnen immers niet deze percentages afgeleid worden.
Als er gesplitst wordt dan bevat het voorschot dan wel de uitkering alleen het salarisdeel en wordt het vakantiegeld- en extra uitkeringen deel in onderstaande componenten vastgelegd:
Het afgesplitste vakantiegeld- en extra uitkeringsdeel wordt gereserveerd en als werkgeversbetaling verwerkt conform de inrichting van de uitbetaling van het vakantiegeld en extra uitkering. Hiermee ontstaat de werkgeversbetaling dus op hetzelfde moment als het reguliere vakantiegeld dan wel extra uitkering uitbetaald wordt. Als er meerdere extra uitkeringen van toepassing zijn die de parameter Arbeidsvoorwaardenbedrag in loonaangifte op Ja hebben staan dan wordt de eerste extra uitkering die dit heeft gebruikt om de reservering dan wel betalingsperiode te bepalen.
Als er gesplitst moet worden en de aanvulling is gebaseerd op een percentage van de korting (zie de hieronder beschreven parameter Aanvullingsmethode aanvullend geboorteverlof) dan moeten onderstaande componenten aangepast worden zodat ze belast worden en getoond worden op de loonstrook. Dit moet omdat bij deze keuze van splitsen en aanvulling het afgesplitste deel van het voorschot dan wel uitkering ook daadwerkelijk betaald wordt.
Dit kan door bij Algemene informatie het volgende in te richten:
En onder Verschijning het volgende:
Ook moeten onderstaande cumulatieven geconfigureerd worden zodat ze op de loonstrook getoond worden:
Dit kan door het vinkje Tonen op salarisstrook te selecteren:
LET OP: Eén en dezelfde waarde voor parameter Splits werkgeversbetalingen geldt voor zowel betaald ouderschapsverlof als aanvullend geboorteverlof. |
Aanvullingsmethode aanvullend geboorteverlof |
In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen kan aangegeven worden hoe een aanvulling berekend wordt. Dit kan op basis van een percentage over de korting of ook rekening houden met de hoogte van het voorschot dan wel de daadwerkelijke uitkering.
Het aanvullingspercentage zelf moet op de component ingericht worden zoals hierboven aangegeven bij Aanvulling op de uitkering in Payroll.
Standaard is de Keuze ingericht als Percentage van korting. In dit geval wordt de aanvulling berekend door het ingerichte percentage (bijvoorbeeld 0,1= 10%) te vermenigvuldigen met het berekende 100% gekorte bedrag. Stel een werknemer verdient € 3.000,- en is de hele periode met aanvullend geboorteverlof, dan is de korting € 3.000,- en de aanvulling is dan 10% hiervan zijnde € 300,-.
Als de inrichting aangepast wordt naar UWV betaling meenemen dan wordt de aanvulling zodanig berekend dat de inhouding bij de werknemer 30% (zijnde 100% - wettelijk 70% percentage) - ingerichte aanvullingspercentage is. Stel in bovengenoemd voorbeeld dat het salarisdeel van het voorschot dan wel van de daadwerkelijke uitkering € 2.000,- is, dan berekenen wij een aanvulling van € 400,- waardoor de werknemer feitelijk 20% gekort is. De gehanteerde formule is:
Aanvulling = -1 * Kortingsbedrag * (0,7 + Aanvullingsfactor) - UWV betaling
In genoemde voorbeeld: Aanvulling = -1 * -3000 * (0,7 + 0,1) - 2000 = 400
De berekende aanvulling zal nooit negatief worden. Als het voorschot dan wel de daadwerkelijke UWV betaling dusdanig hoog is, dat er een negatieve aanvulling zou uitkomen, dan wordt de aanvulling op 0 gezet.
Deze berekeningswijze betekent ook dat als het aanvullingspercentage op 0 staat er wel degelijk een aanvulling berekend zal worden omdat veelal het voorschot dan wel de uitkering feitelijk minder is dan 70% van het gekorte bedrag. Dat wordt veroorzaakt doordat het dagloon waarop de uitkering is gebaseerd enerzijds gemaximeerd wordt op het maximum premieloon en anderzijds gebaseerd is op het inkomen gedurende de referteperiode van een jaar (waarin recente salarisverhogingen dus maar deels zijn meegenomen).
Als je gebruikmaakt van deze wijze van berekenen van de aanvulling dan moet het voorschot en de UWV betaling wel gesplitst worden in een salaris-, vakantiegeld- en extra uitkeringsdeel. Zie hiervoor bovenstaande inrichting Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen.
Het uitgesplitste vakantiegeld- en extra uitkeringen deel wordt niet daadwerkelijk uitbetaald maar als registratieve werkgeversbetaling vastgelegd. Door het salarisdeel van het voorschot dan wel UWV betaling als grondslag voor vakantiegeld en/of extra uitkering op te nemen (zie hieronder) wordt ervoor gezorgd dat het daadwerkelijk uitbetaalde vakantiegeld dan wel extra uitkering herkenbaar is (dus bijvoorbeeld dat het opgebouwde en uitbetaalde vakantiegeld in bovenstaande voorbeeld 8% van € 2.400,- is).
Het afgesplitste vakantiegeld- en extra uitkeringsdeel wordt gereserveerd en als registratieve werkgeversbetaling verwerkt conform de inrichting van de uitbetaling van het vakantiegeld en extra uitkering. Hiermee ontstaat de registratieve werkgeversbetaling dus op hetzelfde moment als het reguliere vakantiegeld dan wel extra uitkering uitbetaald wordt. Als er meerdere extra uitkeringen van toepassing zijn die de parameter Arbeidsvoorwaardenbedrag in loonaangifte op Ja hebben staan dan wordt de eerste extra uitkering die dit heeft gebruikt om de reservering dan wel betalingsperiode te bepalen.
Een werkgeversbetaling is registratief als de component niet belast is (wat in de standaard inrichting ook niet het geval is). Het betreft hier onderstaande componenten:
Met een registratieve werkgeversbetaling wordt gezorgd dat over de hoogte van dit bedrag een hoge Aof en lage Awf premie wordt berekend en ook als uitkeringsdeel in de loonaangifte wordt opgenomen.
Als de aanvulling rekening moet houden met het voorschot of UWV betaling dan moeten onderstaande componenten aangepast worden zodat ze grondslag zijn voor vakantiegeld en/of extra uitkering (voor zover van toepassing).
Dit kan door bij Algemene informatie het volgende in te richten (voor zover van toepassing: |
Journalisering van kortingscomponenten, voorschot, UWV betaling en aanvulling |
Bij onderstaande componenten moet de journalisering ingericht worden:
Als de werkgeversbetalingen gesplitst worden naar een vakantiegeld- en extra uitkeringen deel (zie hierboven bij Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen) dan dienen ook onderstaande componenten gejournaliseerd te worden:
Als naast splitsing ook de aanvulling gebaseerd is op een percentage van de korting dan dienen ook onderstaande componenten gejournaliseerd te worden:
|
(On)betaald verlof periode normuren methode |
Deze inrichting is van toepassing voor variabele (on)betaald verlof componenten waarbij het Aantal type staat op Periode aantal.
De inrichting in tabel 50320 Uurlonen dient aangepast te worden als het uurloon gebaseerd moet worden op het maximaal aantal te werken uren in de periode. Standaard is ingericht bij parameter (On)betaald verlof periode normuren methode dat het uurloon is gebaseerd op het normsalaris gedeeld door de normuren. Dit betekent dat als de werknemer bijvoorbeeld de hele maand januari met verlof is de werknemer een negatief loon zal ontvangen (indien er 100% gekort wordt).
