om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
In dit document treft u nadere informatie aan over het invoeren van het Persoonlijk Arbeidsvoorwaardenbudget (PAB) per 2020-01 voor de sector GEO (zowel voor Proces als voor Services). De beschrijving om te komen tot het invoeren van het PAB beslaat eigenlijk diverse onderdelen van het proces:
Hierna treft u een beschrijving aan van zaken die rechtstreeks verband houden met het invoeren van het PAB voor Payroll Gemal. Achteraan in dit document vindt u een overzicht opgenomen van de per periode uit te voeren acties voor het inrichten. Deze beschrijving gaat uit van de aanname dat de Belastingdienst de regeling goedgekeurd heeft. Aanname is ook dat VT in december 2019 wordt gereserveerd voor uitbetaling in mei 2020.
De werkgeversvereniging WENB heeft aangegeven dat wanneer uw organisatie nog niet klaar is voor invoering van het PAB per 2020, u invoering kunt uitstellen. U dient dan wel uiterlijk september 2020 klaar te zijn om PAB in te voeren uiterlijk januari 2021. Voor de inrichting gaan we er van uit dat wel sprake is van invoering IKB per 2020. Dat wil dus zeggen dat u de C(ao)-aansturing in Gemal Direct Inrichting (GDI) eventueel moet aanpassen naar W(erkgever)-aansturing wanneer u per 2020 nog niet overgaat tot invoering IKB. Denk hierbij aan samenstelling grondslagen van bijvoorbeeld VT en EJU, wijze van opbouw VT etc.
In Payroll Gemal wordt het Persoonlijk Arbeidsvoorwaardenbudget (PAB) op Cao-niveau ondersteund. Aan het PAB wordt invulling gegeven met behulp van de functionaliteit ‘Persoonlijk Budget’ in het salarissysteem. Dit is een generieke functionaliteit ter ondersteuning van individuele keuzebudgetten van diverse cao’s.
Werknemergegevens voor IKB zijn niet in een vast scherm gedefinieerd in HR Core. Dat wil zeggen dat u de keuze heeft om ze toe te voegen aan een scherm inhoudingen/vergoedingen/overig maar ons advies is om hiervoor een nieuw vrij scherm te definiëren en dit scherm ook op te nemen in de procedure voor nieuwe medewerkers.
Voor het inlezen van gegevens in de Flex Benefits moet u overzicht-/lijstnummer 1917 maandelijks afroepen, zie Gemal Direct Inrichting Werkgevergegevens > Overzichten en bestanden > Afroep vast.
De algemene systematiek van een persoonlijk arbeidsvoorwaardenbudget of een individueel keuzebudget is dat het (naar rato) maandsalaris al dan niet aangevuld met andere salariscomponenten, een grondslag vormt die vermenigvuldigd wordt met een percentage. Het resultaat hiervan vormt de maandelijkse opbouw die toegevoegd wordt aan een saldo: het budget van de medewerker.
Voor de CAO GEO bestaat het budget voor de medewerker uit 3 bronnen waarvan er twee pensioengevend zijn en één niet. Hierdoor kunnen we niet alle afzonderlijke percentages bij elkaar optellen en één budget creëren met tegelijk stopzetten van de oude bronnen want dit levert dan een onjuiste vaststelling van jaarinkomen ABP op. Bovendien is het gewenst voor de VT een afzonderlijk budget te maken, zie hierna.
In het geval er sprake is van bronnen die op dezelfde wijze als voorheen berekend moeten blijven zoals bijvoorbeeld vakantietoeslag, dan wordt het berekeningsresultaat van deze bronnen in het budget van de medewerker opgenomen via een 'doorstort'-constructie. Zie ook hierna voor verdere uitleg en aansturing.
Uitgangspunt is dat de grondslag voor alle drie de bronnen (vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, werkgeversbijdrage levensloop) hetzelfde is, dat wil zeggen: het salarisbegrip van artikel 4.1 exclusief de VT.
