om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
In deze vooraankondiging informeren wij u over een aantal geplande aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2019 naar 2020 die invloed hebben op uw eigen processen. De december release van Payroll Business bevat de meeste functionele aanpassingen. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de Kerstrelease. Indien functionele aanpassingen al eerder beschikbaar zijn, zullen we u informeren via de release notes. De definitieve informatie over deze aanpassingen vindt u in de Jaarovergang in december.
De heffingskortingen binnen de loonbelasting en de inkomstenbelasting bestaan uit een belastingdeel en een premiedeel. Vanaf 1-1-2019 hebben alleen inwoners van Nederland nog recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Vanwege belastingverdragen hebben ook inwoners van België, Suriname en Aruba recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Met ingang van 2020 heeft de Belastingdienst hiervoor aparte tabellen beschikbaar. Dat betekent dat u vanaf 2020 de algemene heffingskorting wel via het loon kunt verrekenen.
Bovenstaande betekent dat er met ingang van 1-1-2020 voor het berekenen van de loonheffing twee nieuwe groepen van toepassing zijn:
In het scherm Loonheffingen zijn aan het gegevenselement Woonsituatie loonheffing per 1-1-2020 de volgende nieuwe validatiewaarden toegevoegd:
4. België
5. Suriname/Aruba
Als bij bestaande medewerkers in het scherm Medewerker(s) bij het veld Woonland de waarde België, Suriname of Aruba is vastgelegd, vult Payroll Business voor deze medewerkers automatisch de juiste waarde in bij Woonsituatie loonheffing.
Dit gebeurt ook als u al eerder de Woonsituatie Loonheffing voor medewerkers met woonlanden België, Suriname of Aruba hebt aangepast. Als bij een medewerker voor gegevenselement toch een andere waarde van toepassing is, moet u dit zelf handmatig aanpassen.
Let op 1
Het wijzigingen van het Woonland kan leiden tot het aanpassen van de Woonsituatie loonheffing. Bij iedere wijziging van het Woonland kijkt Payroll Business of dit overeenkomt met de Woonsituatie loonheffing. Als dat niet het geval is, past het systeem de Woonsituatie loonheffing automatisch aan.
Let op 2
Het systeem past de Woonsituatie loonheffing niet aan als u deze ooit ergens in de tijd handmatig hebt aangepast. Voor de zekerheid raden wij u aan om dit veld te controleren na de verwerking van januari en daar aan te passen waar nodig.
Met ingang van 1 januari 2020 wordt de Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) van kracht. Een onderdeel van deze wet is het invoeren van een hogere en een lagere WW-premie gebaseerd op het type contract. Voor het mogen toepassen van de lage WW-premie moet een contract voldoen aan de volgende drie voorwaarden:
Als niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, geldt de hoge WW-premie.
Er zijn drie uitzonderingssituaties waarvoor altijd de lage WW-premie geldt:
Als er lage WW-premie is berekend, kan achteraf toch de premie worden herzien en gewijzigd in de hoge WW-premie. Dit geldt in de volgende situaties:
Voor medewerkers die WW-verzekerd zijn, berekent Payroll Business de WW-premie op basis van de volgende drie gegevenselementen in het scherm Arbeidscontract.
Beide nieuwe gegevenselementen komen met ingang van de november release beschikbaar. Per 30-12-2019 (4-weken verloning) of 1-1-2020 (maandverloning) nemen we deze nieuwe velden op in de aangiftes.
Payroll Business berekent de lage WW-premie als de gegevenselementen de onderstaande waarde hebben:
Gegevenselement | Waarde |
---|---|
Contact onbep./bep. tijd | Onbepaalde tijd |
Schriftelijke arbeidsovk |
Ja |
Oproepovereenkomst |
Nee |
In alle andere gevallen berekent Payroll Business de hoge WW-premie.
De default waarde voor Schriftelijke arbeidsovk is Ja.