Wil je dat het uurloon gebaseerd wordt op het aantal ma-vr dagen in de periode dan dien je de waarde bij parameter (On)betaald verlof periode normuren methode aan te passen naar de waarde Gemiddeld o.b.v. werkdagen in de periode. In dit geval zal één uur verlof in januari tot een ander bedrag leiden dan in februari.
NB: Dit gegeven is van toepassing op alle onbetaalde verloven.
LET OP: Eén en dezelfde waarde voor parameter (On)betaald verlof periode normuren methode geldt voor zowel betaald ouderschapsverlof en aanvullend geboorteverlof. |
Vastleggen startwaardes t.b.v. dagloon berekening |
Als een bedrijf start met het gebruiken van Payroll voor de verloning dan kan in de eerste verloonde periode geen dagloon bepaald worden omdat er geen resultaten zijn in de referte periode voor de dagloonbepaling. Enerzijds zorgt dat ervoor dat Payroll geen dagloon zal kunnen bepalen en anderzijds kan dan ook niet het aandeel aan vakantiegeld en extra uitkering bepaald worden (benodigd wanneer het voorschot dan wel de uitkering gesplitst moet worden zoals hierboven benoemd bij Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen.
Om wel het dagloon (en het aandeel in vakantiegeld en extra uitkering) te kunnen bepalen kunnen startwaardes ingevuld worden tijdens de migratie naar Payroll. Hiervoor zijn onderstaande variabele componenten beschikbaar die gevuld moeten worden in de eerste verloningsperiode:
In principe kan hier het totaal van het voorgaande jaar ingevuld worden. Het component 886060 Aantal ma-vr dagen t.b.v. UWV dagloon moet het aantal werkdagen bevatten dat overeenkomt met de gegevens die opgenomen zijn in de andere startwaarde componenten (gemaximeerd op 261). Dit speelt met name als de werknemer niet het hele voorgaande jaar in dienst is geweest.
Als er aanvullend geboorteverlof opgenomen wordt in de eerste of tweede periode van het eerste verloningsjaar dan zullen deze startwaardes gebruikt worden voor de dagloon bepaling (en het aandeel in vakantiegeld en extra uitkering). Vanaf de derde periode zal het dagloon bepaald worden o.b.v. de berekende resultaten in Payroll.
Let wel: Als het verlof start in de eerste twee periodes en verder loopt gedurende het jaar zal wel steeds hetzelfde dagloon, zoals bepaald voor de start van het verlof, gebruikt worden.
LET OP: Bovenstaande componenten gelden zowel voor betaald ouderschapsverlof als voor aanvullend geboorteverlof. |
Stappen t.b.v. aanvraag van de werknemer:
Stappen
|
Beschrijving
|
---|---|
Aanvraag werknemer | De werknemer dient een verzoek in voor aanvullend geboorteverlof. De aanvraag vindt plaats zoals het nu ook is: handmatig (buiten het HRM-systeem). |
Goedkeuring werkgever |
Je gaat de aanvraag van de werknemer beoordelen en goedkeuren. Dit gebeurt ook handmatig buiten het HRM-systeem. |
Transactie aanvullend geboorteverlof |
Ten behoeve van de korting op het salaris dient in HRM een transactie opgevoerd te worden op één van onderstaande componenten.
Voor de vaste componenten voer je het aantal uren verlof in via het scherm Persoonsgegevens / Salaris overig / Vaste salariscomponenten met als start- en einddatum de daadwerkelijke start- en einddatum van de periode van het aanvullend geboorteverlof:
Voor de variabele componenten voer je het aantal uren verlof in via het scherm Persoonsgegevens / Salaris overig / Variabele salariscomponenten:
Pensioenopbouw: Bij geen of deels pensioen opbouw dien je componenten met de tekst inclusief pensioen in de naam van de component te gebruiken. En bij volledig pensioen opbouw dien je componenten met de tekst met voortzetting pensioen in de naam van de component te gebruiken.
Vaste componenten: Je maakt gebruik van vaste componenten als je voor een langere duur in HRM het aantal verlofuren per periode of per week wilt opgeven. Als je gebruik maakt van aantal uren per week dan is de berekening vergelijkbaar met een deeltijdfactor wijziging.
Een voorbeeld: Een fulltime werknemer neemt elke week 8 uur verlof. Dit is vergelijkbaar met 20% minder werken (uitgaande van een 40-urige werkweek).
In bovenstaand voorbeeld is de kortingscomponent ingericht met Aantal type = Week aantal
Een vaste kortingscomponent kan ook gebruikt worden met Aantal type = Periode aantal. Dit kan gebruikt worden als je gedurende een langere periode het exacte aantal verlofuren hebt bepaald en van daaruit het gemiddelde per periode hebt bepaald. Bijvoorbeeld de werknemer neemt in totaal gedurende 4 maanden 80 uur verlof op. Je kan dan een transactie met een duur van 4 maanden opgeven met een aantal van 20 uur. Hierbij moet erop gelet worden dat de kortingscomponent NIET Tijdsgevoelig is omdat anders, als de transactie gedurende de periode start of eindigt, het opgegeven aantal geprorateerd zal worden.
Ook kan Aantal type = Factor aantal gebruikt worden. Deze methode kan gebruikt worden als je in plaats van het aangeven van het aantal uren dat gekort moet worden, wilt aangeven met welke factor het salaris verminderd moet worden. De factor die toegepast moet worden moet als Aantal opgegeven worden op de kortingstransactie. De korting op het salaris wordt: Opgegeven factor * deeltijdfactor * voltijdssalaris. Het aantal verlofuren wordt als volgt berekend: Opgegeven factor * deeltijdfactor * periode normuren / (-1 * factor op de component).
De factor op de component is in geval van aanvullend geboorteverlof -1 waardoor de uren dus zijn: Opgegeven factor * deeltijdfactor * periode normuren
Variabele componenten: Je maakt gebruik van variabele componenten als je de daadwerkelijk genoten verlofuren per periode in HRM wil opgeven. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij aanvullend geboorteverlof dat afkomstig is uit planningspakketten zoals bijvoorbeeld uit ONS van NEDAP. |
Transactie dagloon t.b.v. voorschotberekening |
Als een voorschot moet worden berekend, dan kun je het dagloon van de werknemer handmatig in HRM invoeren op component 92320 HM Dagloon. Als dit dagloon aanwezig is, zal dit gebruikt worden voor de vooschotbepaling van het aanvullend geboorteverlof. Deze component hoeft maar op één contract vastgelegd te worden en zal gebruikt worden voor alle contracten.
Als er geen dagloon is opgegeven, dan zal voor het voorschot gebruik gemaakt worden van een door het systeem berekende dagloon. Zie voor meer informatie over de berekening van het dagloon de handleiding Betaald ouderschapsverlof door UWV in Visma.net Payroll.
Als de referteperiode (deels) buiten het Payroll systeem valt (met name bij start Payroll) dan is het zeker verstandig om het dagloon van de werknemer handmatig op te geven omdat het door het systeem berekende dagloon een grotere afwijking kan hebben. |
Transactie t.b.v. afwijkend gedrag voorschot berekenen |
Als in tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen staat ingericht om:
|
Administratieve handeling in HRM t.b.v. verlof |
In HRM dient de volgende administratieve handeling plaats te vinden:
|
Stappen ten behoeve aanvraag & afhandeling uitkering:
Stappen
|
Beschrijving
|
---|---|
Aanvraag UWV uitkering | De wijze van aanvraag van de UWV uitkering blijft plaatsvinden op dezelfde manier |
Transactie UWV uitkering |
Op het moment dat de UWV uitkering binnen is dien je de UWV uitkering als transactie op te geven in HRM op component 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof.