Hoofdstuk 4 Salaris & functiewaardering |
Artikel 6.1. Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft recht op een vakantie-uitkering voor elke periode waarin hij aanspraak op salaris heeft. 2. De vakantie-uitkering bedraagt per kalendermaand 8% van het voor de werknemer in die maand geldende maandsalaris, zoals vermeld in artikel 4.1 minus het in sub b genoemde. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand 21 jaar of ouder is wordt tenminste een bedrag uitbetaald dat gelijk is aan 8% van: € 2365,- (peildatum 1 januari 2018), € 2412,- (peildatum 1 juli 2018), € 2485,- (peildatum 1 april 2019) welk bedrag bij het verrichten van arbeid in deeltijd naar evenredigheid wordt verminderd. |
Artikel 6.2. Eindejaarsuitkering 1. De werknemer heeft recht op een eindejaarsuitkering. De eindejaarsuitkering wordt berekend naar rato van duur en omvang van het dienstverband. 2. De eindejaarsuitkering bedraagt in 3,25% van de over het betreffende kalenderjaar feitelijk verdiende maandsalarissen zoals bedoeld in artikel 4.1 minus de in artikel 4.1 sub b genoemde vakantie-uitkering. |
Net zoals voor andere grondslagen geldt dat wij een aantal uitvoercodes standaard opnemen maar ons advies is dat u deze grondslagen beoordeelt en uitvoercodes toevoegt of eventueel verwijdert, al naar gelang de specifieke wensen van uw organisatie. We hebben immers geen standaardcodes op CAO-niveau benoemd voor bijvoorbeeld consignatie-/storings-/wachtdiensten, ploegendiensten etc die wel in de grondslagen opgenomen zouden moeten worden.
Let op: Uitvoercodes die voorheen wel door ons in een grondslag waren opgenomen, kunnen nu dus vanuit de CAO-inrichting verwijderd zijn. U moet deze desgewenst zelf weer opvoeren.
Uitgangspunt voor de inrichting is de situatie zoals die vanaf 2020 als standaard zal gelden. Hierbij is sprake van verplichte deelname met een opbouw van 13,19%. Hieraan gaan we op de volgende manier invulling geven.
Het bedrag dat de werknemer voorheen onder de noemer ‘vakantietoeslag’ (VT) ontving, nemen we vanaf 2020 op als onderdeel van het Flexibel ArbeidsvoorwaardenBudget. De manier waarop we dit in Payroll Gemal doen, is echter indirect. We handhaven de berekening van de vakantietoeslag in zijn huidige vorm en aansturing.
We doen dit zodat de VT dan nog steeds qua hoogte, berekening en doorwerking goed aantoonbaar en inzichtelijk is voor de werknemer, de werkgever en de Belastingdienst. Op deze manier kunnen wij ook tegemoetkomen aan de plicht om te voldoen aan het wettelijk minimum en het cao-minimumbedrag. Voor de werknemer zal dit ‘achter de schermen’ plaatsvinden waardoor in zijn beleving er geen VT meer is maar alleen nog PAB en de vakantietoeslag als deel van 8% over de bezoldiging in dit PAB is opgenomen.
Voor de werknemer wordt in Gemal als voorheen maandelijks het recht VT vastgesteld en wordt gecontroleerd of dit voldoet aan het wettelijk of CAO-minimum en indien nodig wordt dit aangevuld tot het minimum. Vervolgens wordt dit recht VT doorgestort naar PAB1. Het recht VT (uitvoercode 01618 plus de eventuele kortingen VT) verdwijnt hiermee tegelijkertijd uit de resultaten: dit recht bestaat immers niet meer omdat het opgenomen is in het saldo (‘recht’) PAB. Via uitvoercode 02200 (PB VT) kunt u zien waar het tussenresultaat, dus de overheveling VT naar budget (de 'oude' uitvoercode 01618), uit bestaat.
Standaard worden de gegevens van de salarisverwerking maandelijks doorgegeven via de LoonAangifte ter informatie van de Belastingdienst en de UWV. In deze loonaangifte wordt ook altijd het recht vakantietoeslag en de uitbetaling van vakantietoeslag doorgegeven. Dat wil zeggen: per periode wordt het recht VT in de loonaangifte verantwoord en de eventueel uitbetaalde VT. Achterliggende gedachte is dat hiermee een piek van VT-uitbetaling ‘uitgesmeerd’ kan worden en kan er een meer evenwichtig uitkeringsdagloon door UWV kan worden vastgesteld.