Voor bestaande medewerkers wordt de waarde van het gegevenselement Oproepovereenkomst afgeleid van de waarde voor Soort inkomen of Arbeidsvoorwaarde variant van het Salaris. In de tabel hieronder ziet u op basis van welke waarden het afleiden van de waarde van Oproepovereenkomst plaatsvindt:
Soort Inkomen | Salaris - arbeidsvoorwaardenvariant | Oproepovereenkomst |
---|---|---|
11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet 13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen 15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 |
Salaris Vast bruto Salarisschaal Netto salaris Salaris o.b.v. loonkosten (vast) |
Nee |
11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet 13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen 15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 |
Salaris (variabel bruto) Netto uurloon Salaris (dagloon) Salaris o.b.v. loonkosten (variabel) |
Ja |
Niet gelijk aan: 11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet 13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen 15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 |
- | N.v.t. |
Voor de lage en hoge WW-premie zijn aan de Afrekenmatix medewerker / werkgever / per periode de volgende kolommen toegevoegd:
In het scherm Loonaangifte bij de medewerker, komt in de lijst bij Aard arbeidsverhouding een nieuwe validatiewaarde 83 Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) beschikbaar per 1 januari 2020. Als u deze waarde bij een medewerker vastlegt, berekent Payroll Busiiness de lage WW-premie ongeacht de waarde bij de gegevenselementen Contact onbep./bep. tijd, Schriftelijke arbeidsovereenkomst en Oproepovereenkomst.
Voor bestaande medewerkers vindt een conversie naar deze nieuwe waarde plaats, als in het scherm Arbeidscontract bij Minimumloon indicatie de waarde Beroeps Begeleidende Leerweg is vastgelegd.
Uw actie
Op basis van de Geboortedatum in het scherm Medewerker(s) en het payrollelement Verloonde uren bepaalt Payroll Business automatisch of een medewerker voldoet aan deze uitzonderingssituatie. Hierbij wordt gekeken naar de leeftijd aan het begin van de afrekenperiode. Als een medewerker tot deze uitzonderingsgroep behoort, berekent Payroll Business de lage WW premie.
Op basis van de nieuwe Grondslag Looncomponenten AWF laag wordt voor de looncomponenten in deze grondslag de lage WW-premie berekend. Bij een samenloop van salaris en uitkering moet aan de Belastingdienst de totale WW-premie onder de rubriek AWF-premie hoog worden aangeleverd. Daarom ziet u in de Afrekenmatrix werkgever en payrollelementen AWF hoog staan.
Als de uitkering, die valt onder deze uitzondering, verloond wordt zonder een salaris en de gegevenselementen Contract onbep.bep. tijd, Schriftelijke arbeidsovk, en Oproepovereenkomst hebben de waarde Niet van toepassing, dan wordt de lage WW-premie berekend. Er hoeft dan geen grondslag ingericht te worden.
Uw actie
In fase 1 hebben wij voor het ondersteunen van het herzien van de lage WW-premie aan het scherm Loonheffingen het gegevenselement WW herzien toegevoegd. Als hier Ja is ingevuld, wordt de lage WW-premie herzien en wordt de hoge WW-premie berekend en in de Afrekenmatrix werkgever opgenomen in de nieuwe kolom AWF herz. De eerder berekende lage WW-premie wordt op 0 gesteld.
Fase 1 is beschikbaar voor de release van januari 2020.
Zo snel mogelijk na januari 2020 komt Fase 2 voor het herzien van lage WW-premie beschikbaar. Het is de bedoeling dat voor de volgende uitzonderingssituaties het herzien van de lage WW-premie automatisch plaatsvindt en de WW herzien wordt berekend:
Daarnaast komt er een rapport waarmee u kunt nagaan welke medewerkers aan het eind van het kalenderjaar meer dan 30% verloonde uren ten opzichte van de contracturen zullen hebben.
Aan de salarisstrookmodellen zijn de volgende gegevenselementen aan het medewerkerblok toegevoegd:
De bestaande AWF- en sectorpremie vervallen per 1 januari 2020.
Omdat er geen sectorpremies meer berekend worden, vervalt in de volgende schermen het veld Risicogroep:
Omdat u wel de sector aan de Belastingdienst moet aanleveren, is aan de schermen Medewerker en Medewerker (aanvullend) het nieuwe veld Sector toegevoegd.