Hierop registreer je het bedrag van de uitkering als gevolg van aanvullend geboorteverlof dat je doorbetaalt aan de werknemer.
De datum ingang en einde van de transactie dient overeen te komen met het aanvullend geboorteverlof waarop de uitkering betrekking heeft. Op het Aantal dient het totaal aantal uren aanvullend geboorteverlof waarop de uitkering betrekking heeft vastgelegd te worden t.b.v. een juiste verdeling van de uitkering over de verschillende periodes. Wordt geen Aantal opgegeven dan zal het bedrag aan uitkering in elke periode gelijk zijn aan het betaalde voorschot m.u.v. de laatste periode waarin ook het verschil tussen het totale voorschot en uitkering wordt geboekt. Wordt er geen Aantal ingevoerd en is er geen sprake van een voorschot, dan zal de uitkering op basis van werkdagen verdeeld worden over de periodes. |
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 100% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 30% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In de cao Primair onderwijs is het doorbetaalde ouderschapsverlof in drie fases te verdelen:
In de cao is overeengekomen dat het betaald ouderschapsverlof UWV wordt aangevuld tot een totaal van 75% van het salaris. Daarom is op component 14990 Aanvulling betaald ouderschapsverlof UWV een factor van 75% - 70% = 5% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 14960 Betaald ouderschapsverlof UWV en 14970 Voorschot betaald ouderschapsverlof UWV ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze ouderschapsverlofuren gebruik je component 14450 Korting betaald ouderschapsverlof UWV (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14780 Korting betaald ouderschapsverlof UWV (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In totaal kent de cao Primair onderwijs een recht op gedeeltelijk doorbetaald ouderschapsverlof van 415 uur op fulltime basis per kind. De uren hiervan die worden opgenomen gedurende het eerste levensjaar van het kind worden aangevuld tot 75% van het salaris, ongeacht of er sprake is van betaald ouderschapsverlof UWV.
Voor deze ouderschapsverlofuren gebruik je component 14020 Korting betaald ouderschapsverlof 25% (met voortzetting pensioen) of 14040 Korting betaald ouderschapsverlof 25% (met voortzetting pensioen).
Als er na de eerste verjaardag van het kind nog een gedeelte van de 415 betaald ouderschapsverlofuren over is, en deze uren worden voor de vierde verjaardag van het kind opgenomen, dan worden deze verlofuren aangevuld tot 55% van het salaris.
Voor deze ouderschapsverlofuren gebruik je component 14350 Korting betaald ouderschapsverlof 45% (met voortzetting pensioen) of 14640 Korting betaald ouderschapsverlof 45% (met voortzetting pensioen).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 100% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 30% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 90% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 20% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14310 Korting aanvullend geboorteverlof (inclsuief pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14730 Korting aanvullend geboorteverlof (inclusief pensioen) (variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 100% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 30% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld, eindejaarsuitkering en vermeerdering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 80% van het salaris (tot max. SV-loon). Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 10% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en jaarlijkse uitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 80% van het salaris (tot max. SV-loon). Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 10% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen)(variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 100% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 30% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Voor deze aanvullend geboorteverlofuren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
In de cao is overeengekomen dat het aanvullend geboorteverlof wordt aangevuld tot een totaal van 100% van het salaris. Daarom is op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof een factor van 30% ingericht. In tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen is ingericht dat de UWV betaling meegenomen moet worden bij het berekenen van de aanvulling. Daarnaast zijn de componenten 33230 Uitkering aanvullend geboorteverlof en 14930 Voorschot aanvullend geboorteverlof ingericht als grondslag voor vakantiegeld.
Voor deze aanvullend geboorteverlof-uren gebruik je component 14320 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (vaste kortingsfactor) of 14740 Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) (variabele uren).
Voor zover bij ons bekend zijn er naast bovenstaande cao's geen andere cao's waarbij een aanvulling plaatsvindt op het aanvullend geboorteverlof dan wel betaald ouderschapsverlof UWV.
Voor de overige cao's kennen de volgende componenten een gelijke inrichting als de onbetaald verlof componenten
Te ondernemen acties
|
Toelichting actie
|
---|---|
Journalisering van kortingscomponenten, voorschot, UWV betaling en aanvulling |
Zie hierboven beschreven stap Journalisering van kortingscomponenten, voorschot, UWV betaling en aanvulling bij Stappen t.b.v. eenmalige inrichting |
Factor op korting aanvullend geboorteverlof componenten |
Zorg ervoor dat met ingang van 01-01-2023 er geen factor ongelijk aan <> -1 ingericht is op onderstaande componenten:
De eventuele aanvullingen op het aanvullend geboorteverlof dienen ingericht te worden op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof. |
Uitkering splitsen in een deel uitkering, een deel vakantiegeld en een deel extra uitkering |
Wil je niet de volledige uitkering in één keer uitbetalen maar de uitkering splitsen in een deel uitkering, een deel vakantiegeld en een deel extra uitkering dan kun je dit instellen in tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen bij parameter Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen. Zie hierboven beschreven stap Splitsen werkgeversbetalingen in vakantiegeld en extra uitkeringen. |
Aanvulling op een uitkering instellen |
Wil je de aanvullingsmethode instellen dan kun je dit doen door in tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen bij parameter Aanvullingsmethode aanvullend geboorteverlof de aanvullingsmethode te selecteren. Tevens dien je de factor waarmee de aanvulling moet worden berekend op component 14940 Aanvulling aanvullend geboorteverlof in te richten (als de aanvulling niet 0% is). |
Geen voorschot uitbetalen |
Wil je geen voorschot uitbetalen gedurende aanvullend geboorteverlof dan kun je dit instellen in tabel 52500 Afhandeling werkgeversbetalingen bij parameter Voorschotberekening in Payroll. |
Met ingang van 01-01-2023 is de functionaliteit met betrekking tot kortdurend zorgverlof uitgebreid. Tot en met 2022 kan je, indien van toepassing, ervoor zorgen dat het bedrag als gevolg van kortdurend zorgverlof gekort wordt op het pensioengevend loon. Hierdoor kun je via parameter Grondslag aanpassing i.v.m. verlof in de 50000 CAO tabel aangeven hoe het pensioengevend salaris gekort moet worden (met een vast kortingspercentage of met het bedrag waarmee het salaris gekort wordt). Door een transactie op component 44200 - Korting kortdurend zorgverlof op te geven wordt dan ook het pensioengevend salaris gekort via component 44300 - Toepassen korting kortdurend zorgverlof.
De volgende twee opties waren mogelijk:
Vanaf 2023 is er naast bovenstaande twee opties ook een nieuwe optie toegevoegd om het pensioen te korten d.m.v. de deeltijdfactor:
Naar aanleiding hiervan hebben wij twee nieuwe componenten 44210 Korting kortdurend zorgverlof (met voortzetting pensioen) en 44220 Korting kortdurend zorgverlof (inclusief pensioen) aangemaakt. Tevens is de werking van de bestaande component 44200 Korting kortdurend zorgverlof aangepast:
Let op:
Met ingang van 01-01-2023 zal component 44200 Kortdurend zorgverlof (inclusief pensioen) altijd ervoor zorgen dat het pensioen gekort wordt (via de deeltijdfactor).