In de situatie van het IKB wordt in de berekening in Payroll Gemal wel eerst het recht VT bepaald om te zien of het voldoet aan het minimum, maar daarna wordt het recht VT naar het IKB doorgestort en 'verdwijnt' het. Ook de uitbetaalde VT is opgenomen in het IKB en zal ook als ‘onherkenbaar’ deel van budget-uitbetaling plaatsvinden (afhankelijk van de keuzes van de werknemer is er ook geen piek meer als bijvoorbeeld elke maand het IKB wordt uitbetaald). Wat betreft regelgeving dient zich hier een zekere tegenstrijdigheid aan. Voor de loonaangifte (lees Belastingdienst als opsteller van de specificaties Loonaangifte) zou hier geen sprake meer zijn van VT. Het UWV als afnemer van de Loonaangifte, gaat echter wel uit van de aanwezigheid van VT en houdt hier onder andere rekening mee met vaststelling daglonen en verwacht dus wel VT.
Vooralsnog volgen we de Belastingdienst. Dat houdt in dat we de VT doorstorten naar PAB1. U heeft als werkgever de mogelijkheid hierop af te wijken en wel de VT te verantwoorden in de loonaangifte ten behoeve van het UWV. In dat geval moet u de VT doorstorten naar PAB2. U geeft hierbij ook aan met een werkgevercode (03673) dat u de VT verantwoordt in de LA en u geeft met een andere werkgevercode (03674) aan met welke uitvoercode de VT wordt uitbetaald (dat zal dan de uitbetalingscode voor PAB2 zijn, dus bijvoorbeeld uitvoercodes 01178 of 01453). Op die manier wordt zowel het opgebouwde recht VT als de (via PAB2) uitbetaalde VT verantwoord maar is er wel sprake van een afzonderlijk 'PAB-potje'.
De systematiek voor VT laten we in Payroll Gemal dus intact. Dit geldt ook voor de aansturing van de pensioengevendheid van deze bron. Dat wil zeggen: het recht VT (uitvoercode 01618) blijft opgenomen bij de grondslag Uc jaarinkomen ABP (werkgevercode 55056). Wanneer de vakantietoeslag wordt doorgesluisd naar het PAB, verdwijnt het recht VT van uitvoercode 01618 maar pas nadat dit voor pensioengevendheid heeft meegeteld.
De opbouw van de VT gebeurt met ingang van 2020 op kalenderjaarbasis, dus van januari t/m december in plaats van juni t/m mei. Het opgebouwde en gereserveerde bedrag aan vakantietoeslag van juni 2019 t/m december 2019 komt in 2020 ter beschikking van het arbeidsvoorwaardenbudget. Of dit bijvoorbeeld (zoals bij andere CAO's gebeurde) vervolgens uitbetaald moet worden in periode 2020-05 is afhankelijk van uitspraak koepel.
Deze overgangssituatie vereist enige mutaties die deels door ons vanuit cao-onderhoud, en deels door u verricht moeten worden. Het in 2019-06 t/m 2019-12 opgebouwde recht VT wordt zolang 'geparkeerd' in PAB3 en het toekomstig recht VT opgebouwd vanaf 2020 wordt doorgestort naar PAB1.
U brengt de overheveling van reeds opgebouwd VT naar PAB3 tot stand door bij de medewerkers in 2019-12 een collectieve mutatie van invoercode 02342 = 3 (recht VT doorstorten naar budget) vast te leggen (bij medewerkers die in december uit-dienst gaan, zult u dat niet doen omdat daar de VT wordt afgerekend).
Op werkgeverniveau leggen wij voor u vast dat deze doorgestorte VT in PAB3 wordt opgenomen (werkgevercode 03610 = 3). U kunt dit dan terugzien aan het saldo PB3 (uitvoercode 02857) dat we voorzien van de tekst Recht VT 2019. De medewerker ziet op zijn salarisspecificatie dat het recht VT wordt tegengeboekt en dat rechts onder aan de post Recht VT 2019 wordt opgeboekt (inclusief het bedrag van die maand).
Op uw resultatenoverzicht ziet u onder andere een terugboeking van de opslag sociale lasten zoals deze bijvoorbeeld automatisch werd bepaald in uitvoercode 01532. Voor de betreffende mutaties zie ook bij Inrichtingstabel.
Met ingang van 2020-01 passen we aan dat de doorstorting van de VT niet meer naar PAB3 ('geparkeerde' VT) gaat maar naar PAB1.
Voorheen liep de opbouw van het vakantiejaar van juni t/m mei volgend jaar. Omdat de vakantietoeslag nu synchroon loopt met de opbouw van het PAB, passen we in Payroll Gemal ook het vakantiejaar aan: het vakantiejaar loopt met ingang van 2020 van januari t/m december. Op werkgeverniveau leggen wij dit voor uw CAO vast.
Voor de betreffende mutaties zie ook bij Inrichtingstabel.
Het bedrag dat de werknemer voorheen onder de noemer ‘eindejaarsuitkering' (EJU) ontving, nemen we vanaf invoering PAB op als pensioengevend onderdeel van het Persoonlijk ArbeidsvoorwaardenBudget PAB1. De manier waarop we dit in Payroll Gemal doen, is vergelijkbaar met de VT: de berekening van eindejaarsuitkering in zijn huidige vorm en aansturing blijft gehandhaafd.
Het recht Eindejaarsuitkering (uitvoercode 01612 plus de eventuele kortingen EJU) verdwijnt hiermee tegelijkertijd uit de resultaten: dit recht bestaat immers niet meer omdat het opgenomen is in het saldo (‘recht’) PAB. Via uitvoercode 02202 PB EJU-2 kunt u zien waar het tussenresultaat, dus de overheveling VT naar budget (de 'oude' uitvoercode 01612), uit bestaat.
U brengt de overheveling van de eindejaarsuitkering naar PAB1 tot stand door bij de medewerkers in 2020-01 een collectieve mutatie van invoercode 01004 = 0,08 (recht EJU-2 doorstorten naar budget) vast te leggen. Op werkgeverniveau leggen wij voor u vast dat deze doorgestorte eindejaarsuitkering in PAB1 wordt opgenomen.
Voor de betreffende mutaties zie ook bij Inrichtingstabel.
Tot aan invoering van het PAB werd de pensioengevendheid van de eindejaarsuitkering gestuurd doordat we het recht EJU (uitvoercode 01612) hadden opgenomen in de grondslag Uc jaarinkomen ABP (werkgevercode 55056). Met ingang van het PAB blijft deze aansturing in stand.
Het percentage levensloopbijdrage van 1,8% werd tot nu toe berekend over het salarisbegrip inclusief de VT. Om voor alle drie bronnen dezelfde grondslag salaris te krijgen, is de VT nu net zoals bij eindejaarsuitkering uit de grondslag gehaald. Om toch een vergelijkbaar eindresultaat te krijgen, is het percentage levensloopbijdrage met ingang van invoering PAB verhoogd tot 1,94%.
Dit percentage van 1,94% nemen we voor uw CAO op in het werkgevergegeven voor percentage budget. Om ervoor te zorgen dat het percentage wordt toegepast bij de medewerker, legt u daar een verwijzing naar het percentage vast (invoercode 02601 (P02601) met waarde (volgnummer) 1).
Tegelijkertijd zullen we het 'oude' percentage werkgeversbijdrage nulstellen en moet u eventuele aansturingen op werknemerniveau nulstellen.
Voor de betreffende mutaties zie ook bij Inrichtingstabel.
Voor de werkgeversbijdrage levensloop is afgesproken dat deze niet pensioengevend is. De betreffende uitvoercode (uitvoercode 01393) was dus ook niet opgenomen in de grondslag Uc jaarinkomen ABP (werkgevercode 55056). De werkgeversbijdrage levensloop verdwijnt als zodanig en ook het nieuwe percentage budget die daarvoor in de plaats is gekomen, zullen we ook niet in de grondslag ABP opnemen.
Bij bepaalde verlofsoorten kan het salaris van de medewerker gekort worden. Een korting van salaris of salariscomponenten zal dan ook leiden tot een lager PAB. In Payroll Gemal vindt deze korting in de opbouw van PAB plaats doordat we de uitvoercodes van de kortingen opnemen in de diverse grondslagen. In dit geval dus in de grondslagen VT, EJU-2 en PAB1 en dus niet (meer) via de Verlof-/generatieregelingen.
We nemen de salariskortingen op, ook voor wat betreft korting bij langdurig ziek.