Tot en met 2022 wordt het pensioengevend salaris (regelingloon) verlaagd voor pensioenfonds PFZW bij kortdurend zorgverlof. Vanaf 01-01-2023 dient het regelingloon op grond van kortdurend zorgverlof niet meer tijdelijk verlaagd te worden. Het pensioengevend salaris wordt jaarlijks alleen per 1 januari van het kalenderjaar aangepast. Een tijdelijk lagere salarisbetaling werkt dus niet meer door in het pensioengevend salaris. De korting van de pensioenopbouw zal effect hebben op de verloonde uren voor de regeling als dit zou moeten plaatsvinden volgens de cao.
Door de uitbreiding van de functionaliteit m.b.t. kortdurend zorgverlof in paragraaf Kortdurend zorgverlof is ervoor gezorgd dat er een optie is gekomen om de korting als gevolg van kortdurend zorgverlof effect te laten hebben op de verloonde uren voor de regeling.
Met ingang van 01-01-2023 is er een nieuwe rubriek Indicatie generatieregeling in de UPA aangifte. Deze rubriek duidt aan dat er sprake is van generatieregeling die van invloed is op het regelingloon, de verloonde uren voor regeling, de contract uren per week/parttimepercentage en de pensioenopbouw. Als voor een pensioenfonds de generatieregeling invloed heeft op de pensioenopbouw zal component 95650 - Indicatie generatiepact IKV aangemaakt worden. Dit is het geval wanneer één van onderstaande gegevens verlaagd wordt naar aanleiding van generatiepact (transactie op componenten 14510, 14750, 14520, 14760):
Aan de hand hiervan wordt de indicatie in de UPA-aangifte met de waarde J gerapporteerd.
Met ingang van 01-01-2023 wordt de waarde BOV afgeleid in UPA voor het gegeven code soort verlof als er sprake is van korting pensioenen vanwege betaald ouderschapsverlof. De bestaande verlof soort OSP wordt gebruikt voor onbetaald ouderschapsverlof.
Het rapporteren van de waarde BOV vindt automatisch plaats als één van de componenten gebruikt wordt met in de tekst omschrijving betaald ouderschapsverlof (inclusief pensioen): componenten 14010, 14030, 14340, 14440, 14630, 14770.
Voor het pensioenfonds PME en PMT zal ook voor componenten 14020, 14040, 14350, 14450, 14640, 14780 automatisch de waarde BOV afgeleid worden.
Het productloon (pensioengevend salaris) mag, als gevolg van salarisverhoging, vanaf 01-01-2023 niet meer met terugwerkende kracht worden aangepast. Op grond hiervan is de parameter Grondslag aanpassing in tabel 50000 CAO op Nee gezet per 01-01-2023.
Het product VPL voor de IVP premies is beëindigd op 31-12-2022. Dit houdt in dat vanaf 01-01-2023 geen IVP-premie meer wordt berekend en ook geen DUO-codes 1050 - Werkgeversaandeel overgangspremie en 2700 - Afdracht premie Overgangspremie meer worden aangemaakt.
Voor onderstaande cao's die Visma.net Payroll ondersteunt, is automatisch het product VPL voor de IVP premie beëindigd.
Maak je gebruik van pensioenfonds ABP via een cao of arbeidsvoorwaardenregeling die Visma.net Payroll niet ondersteunt dan moet je zelf het product VPL voor de IVP premie beëindigen door in de pensioentabel bij de parameter Regeling is in gebruik te zetten op Nee.
Om een onjuiste inrichting van werknemergegevens te voorkomen zijn in Payroll diverse validaties / foutmeldingen ingebouwd. Onderstaand een overzicht van nieuwe of gewijzigde validaties die vanaf 01-01-2023 in Payroll uitgevoerd en gedekt worden:
Validatie nummer |
Error code |
Validatie omschrijving |
Actie nemer |
Actie |
---|---|---|---|---|
C6223 wordt 2301 |
E-TAX-34 |
M.i.v. 2023: Als er
dan dient de code ZVW gelijk te zijn aan
T/m 2022 kon de code ZVW ook gelijk zijn aan B (verz. militair). |
Klant | Wijzig de code ZVW naar K, L of N. |
N.v.t. |
E-TAX-42
|
Als werkgever moet u aangeven of u zich als grote of kleine werkgever kwalificeert t.b.v. de bepaling van de premie Aof (laag of hoog).
M.i.v. 2023: Als er geen Grootte classificatie is geselecteerd in tabel 30000 Klant instellingen dan wordt een blokkerende melding gegeven |
Klant | Selecteer de grootte classificatie in tabel 30000 Klant instellingen. |
Met ingang van 01-01-2023 moet het premieloon Whk ook vermeld worden in de loonaangifte. Hiervoor worden onderstaande twee componenten ten behoeve van het premieloon Whk gemeld in de loonaangifte:
Met ingang van 01-01-2023 moeten, naast de bestaande premielonen en premies Awf laag, Awf hoog en Awf herzien ook premieloon en premie voor de Awf uitkering vastgelegd worden. Het deel van de UWV uitkering die aan de werknemers betaald wordt, moet vastgelegd en gerapporteerd worden in de loonaangifte in aparte rubrieken. Op grond hiervan zijn onderstaande componenten aangemaakt ten behoeve van Awf uitkering:
Nr. |
Naam |
Toelichting |
---|---|---|
65630 | Premieloon WW Awf uitkering |
Dit is een nieuw component en bevat het gemaximeerd premieloon bedrag waarover een lage premie Awf wordt berekend omdat er sprake is van een uitkering wordt hierin vastgelegd. Dit bedrag wordt vermeld in de loonaangifte bij het gedeelte van de uitkering. |
166210 | Gemaximeerd premieloon WW Awf uitkering (exclusief AOW gerechtigden) | Dit is een nieuw component en bevat het gemaximeerd premieloon bedrag waarover een lage premie Awf wordt berekend omdat er sprake is van een uitkering en een werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. Deze component wordt gebruikt in de standaard rapportage Verzamelloonstaat (incl. SV en ZVW premies). |
65680 | Afdracht premie WW Awf uitkering |
Dit is een nieuw component en bevat de afdracht die afgedragen moet worden van de lage premie wanneer er sprake is van een uitkering.
|
166460 | Afdracht premie WW Awf uitkering contract |
Dit is een nieuw component en bevat de lage premie op contract niveau als er sprake is van een uitkering en is nodig voor de loonkosten.
|
166500 | Premie WW Awf uitkering | Dit is een nieuw component en bevat de lage premie omdat er sprake is van uitkeringen. Deze component wordt getoond op het standaard overzicht Jaarstaat. |
964230 | Premieloon WW Awf uitkering wgr | Dit is een nieuw component en bevat het totaal premieloon Awf uitkering op loonheffingennummer niveau en wordt vermeld in de loonaangifte bij het collectief niveau. |
964530 | Premie WW Awf uitkering wgr | Dit is een nieuw component en bevat de totaal premie Awf uitkering op loonheffingennummer niveau en wordt vermeld in de loonaangifte bij het collectief niveau. |
Het analyseteam van de Belastingdienst (AGL) heeft geconstateerd dat een aantal werkgevers onjuiste premie Aof afdraagt: laag in plaats van hoog of andersom. Onderzoek heeft uitgewezen dat de foute aangifte veelal het gevolg is van het niet wijzigen door de (salarisadministrateur van de) werkgever van de standaardwaarde die in het gebruikte softwarepakket zit.
In het Payroll systeem stond standaard de lage premie Aof als basisinstelling. Dit heeft ervoor gezorgd dat voor sommige middel/grote werkgevers ten onrechte lage Aof premie hebben afgedragen in plaats van de hoge Aof premie doordat de standaardwaarde niet is aangepast.
Op verzoek van de Belastingdienst hebben wij, vanaf 01-01-2023, de standaard inrichting gewijzigd voor de grootte van de classificatie in tabel 30000 Klant instellingen naar een nieuwe waarde Onbepaald. Hierdoor ben je verplicht om vanaf 2023 de juiste waarde te selecteren voor jouw onderneming. Als vanaf 2023 de waarde niet is aangepast naar Klein of Middel/Groot zal er een blokkerende melding verschijnen.
Per 1 januari 2023 gaat het wettelijk minimumloon omhoog.
De nieuwe bedragen voor het wettelijk minimumloon zijn geactualiseerd.
Per 1 januari 2023 is het gerichte vrijgestelde bedrag voor een onbelaste kilometervergoeding aangepast naar € 0,21.
Per 1 januari 2023 is het gerichte vrijgestelde bedrag voor een onbelaste thuiswerkvergoeding aangepast naar € 2,15.
Het bedrag is ook aangepast in tabel 51100 Reiskosten en thuiswerkvergoeding. Wanneer op cao niveau hiervan wordt afgeweken dan zal dat in release 211 worden aangepast.
Met ingang van 1 januari 2023 is het percentage voor de bijdrage PAWW in tabel 30500 PAWW gewijzigd van 0,2% naar 0,15%.
Voor cao Woondiensten geldt dat de PAWW-bijdrage ook in 2023 gecompenseerd zal worden. In tabel 30500 PAWW is voor deze cao per 1 januari 2023 een compensatie van 0,15% ingericht.
Net als in voorgaande jaren geldt in 2023 een bijtelling van 22% voor benzine- en dieselauto’s en hybride aangedreven modellen. Voor elektrische auto’s ternaamgesteld in 2023 bedraagt de bijtelling 16% tot aan het drempelbedrag van € 30.000,-. Boven die drempelwaarde geldt 22% bijtelling.
In de module Verstrekkingen in HRM is het middels de nieuwe keuze 16/22% €30000 mogelijk gemaakt een in 2023 tenaamgestelde elektrische auto vast te leggen.
Daarnaast is de omschrijving van de reeds bestaande keuze 16/22% aangepast naar 16/22% € 35.000,-. Deze kan gebruikt worden voor elektrische auto’s die in 2022 zijn tenaamgesteld.
Maak je geen gebruik van de module verstrekkingen, dan is het mogelijk middels het vaste component 31500 Fiscale waarde auto de auto van de zaak te registreren.
Geef op het component als Prijs de cataloguswaarde van de auto in en bij Aantal de code 162230. Geef vervolgens bij de startdatum op per wanneer de bijtelling moet worden berekend. Doordat deze code is ingegeven zal er 16% bijtelling worden berekend tot aan het drempelbedrag van € 30.000,-. Daarboven zal 22% bijtelling worden berekend.
Met ingang van 2023 zijn er een aantal nieuwe code reden einde arbeidsverhouding bijgekomen. Het gaat om de volgende codes:
Deze redenen einde arbeidsverhouding zijn in HRM toegevoegd zodat ze vanaf volgend jaar te selecteren zijn wanneer er een einddatum op het contract is ingegeven.
Daarnaast hebben we aan deze codes gekoppeld aan of er recht op een transitievergoeding is wanneer een contract wordt beëindigd. De codes worden als volgt behandeld:
Reden einde loonaangifte
|
Beschrijving
|
Recht op transitievergoeding |
---|---|---|
50 | Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege onbekwaamheid of ongeschiktheid | Ja |
51 | Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege leeftijd/pensionering | Nee |
91 | De arbeidsverhouding loopt door bij een nieuwe werkgever | Nee |
92 | De arbeidsverhouding wordt zonder onderbreking opgevolgd door een nieuwe arbeidsverhouding bij dezelfde werkgever |
Nee *) |
*) Bij reden einde 92 zal er geen uitbetaling van de transitievergoeding plaatsvinden maar worden de aanspraken verplaatst naar het aansluitende nieuwe contract.
Zie voor meer informatie over de afhandeling van de transitievergoeding Release notes Visma.net Payroll v.175.
In de berekening van regelingen o.b.v. de SVW methode zaten wat fouten en onduidelijkheden.
Met name wanneer de premie zelf niet in de grondslag moet zitten zaten er fouten in.
Het verschil tussen VCR en niet VCR (obv parameter 104CumCalc) is ook erg onduidelijk omdat zowel met deze parameter aan als uit er wel degelijk cumulatief gerekend wordt.
Per 2023 is de berekening aangepast zodanig dat parameter 104CumCalc aan/uit geen verschil zal maken voor regelingen met de SVW methode, het zal altijd cumulatief gedaan worden.
Ook de controle op wettelijk maximum, gewoon maximum en franchise zal altijd cumulatief gedaan worden.
Als met TWK bijvoorbeeld een einddatum van het dienstverband wordt ingevoerd en er daardoor vakantiegeld en/of extra uitkering wordt uitbetaald dan werd er geen fiscale ruimte uitgeruild omdat er voordat deze TWK was gedaan nog geen fiscale ruimte uitgeruild was.
Dit is per 2023 aangepast zodat dit voortaan wel gebeurd. Als de uitruil door deze TWK meer verhoogd wordt dan dat de bron (VU, EJU) verhoogd is zal een rapportage component 2xx0380 Bron xx t.b.v. aanvullende reiskostenvergoeding is met TWK verhoogd aangemaakt worden dat zichtbaar is in het rapport Uitruil arbeidsvoorwaarden waarschuwingen.
Bij de extra uitkeringen is het mogelijk om reserveringen van periodes uit een vorig salarispakket vast te leggen indien de reserveringsperiode over het jaar heen loopt. Dit was altijd al mogelijk, maar voor de berekeningsmethode reservering vast bedrag was de werking niet correct. Dit is aangepast. Per 2023 wordt hier nu correct mee omgegaan. In de eerste periode wordt de reservering verhoogd met de periodes die eventueel opgegeven zijn.
B.v. voor CAO Voortgezet onderwijs, de jaarlijkse uitkering OOP. Deze loopt van november t/m oktober. Deze uitkering heeft berekeningsmethode reservering vast bedrag en is in de regelingen vastgelegd als extra uitkering 3.
Om een juiste werking te krijgen dient hiervoor een (deeltijd)factor worden vastgelegd als Aantal in component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3. Daarnaast, om dubbel journaliseren tegen te gaan, dient ook het bedrag vastgelegd te worden in component 48290 - Al eerder gereserveerde extra uitkering 3.
Met de standaard configuratie is in de tabel 50600 - Jaarlijkse uitkering OOP de optie 409-Pro rata maximum gevuld met Afbreken naar rato van tijdvak. In dit geval dient in component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3 het aantal voorgaande periodes te worden vastgelegd. Dit is nodig om in de eerste periode van het nieuwe jaar de maximering juist uit te voeren.