Let op: Deze korting werd voorheen niet in op CAO-niveau in mindering gebracht op toelagen.
Uiteraard kunt u zoals voorheen zelf hierop ingrijpen door kortingen toe te voegen of te verwijderen uit grondslagen.
De medewerker kan zijn PAB inzetten voor diverse doelen. Hij maakt zijn keuze in de regel in Flex Benefits en dit leidt tot mutaties die via HR Core worden aangeleverd en verwerkt in Payroll Gemal. Deze verwerking van de betreffende mutaties is verder zoals u gewend bent. Dus stel dat een medewerker verlof wil kopen en u zoekt hiervoor Gemal-informatie, dan vind u de betreffende informatie hiervoor in de Payroll Gemal handleiding bij het onderwerp ‘Verlofuren (ver)kopen’.
Voor het kopen van verlof kunt u gebruik maken van de systematiek zoals in de Payroll Gemal handleiding beschreven bij het onderwerp "Verlofuren (ver)kopen". Wij adviseren u gebruik te maken van verlofuren 3 of 4, afhankelijk van het feit of u al een regeling in gebruik heeft (Flex Benefits kent de mogelijkheden van verlofuren 5 t/m 8 nog niet). U moet zelf alert zijn op de hoeveelheid uren die gekocht worden om te voorkomen dat de medewerker onder de minimumloongrens zakt want dan vindt automatisch aanvulling tot minimumloon plaats.
De basis voor de berekening van uurlonen is salaris gedeeld door aantal normuren. In onze standaard CAO-inrichting wordt uitgegaan van 173 uur per maand bij een 40-urige werkweek. In uw organisatie kan dat echter anders zijn (zie ook de waarde zoals opgenomen in Gemal Direct Inrichting bij Algemene regelingen > Diversen bij werkgevercode 03300 of op uw specificatie productiegegevens).
Voor de inrichting in Payroll Gemal betekent dit dat de componenten die samen het PAB vormen PLUS het PAB zelf de grondslag zijn voor de berekening van de waarde verlofuren.
grondslag maandsalaris |
|
schaalsalaris |
€ 2000,00 |
persoonlijke toelage |
€ 100,00 |
vergoeding wacht-/storingsdiensten |
€ 100,00 |
totaal |
€ 2200,00 |
PAB-componenten |
|
VT 8% * € 2200,00 |
€ 176,00 |
eju 3,25% * € 2200,00 |
€ 71,50 |
PAB1 /levensloop 1,94% * € 2200,00 |
€ 42,68 |
Grondslag verlofuren |
|
maandsalaris |
€ 2200,00 |
VT 8% * € 2200,00 |
€ 176,00 |
eju 3,25% * € 2200,00 |
€ 71,50 |
levensloop/PAB1 1,94% * € 2200,00 |
€ 42,68 |
totaal * |
€ 2490,18 |
*ofwel € 2200,00 + (€ 2200,00 * 13,19%) = € 2490,18 / 173 = € 14,39.
Voor de betreffende mutaties zie ook hierna bij de Inrichtingstabel.
Voor ABP geldt in principe: het bedrag verkregen door de verkoop van uren leidt tot verhoging van het pensioengevend inkomen. Het bedrag voor de aankoop van verlofuren leidt niet tot verlaging van pensioengevend inkomen tenzij de fiscale regels dit wel bepalen (bijvoorbeeld als door de aankoop van verlofuren de werktijd met meer dan 10% wordt verlaagd). Al naar gelang uw omstandigheden moet u de betreffende uitvoercode al dan niet opnemen in de grondslag ABP (werkgevercode 55056).
In principe kan de medewerker tot de maandelijkse sluitingsdatum van de salarisverwerking zijn keuze kenbaar maken via de Flex Benefits. In uw organisatie zult u afspraken hebben gemaakt tot wanneer het 'loket' geopend is omdat dit immers afhankelijk is van het inrichten van uw eigen processen.
Wanneer de medewerker geen keuze maakt, dan blijft het budget dat die periode is opgebouwd gereserveerd voor een latere periode. Wanneer in de laatste salarisproductie van het jaar nog geen keuze is gemaakt, dan vindt automatisch uitbetaling plaats van het openstaande budgetbedrag. Dit hebben we als zodanig ingeregeld.