Als je in de tabel 50600 - Jaarlijkse uitkering OOP de optie 409-Pro rata maximum hebt gevuld met Afbreken naar rato van PTF en tijdvak, dan dient in component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3 de opgetelde deeltijdfactor van de voorgaande periodes te worden vastgelegd.
Voorbeeld 1: Een werknemer had in november en december van het voorgaande jaar elke periode een deeltijdfactor van 0,8 en was volledig in dienst. In de tabel 50600 - Jaarlijkse uitkering OOP is de optie 409-Pro rata maximum gevuld met Afbreken naar rato van tijdvak.
Leg dan component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3 - vast met Aantal = 2. Leg component 48290 - Al eerder gereserveerde extra uitkering 3 vast met Totaal = 275/12 * 1,6 = 36,67.
Voorbeeld 2: Een werknemer kwam op 5 december van het voorgaande jaar in dienst. In de tabel 50600 - Jaarlijkse uitkering OOP is de optie 409-Pro rata maximum gevuld met Afbreken naar rato van tijdvak.
Leg dan component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3 - vast met Aantal = 5/31 = 0,16. Leg component 48290 - Al eerder gereserveerde extra uitkering 3 vast met Totaal = 275/12 * 0,16 = 3,67.
Voorbeeld 3: Betreft de binnen de Sector Onderwijs geldende jaarlijkse bindingstoelage, ook dit is een uitkering met berekeningsmethode reservering vast bedrag.
Bij de standaard configuratie is hiervoor in de Extra uitkering tabel geen minimum of maximum vastgelegd. Zonder minimum en/of maximum is het niet nodig om de deeltijdfactor op te geven zoals in component 48120 - HM extra uitkering reservering DTF factor 3. Het volstaat dan om de al eerder gereserveerde extra uitkering vast te leggen op component 48290 - Al eerder gereserveerde extra uitkering 3 met Totaal.
Wanneer er een garantiesalaris van toepassing is en het garantiesalaris apart als toeslag op de salarisstrook wordt gespecificeerd dan was deze toeslag geen onderdeel van het feitelijk salaris t.b.v. de pensioen inkomensfactor. Dit hebben we met ingang van 01-01-2023 aangepast. Dit hebben we gedaan door op component 10100 Toeslag garantiesalaris op het tabblad Geavanceerde informatie het cumulatief 7100 - Feitelijk salaris pensioen inkomensfactor te selecteren.
Doordat dit is doorgevoerd per 01-01-2023 heeft dit niet automatisch terugwerkende kracht berekeningen tot gevolg.
Default staat op Branche onderwijs niveau ingesteld dat het garantiesalaris wordt uitbetaald als onderdeel van component 10010 Periode salaris.
Default staat op Branche onderwijs niveau ingesteld dat het garantiesalaris wordt uitbetaald als onderdeel van component 10010 Periode salaris. Heb je in de 50000 CAO tabel bij parameter Garantiesalaris methode → Als aparte toeslag geselecteerd en je wilt dat deze wijziging met terugwerkende kracht wordt toegepast, zorg er dan voor dat op component 10100 Toeslag garantiesalaris op het tabblad Geavanceerde informatie het cumulatief 7100 - Feitelijk salaris pensioen inkomensfactor is geselecteerd.
Op branche onderwijs niveau werden de variabele componenten t.b.v. van de diverse onbetaald verlof soorten verwerkt middels een Periode factor in plaats van zoals bij Aantal type op het component ingestelde Periode aantal. Als gevolg hiervan worden de opgevoerde variabele periode uren behandeld als een factor.
We hebben de componenten op branche onderwijs niveau per 01-01-2023 aangepast zodat ook daadwerkelijk de opgegeven uren als periode uren zullen worden verwerkt en niet als factor.
Het gaat om de volgende componenten:
Nummer |
Naam |
14610 |
Korting ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14620 |
Korting ouderschapsverlof (met voortzetting pensioen) |
14630 |
Korting betaald ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14640 |
Korting betaald ouderschapsverlof (met voortzetting pensioen) |
14650 |
Korting studieverlof (inclusief pensioen) |
14660 |
Korting studieverlof (met voortzetting pensioen) |
14670 |
Korting sabbatical leave (inclusief pensioen) |
14680 |
Korting sabbatical leave (met voortzetting pensioen) |
14710 |
Korting onbetaald verlof (inclusief pensioen) |
14720 |
Korting onbetaald verlof (met voortzetting pensioen) |
14730 |
Korting aanvullend geboorteverlof (inclusief pensioen) |
14740 |
Korting aanvullend geboorteverlof (met voortzetting pensioen) |
14750 |
Korting salaris n.a.v. generatiepact (inclusief pensioen) |
14760 |
Korting salaris n.a.v. generatiepact (met voortzetting pensioen) |
Voor zover we kunnen zien zijn deze variabel componenten niet of nauwelijks gebruikt. Waar wel gebruikt is er gewerkt met een opgegeven factor.
Wanneer je deze componenten gebruikt om variabel onbetaald verlof uren te registreren dan zal vanaf 01-01-2023 het opgegeven aantal gebruik worden als periode uren in plaats van een periode factor. Wil je toch gebruik blijven maken van een factor dan kun je dit instellen door het Aantal type aan te passen naar Periode factor.
Als in het contract het veld 0 bevatte in plaats van leeg, geen waarde, werd bij de bepaling van het maximaal aantal km's hier niet juist mee omgegaan als er sprake is van een vervanger.
Ten onrechte werd er dan geen maximum toegepast. Dit is opgelost per 2023.
In de release van 8 december 2022 is een aanpassing gedaan voor de berekening van de extra uitkering OOP voor werknemers in de schaal OAIO. Ten onrechte werden deze werknemers echter uitgesloten van de uitkering. Door middel van een expliciete deelname aan de regeling (m.b.v. component 47030) werd alsnog de extra uitkering berekend.
Met deze release zullen deze mederwekers automatisch deelnemen aan de regeling per 2022 wat derhalve TWK correcties tot gevolg kan hebben als er niet d.m.v. de handmatige correctie al afgedwongen was dat de werknemer deel moet nemen.
Als er verwachte extra kosten ivm herziening 30% toets zijn terwijl er geen Awf verzekerd inkomen meer is dan resulteert dat in de volgende foutmelding:
Paycode (98110) has debit accounting result for account (4038) but result is missing mandatory accounting dimension (1). This could be happening because: 1) A dimension is missing on transaction or on position; 2) The paycode is missing an accounting split based on accumulator or existing accounting split doesn't have dimensions in the result; 3) The account has a dimension set as mandatory when it shouldn't have; 4) Some other misconfiguration on paycode, account or dimension.
Dit komt omdat voor de journalisering van component 98110 WW Awf extra kosten (verwachte) herziening 30% toets een splitsing gebaseerd op cumulatief 914050 Journalisering SV inkomen Awf is gebruikt, terwijl die niet altijd gevuld wordt. Dit is nu aangepast naar gebruik van cumulatief 911050 Journalisering SV inkomen.
Daarnaast werden de componenten 98090 Totaal afdracht WW Awf laag ivm uitzondering en 98100 Totaal WW Awf extra kosten (verwachte) herziening 30% toets en 98110 WW Awf extra kosten (verwachte) herziening 30% toets verkeerd bepaald als er sprake is van een werkgeversbetaling die niet verzekerd is voor de Awf premie.
Ook dit is gecorrigeerd per 2022. Aangezien echter in de laatste periode van het jaar de feitelijke herziening wordt gedaan (indien noodzakelijk) zal er geen feitelijk verschil in de journalisering ontstaan door deze correctie.
De bedragen in tabel 51210 Reiskosten NS zijn aangepast per 1 januari 2023.
In tabel 60010 Pensioen percentages, franchises en max. grondslagen is op het niveau Netherlands per 1 januari 2023 het wettelijk maximum pensioengevend loon van € 128.810 ingericht.
Voor de branche Zorg zijn de volgende tabellen per 1 januari 2023 aangepast:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | OP premie waardes |
60110 |
AP premie waardes |
Voor de cao GGZ is hiernaast de tabel 60510 Compensatie pensioenaftopping waardes aangepast per 1 januari 2023.
Voor de cao Huisartsenzorg is hiernaast in de tabel 60210 SSFH bijdrage waardes het maximum aangepast per 1 januari 2023. In 2021 en 2022 waren de percentages voor SSFH tijdelijk verlaagd, per 1 januari 2023 zijn deze weer 0,1% voor de werknemer en 0,7% in totaal geworden.
Voor de cao VVT is hiernaast het maximum in de tabel 60910 Verzekering 3e WW-jaar waardes aangepast per 1 januari 2023.
Voor de branche Metaal & Techniek zijn de volgende tabellen per 1 januari 2023 aangepast:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | Pensioen waardes |
60110 | Pensioen excedent hoog premies |
60110 | Pensioen excedent laag premies |
60310 | Sociaal fonds premies |
60410 | O&O-premie |
60520 | WIA-werknemersverzekering waardes meerdere varianten |
60610 | WIA-Excedentverzekering waardes |
60810 | SWWM waardes |
Per 1 januari 2023 komt de WGA-basisverzekering te vervallen. Daarom is per 1 januari 2023 de inrichting uit tabel 60700 WGA-basisverzekering en uit tabel 60710 WGA-basisverzekering waardes verwijderd.
Voor de excedent pensioenregeling (boven de salarisgrens) geldt voor zowel de hoog- als de laag-variant dat de werknemerpremie op werkgeversniveau wordt bepaald en niet op cao-niveau. Derhalve is voor alle leeftijden in tabel 60110 Pensioen excedent hoog premies en 60110 Pensioen excedent laag premies als werknemerpercentage 0 ingericht. U dient een eigen versie van tabel 60110 aan te maken om hierin het op werkgeverniveau geldende werknemerpercentage in te richten.
Voor de cao Metalektro zijn de volgende tabellen per 1 januari 2023 aangepast:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | PME Basis pensioen waardes |
60210 | PME premie excedent pensioen laag |
60210 | PME premie excedent pensioen hoog |
60320 | WIA-excedentregeling waardes voor meerdere varianten |
60820 | WIA-compensatieverzekering waardes voor meerdere varianten |
60920 | WGA-hiaatverzekering waardes voor meerdere varianten |
De percentages voor Sociaal fonds (tabel 61910) en Stichting A+O (tabel 62010) worden in 2023 ongewijzigd voortgezet.
Per 1 januari 2023 wordt de WIA-bodemverzekering vervangen door de WIA-compensatieverzekering. De naam van deze verzekering is gewijzigd in tabellen 60800 WIA-compensatieverzekering en 60820 WIA-compensatieverzekering waardes voor meerdere varianten.
Met ingang van 1 januari 2023 is in tabellen 60800 WIA-compensatieverzekering en 60900 WGA-hiaatverzekering als grondslag het SV-loon ingericht. Verderop in deze releasenotes vind je hierover meer informatie.
Voor de cao Doe-het-zelfbranche zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60110 | Sociaal fonds waardes |
61910 | Pensioenpremie waardes |
62010 | Aanvullende pensioenregeling waardes |
Voor de cao Drogisterijbranche zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
61910 | Pensioenpremie waardes |
62010 | Aanvullende pensioenregeling waardes |
Voor de cao Elektrotechnische detailhandel zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60110 | OFED-premie |
61910 | Pensioenpremie waardes |
62010 | Aanvullende pensioenregeling waardes |
Voor de cao Retail non-food zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60110 | Sociaal fonds Retail non-food waardes |
61910 | Pensioenpremie waardes |
62010 | Aanvullende pensioenregeling waardes |
Voor de cao Welkoop zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
61910 | Pensioenpremie waardes |
62010 | Aanvullende pensioenregeling waardes |
Voor de cao Beroepsgoederenvervoer zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | Pensioen waardes |
60110 | WIA-premie waardes |
60210 | SOOB-premie waardes |
60310 | RVU/zwaarwerkregeling waardes |
Voor de cao Glastuinbouw zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | Pensioen waardes |
60210 | Sazas - PLUS-verzekeringspremies |
60310 | Fonds Colland Arbeidsmarkt waardes |
60410 | WGA-hiaatverzekering waardes |
60510 | Excedent pensioen DB - waardes |
60610 | Excedent pensioen DC - waardes |
60710 | Aspirant pensioenpremie waardes |
De premiepercentages voor de excedentregelingen worden niet op cao-niveau bepaald, u dient deze zelf te onderhouden in tabel 60510 Excedent pensioen DB - waardes of 60610 Excedent pensioen DC - waardes.
Voor de cao Tuinzaadbedrijven zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | Pensioen waardes |
60110 | Excedent pensioen DB - waardes |
60210 | Excedent pensioen DC - waardes |
60310 | Fonds Colland Arbeidsmarkt waardes |
60410 | WGA-hiaatverzekering waardes |
60510 | Sazas PLUS waardes |
60710 | Aspirant pensioenpremie waardes |
De premiepercentages voor de excedentregelingen worden niet op cao-niveau bepaald, u dient deze zelf te onderhouden in tabel 60110 Excedent pensioen DB - waardes of 60210 Excedent pensioen DC - waardes.
Voor de cao Particuliere beveiliging zijn de volgende tabellen aangepast per 1 januari 2023:
Tabel |
Naam |
---|---|
60010 | Pensioen waardes |
60110 | Premie SFPB waardes |
60210 | Premie FBA PB waardes |
Als bij een pensioenfonds de pensioengrondslag niet per jaar, maar per periode wordt bepaald en in het geval van onbetaald (ouderschaps)verlof het pensioengevend loon verlaagd dient te worden, moeten de componenten voor dit verlof ingericht worden als toevoeging op de pensioengrondslag. Derhalve is per 1 januari 2023 de inrichting van de volgende cao-regelingen aangepast:
Cao |
Regelingen |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Apotheken |
|
||||||||||
Apothekers in dienstverband |
|
||||||||||
Glastuinbouw |
|
||||||||||
Tuinzaadbedrijven |
|
||||||||||
Kartoflex |
|
||||||||||
NS |
|
Voor deze regelingen zijn de volgende componenten ingericht als toevoegen op periode grondslag
Nummer |
Naam |
---|---|
14010 | Korting betaald ouderschapsverlof variant 2 (inclusief pensioen) |
14030 | Korting betaald ouderschapsverlof variant 2 (inclusief pensioen) |
14110 | Korting ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14140 | Korting sabbatical leave (inclusief pensioen) |
14210 | Korting onbetaald verlof (inclusief pensioen) |
14240 | Korting stakingsuren (inclusief pensioen) |
14270 | Korting studieverlof (inclusief pensioen) |
14310 | Korting aanvullend geboorteverlof (inclusief pensioen) |
14340 | Korting betaald ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14510 | Korting salaris n.a.v. generatiepact (inclusief pensioen) |
14610 | Korting ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14630 | Korting betaald ouderschapsverlof (inclusief pensioen) |
14650 | Korting studieverlof (inclusief pensioen) |
14670 | Korting sabbatical leave (inclusief pensioen) |
14710 | Korting onbetaald verlof (inclusief pensioen) |
14730 | Korting aanvullend geboorteverlof (inclusief pensioen) |
14750 | Korting salaris n.a.v. generatiepact (inclusief pensioen) |
44220 | Korting kortdurend zorgverlof (inclusief pensioen) |
Bestuurders Primair onderwijs 2023
Hoewel de cao's voor de bestuurders in het primair onderwijs en bestuurders in het voortgezet onderwijs zijn samengevoegd, zijn enkele premiepercentages sectorafhankelijk. Voor bestuurders in het PO moeten dan ook enkele andere premies toegepast worden dan voor het bestuurders in het VO. In Payroll is het nog niet mogelijk om op basis van de sector voor een premievariant te kiezen.