De medewerker kan er ook voor kiezen om elke maand of in een bepaalde maand (bijvoorbeeld mei of juni) een eerdere uitbetaling te laten doen. Het opgebouwde PAB kan hierbij uitbetaald worden als bedrag, als percentage van de opbouw, als percentage van het saldo.
In sommige CAO's is een negatief budget toegestaan. Voor de CAO GEO is uitgesloten dat de medewerker meer budget inzet dan het saldo toelaat ('negatief budget'). In Flex Benefits is dit ook begrensd. In Payroll Gemal geldt daarnaast bovendien dat dit ook in de inrichting is afgevangen.
Mocht door een afwijkende aansturing het opnamebedrag toch hoger zijn dan het saldo, dan wordt de opname gemaximeerd tot het saldo. De mutatie voor de te hoge opname wordt niet afgekeurd in Payroll Gemal, er wordt wel een melding gepresenteerd op het mutatieverslag: 'Opname voor PB gemaximeerd omdat het saldo niet toereikend is'.
Vergelijkbaar met bijvoorbeeld eindejaarsuitkering, vindt bij beëindiging van het dienstverband automatisch uitbetaling plaats van het saldo PAB. Wij hebben de betreffende aansturing vastgelegd, u kunt hier desgewenst ook op werknemerniveau nog van afwijken.
Voor de betreffende mutaties zie ook bij de Inrichtingstabel.
Net zoals bij vakantietoeslag en eindejaarsuitkering wordt een opslag sociale lasten bijgehouden voor het saldo budget dat op enig moment tot uitbetaling komt. Voor PAB1 is dat uitvoercode 02221 (opslag sociale lasten persoonlijk budget 1), voor PAB2 uitvoercode 02222 (opslag sociale lasten persoonlijk budget 2), voor PAB3 uitvoercode 02223 (opslag sociale lasten persoonlijk budget 3).
De keuzen die de medewerker kan maken, kunnen mogelijk gevolgen hebben op het gebied van sociale verzekeringen of pensioenen. De medewerker wordt hierop gewezen bij het maken van zijn keuzen in de Flex Benefits.
Op dit moment is het nog niet duidelijk wat er met de opgebouwde VT van 2019 moet plaatsvinden. Stel dat dit in 2019-12 tot uitbetaling moet komen, dan ontvangt de medewerker eenmalig in 2019 een hoger jaarsalaris. Dit verhoogde jaarsalaris kan mogelijk van invloed zijn op huurtoeslag of zorgtoeslag van de medewerker.
De Belastingdienst heeft een werkwijze aangereikt voor de fiscale afhandeling. Deze komt erop neer dat als de uitbetaling vanuit een budgetsysteem groter is dan de maandelijkse opbouw, de tabel bijzondere beloning zou moeten worden toegepast en bij uitbetaling gelijk of minder dan de opbouw, de tijdvaktabel.
Deze werkwijze heeft niet de status van wet. Voor Payroll Gemal blijft het vooralsnog dat de aard van de betaling (eenmalig/ variabel of vast) de fiscale afhandeling bepaalt (tenzij de afhandeling afwijkend is aangestuurd met werkgevercode 58002). Overigens worden mutaties vanuit Flex Benefits in de regel altijd als eenmalig/variabel aangeleverd.
In de gebruikershandleiding van Payroll Gemal zijn bij het onderwerp ‘Persoonlijk Budget’ alle relevante uitvoercodes benoemd. Denk aan het opnemen van deze uitvoercodes in uw journaalposten, comprimeertotalen, eigen cumulaties, etc.
Het PAB wordt op verschillende manieren voor de medewerker gepresenteerd op de salarisspecificatie al naar gelang de wijze waarop hij van zijn budget gebruik maakt.
In Flex Benefits zal de medewerker zijn saldo PAB zien. Om in die situatie dit ook inzichtelijk te maken op de salarisspecificatie, zullen we de maandelijkse opbouw op de presenteren in de kolom Berekeningsgegevens. We leggen hiervoor op Cao-niveau de uitvoercodes 01903 en 01904 (opbouw PAB / PAB-VT) vast (werkgevercodes 31253 en 31254).
Het saldo van PAB (uitvoercodes 02845, 02846) wordt automatisch gepresenteerd in de kolom Totalen t/m deze berekening.