In eerdere releasenotes hebben we aangegeven dat er vanaf 1 januari 2023 geen onderhoud meer zou plaatsvinden voor de arbeidsvoorwaarden Cao Bestuurders PO. Omdat de premies voor bestuurders in het PO echter ook in 2023 afwijkend zullen zijn van de premies voor bestuurders in het VO en het in Payroll nog niet mogelijk is om geautomatiseerd de juiste premievariant te selecteren, blijven we tot nader bericht ook de arbeidsvoorwaarden Cao Bestuurders PO onderhouden. We verzoeken je om ook na 1 januari 2023 voor de bestuurders in het PO de arbeidsvoorwaarden Cao Bestuurders PO te blijven gebruiken.
Bestuurders in het VO kunnen al wel aan arbeidsvoorwaarden Bestuurders funderend onderwijs gekoppeld worden.
T.b.v. de reiskostenvergoeding is per 01-01-2023 in tabel 50000 CAO GGZ het maximum bedrag bij parameter EV max bedrag aangepast naar € 167,10 en in tabel 51100 Reiskosten en thuiswerkvergoeding is de eigen bijdrage bij parameter EV eigen bijdr. aangepast naar € 14,21.
Voor het schooljaar 2022-2023 zijn 23 extra uren duurzame inzetbaarheid (pb-uren) toegekend. Voor arbeidsovereenkomsten bij vervanging wegens ziekte van een werknemer wordt gedurende de eerste 12 maanden van de arbeidsovereenkomst voor het schooljaar 2022-2023 een vergoeding van 7% toegekend. De factor van component 44410 Vergoeding individueel keuzebudget bij vervangingen is daarom voor de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 juli 2023 gewijzigd naar 0,07. Vanaf 1 augustus 2023 zal deze factor weer 0,05 zijn.
Met ingang van 1 januari 2023 is voor de cao VVT een WGA-hiaatverzekering van toepassing. Deze regeling is ingericht in tabel 60800 WGA-hiaatverzekering.
De premie zal worden ingehouden op component 52320 WGA-hiaatverzekering premie.
De grondslag voor deze regeling bestaat uit de volgende componenten:
Nummer
|
Naam
|
---|---|
10010 | Periode salaris |
10060 | Gewerkte uren (uurloners) |
10100 | Toeslag garantiesalaris |
41600 | Overwerktoeslag uren 25% |
41700 | Overwerktoeslag uren 50% |
41750 | Overwerktoeslag uren 75% |
41800 | Overwerktoeslag uren 100% |
43230 | ORT 22% |
43240 | ORT 38% |
43250 | ORT 44% |
43270 | ORT 49% |
43290 | ORT 60% |
44640 | ORT compensatie bij ziekte |
44660 | ORT compensatie bij verlof |
49390 | Overwerkuren > 100% |
De premie wordt automatisch beëindigd per de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin een werknemer de leeftijd van 2 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Het is mogelijk om werknemers handmatig uit te sluiten van deze regeling door het opvoeren van een transactie op component 542220 Uitsluiten van deelname aan WGA-hiaatverzekering.
Als jouw organisatie nog niet deelneemt aan de WGA-hiaatverzekering uit de cao, omdat het WGA-hiaat nog bij een andere verzekeraar verzekerd is, dan kun je de regeling uitzetten door in tabel 60800 WGA-hiaatverzekering de parameter In Gebruik op Nee te zetten.
Helaas is ten tijde van deze release nog niet bekend op welke wijze vakantiegeld en eindejaarsuitkering meegenomen dienen te worden in de grondslag voor deze regeling. Zodra wij deze informatie hebben, passen wij de configuratie voor deze regeling aan.
In de volgende tabellen zijn de bedragen voor de reiskostenvergoedingen per 1 januari 2023 aangepast:
Nummer
|
Naam
|
---|---|
50200 | Reiskosten Eigen Vervoer |
50280 | Afgelegde afstand van € 0,30 per KM |
51210 | Reiskosten NS |
51220 | Reiskosten bromfiets, scooter en snorfiets bedragen |
51230 | Reiskosten fiets bedragen |
51380 | Afgelegde afstand van € 0,21 per KM |
Het maximum ORT uurloon is in tabel 50300 ORT en meeruren aangepast met terugwerkende kracht per 1 maart 2022 en per 1 maart 2023. De wijziging per 1 maart 2022 kan twk's veroorzaken.
Met ingang van 1 januari 2023 zijn er een aantal nieuwe vergoedingen opgenomen in de cao VVT. Voor deze vergoedingen zijn de volgende componenten ingericht:
Nummer
|
Naam
|
Bedrag
|
---|---|---|
43020 | Bereikbaarheidsdienst ma-vr | € 3,50 |
43200 | Bereikbaarheidsdienst za-zo-feest-nacht | € 7,00 |
43210 | Slaap- of aanwezigheidsdienst ma-vr | € 7,50 |
43220 | Slaap- en aanwezigheidsdienst za-zo-feest-nacht | € 15,00 |
De cao Metalektro kent vier regelingen die gebaseerd zijn op het SV-loon:
Regeling
|
Tabel regeling
|
Tabel waardes
|
---|---|---|
WIA-bodemverzekering | 60800 | 60820 |
WGA-hiaatverzekering | 60900 | 60920 |
Sociaal fonds ROM Metalektro (SSF) | 61900 | 61910 |
Stichting A+O Metalektro | 62000 | 62010 |
Voorheen was het in Payroll uitsluitend mogelijk om SV-regelingen in te richten op regeling 19 en regeling 20. Daarom waren tabel 60800 WIA-bodemverzekering en tabel 60900 WGA-hiaatverzekering ingericht met de grondslagmethode Grondslag * DTF en Periodefranchise * DTF. Om het SV-loon zo goed mogelijk te benaderen, waren de pensioen- en andere premies ingericht als grondslag voor de WIA-werknemersverzekeringen.
Inmiddels kunnen er in Payroll wel meer dan 2 SV-regelingen ingericht worden. Met ingang van 1 januari 2023 is daarom in tabel 60800 WIA-bodemverzekering en tabel 60900 WGA-hiaatverzekering de rekenwijze SVW loon ingericht. De componenten met pensioen- en andere premies zijn niet langer als grondslag ingericht voor deze regelingen.
Als je eigen componenten hebt aangemaakt die intellen op de grondslag voor de WIA-bodemverzekering en/of de WGA-hiaatverzekering, dan verzoeken we je om die toevoeging per 1 januari 2023 te verwijderen.
Copyright 2023 Visma Community. All right reserved.