In het volgende overzicht ziet u per periode welke mutatie door wie moet worden uitgevoerd.
periode |
gewenste functie |
aansturing Payroll Gemal |
actie door |
meer info |
2019-12 |
Afhankelijk van uitspraak koepel: De VT opgebouwd van 2019-06 t/m 2019-12 moet zolang ‘geparkeerd’ worden om in mei 2020 tot uitbetaling te komen. Hiertoe moet dit bedrag VT naar budget 3 doorgestort worden. |
Afhankelijk van uitspraak koepel: werkgevercode 03610 (recht VT naar budget) = 3 |
Visma | Raet |
3.1.4 |
2019-12 |
Afhankelijk van uitspraak koepel: tekst budget 3 aanpassen. |
Afhankelijk van uitspraak koepel: werkgevercode 5999 02857 tekst 'Saldo PB3' wijzigen in 'Recht. VT 2019' |
Visma | Raet |
3.1.4 |
2019-12 |
op werknemerniveau doorstorten van VT naar budget |
collectieve mutatie van invoercode 02342 = 3 |
werkgever |
3.1.4 |
2019-12 |
opslag sociale lasten van tegengeboekte VT naar budget-3 |
werkgevercode 03633 (opslag VT 2019) = 1 |
Visma | Raet |
5.1 |
|
|
|
|
|
2020-01 |
een naar budget doorgestort bedrag VT, wordt opgenomen in budget 1 |
werkgevercode 03610 = 1 |
Visma | Raet |
3.1.1 |
2020-01 |
afhankelijk van uw keuze VT in LA een naar budget doorgestort bedrag VT, wordt opgenomen in budget 2 |
afhankelijk van uw keuze VT in LA werkgevercode 03610 = 2 werkgevercode 03673 = 1 werkgevercode 03674 = bv 01178 of 01453 |
werkgever |
3.1.2 |
2020-01 |
een naar budget doorgestort bedrag VT of EJU wordt gepresenteerd met uitvoercodes 02200 of 02201 |
gebeurt standaard zonder aansturing |
- |
- |
2020-01 |
vastleggen van uitvoercodes in de grondslag PAB1 (tbv levensloopbijdrage) |
werkgevercode 55175: 01001 01003 01007 01008 01011 01021 01024 01031 01032 01033 01034 01060 01081 01113 01114 01115 01188 01190 01110 korting ziek = 1 01146 korting pas = 1 01301 korting onbet. verlof = 1 01302 korting levensloopverlof = 1 01071 korting ouderschapsverl = 1 01441 korting zorgverlof kort = 1 01442 korting zorgverlof lang = 1 01443 korting calamiteitenverlof = 1 01444 korting verlofreg 9 = 1 01445 korting verlofreg 10 = 1 |
Visma | Raet |
3.3 |
2020-01 |
vastleggen van uitvoercodes in de grondslag PAB1 (tbv levensloopbijdrage) |
uitvoercodes toevoegen / verwijderen al naar gelang inrichting eigen organisatie |
werkgever |
2.2 |
2020-01 |
werkgeversbijdrage levensloop niet langer via levensloop |
werkgevercode 03535 = 0 |
Visma | Raet |
3.3 |
2020-01 |
nulstellen uitvoercodes grondslag werkgeversbijdrage levensloop |
werkgevercode 55128 = nulstellen uitvoercodes |
Visma | Raet |
3.3 |
2020-01 |
eventuele aansturingen werkgeversbijdrage levensloop op werknemerniveau nulstellen |
invoercode 01393 / 01396 / 01399 = 0 |
werkgever |
3.3 |
|
|
|
|
|
2020-01 |
vastleggen van dezelfde uitvoercodes in de grondslag VT als PAB1 |
werkgevercode 56001: zie hiervoor bij 55175 uitvoercodes PAB |
Visma | Raet |
|
2020-01 |
vastleggen van dezelfde uitvoercodes in de grondslag VT als PAB1 |
uitvoercodes toevoegen / verwijderen al naar gelang inrichting eigen organisatie |
werkgever |
2.2 |
|
|
|
|
|
2020-01 |
vastleggen van dezelfde uitvoercodes in de grondslag EJU-2 als PAB1 |
werkgevercode 55136: zie hiervoor bij 55175 uitvoercodes PAB |
Visma | Raet |
|
2020-01 |
vastleggen van dezelfde uitvoercodes in de grondslag EJU-2 als PAB1 |
uitvoercodes toevoegen / verwijderen al naar gelang inrichting eigen organisatie |
werkgever |
2.2 |
2020-01 |
vastleggen van dezelfde uitvoercodes in de grondslag EJU-2 als PAB1 |
werkgevercode 56001: zie hiervoor bij 55175 uitvoercodes PAB |
werkgever |
|
|
|
|
|
|
2020-01 |
korting EJU/VT bij verlofregelingen nu via grondslagen |
nulstellen werkgevercodes 13001 / 13002 / 13003 diverse volgnummers |
Visma | Raet |
3.4 |
2020-01 |
een naar budget doorgestort bedrag EJU-2 (eindejaarsuitkering), wordt opgenomen in budget 1 |
werkgevercode 03662 = 1 |
Visma | Raet |
3.2.1 |
2020-01 |
op werknemerniveau doorstorten van EJU-2 (eindejaarsuitkering) naar PAB1 |
invoercode 01004 = 0,08 |
werkgever |
3.2.1 |
2020-01 |
Eindejaarsuitkering EJU-2 niet aanmerken als extra periode salaris tbv loonaangifte |
werkgevercode 25232 = 1 |
Visma | Raet |
|
2020-01 |
vastleggen percentage PAB1 ('oude' levensloop) |
werkgevercode 03600 met volgnummer 01 en waarde 1,94 |
Visma | Raet |
3.3.1 |
2020-01 |
vastleggen verwijzing naar PAB1 |
invoercode 02600 waarde 1 |
werkgever |
3.3.1 |
2020-01 |
code uurloon verlofuren |
afhankelijk van gebruikte verlofuren: werkgevercode 3065 (verlofuren-3) / 3066 (verlofuren-4), waarde = 7 |
werkgever |
4.2.2 |
2020-01 |
grondslag verlofuren |
werkgevercode 55093 (verlofuren-3) / 55094 (verlofuren-4): de uitvoercodes opgenomen bij PAB1 werkgevercode 55175 PLUS uitvoercode 01618 PLUS uitvoercode 01612 PLUS uitvoercode 1903 (= opgebouwde PAB deze periode) MINUS de uitvoercodes kortingen |
werkgever |
4.2.2 |
2020-01 |
nieuwe regeling VT |
opbouw in kalenderjaar = werkgevercode 03201 = 2 = opbouwmethode (idem) achteraf = werkgevercode 03202 = 0 (idem) uitbetaling december = werkgevercode 03204 = 12 |
Visma | Raet |
3.1.5 |
2020-01 |
aanwezig saldo PAB uitbetalen bij uit-dienst |
werkgevercode 03602 / 03621 / 03622 = 1 |
Visma | Raet |
4.3.4 |
2020-01 |
opslag sociale lasten PAB |
werkgevercode 03631 / 03632 / 03633 = 1 |
Visma | Raet |
5.1 |
2020-01 |
aanpassen diverse teksten van in- en uitvoercodes in PAB
|
werkgevercodes 05888 en 05999, voorbeeld: 01074 Uitbet. PAB 02200 PAB VT 02202 PAB EJU-2
afhankelijk van keuze / koepel 00990 Uitbet. VT 2019 02857 Recht VT 2019 |
Visma | Raet
Visma | Raet werkgever
|
6.1 |
2020-01 |
presentatie opbouw PAB 1/2/3 op salarisspecificatie |
werkgevercodes 31253 volgnummer met uitvoercode 01903 / 2845 |
Visma | Raet |
6.2 |
2020-01 |
vaste afroep 1917 |
overzicht lijstnummer 1917 maandelijks ontvangen |
werkgever |
1.2 |
2020-01 |
PAB uitbetalen eind van het jaar |
werkgevercode 03604 = 1 |
Visma | Raet |
4.3.2 |
|
|
|
|
|
2020-05 |
Afhankelijk van uitspraak koepel: uitbetalen gereserveerde VT van 2019 |
Afhankelijk van uitspraak koepel: werkgevercode 03626 = 05 |
Visma | Raet |
3.1.4 |
Publishing Date : 1/7/2020
Copyright 2019 Visma Community. All right reserved.