Voor bestaande medewerkers zal Payroll Business de waarde van het veld Sector afleiden van de huidige waarde in het veld Risicogroep. Daarnaast zullen we er tijdelijk voor zorgen dat risicogroepen die we binnenkrijgen voor nieuwe medewerkers worden omgezet naar de juiste waarde in het veld Sector.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd blijft in 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar. Daarna zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. Het wetsvoorstel Temporisering verhoging AOW-leeftijd is op 2 juli 2019 aangenomen door de Eerste Kamer en gaat in per 1 januari 2020.
Het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld volgens het schema hieronder.
Geboortedatum vanaf |
Geboortedatum t/m |
AOW-gerechtigde leeftijd |
AOW-gerechtigde leeftijd in maanden |
Jaar AOW leeftijd |
01-01-1892 |
31-12-1947 |
65 |
780 |
<=2012 |
01-01-1948 |
30-11-1948 |
65 + 1 maand |
781 |
2013 |
01-12-1948 |
31-10-1949 |
65 + 2 maanden |
782 |
2014 |
01-11-1949 |
30-09-1950 |
65 + 3 maanden |
783 |
2016 |
01-10-1950 |
30-06-1951 |
65 + 6 maanden |
786 |
2017 |
01-07-1951 |
31-03-1952 |
65 + 9 maanden |
789 |
2017 |
01-04-1952 |
31-12-1952 |
66 |
792 |
2018 |
01-01-1953 |
31-08-1953 |
66 + 4 maanden |
796 |
2019 |
01-09-1953 |
31-08-1954 |
66 + 4 maanden |
796 |
2020 |
01-09-1954 |
31-08-1955 |
66 + 4 maanden |
796 |
2021 |
01-09-1955 |
31-05-1956 |
66 + 7 maanden |
799 |
2022 |
01-06-1956 |
28-02-1957 |
66 + 10 maanden |
802 |
2023 |
01-03-1957 |
31-12-1957 |
67 |
804 |
2024 |
01-01-1958 | 67+ | 804+ | 2025 en verder |
Payroll Business berekent per medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Deze wordt getoond in het payrollelement AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Ook berekenen wij met welke datum de medewerker AOW-gerechtigd is. Deze datum ziet u terug in het veld Ingangsdatum AOW van het scherm Medewerker(s).
Als de leeftijd in maanden van de medewerker aan het einde van de afrekenperiode groter is dan of gelijk aan de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden van de medewerker, doet Payroll Business het volgende:
Voor het verlonen van terugwerkende kracht mutaties over de jaargrens heen heeft u twee opties:
Bij de nabetalingsmodus vindt het volgende echter nog niet plaats. Als aan deze betalingen over het voorgaande jaar ook uren zijn gekoppeld waardoor de verloonde uren van deze medewerker wijzigen over het voorgaande jaar, worden deze uren niet overgeheveld naar het volgende jaar en meegestuurd in de loonaangifte. Dit gaan we vanaf de januari-aangiftes aanpassen.
We zorgen er dan voor dat wanneer de verloonde uren van een voorgaand jaar wijzigen bij de nabetalingsmodus, we niet alleen de bedragen maar ook de uren die hierbij horen doorsturen naar de Belastingdienst. U hoeft hiervoor geen extra handelingen of acties uit te voeren. Houd er echter rekening mee dat u bij uw controle van de loonaangifte wel andere waardes gaat zien, dan u nu gewend bent.
Gebruikt u de correctiemodus waarbij u alles in het voorgaande jaar houdt, dan worden de uren al op de juiste manier gecorrigeerd in de betreffende loonaangifte.
Meer informatie hierover nemen we op in komende release notes.
Vanaf 2020 verplicht de Belastingdienst om bij elke medewerker die uit dienst gaat een reden van uit dienst vast te leggen en heeft hiervoor een standaard lijst met redenen opgesteld. Deze standaard lijst gaan wij beschikbaar stellen in het huidige veld Reden uit dienst in het scherm Medewerker(s).
Als u nu eigen redenen uit dienst heeft vastgelegd via het scherm Medewerker(s) kunt u kiezen uit twee opties:
Maakt uw bedrijf ook gebruik van de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA), dan moet u op dit moment nog twee redenen uit dienst vastleggen. Vanaf 2020 verandert dit en gaat de UPA dezelfde redenen uit dienst gebruiken als de Belastingdienst. Daarom gaan we het veld UPA Code reden einde inkomstenverhouding van het medewerkerscherm Periodieke interface UPA verwijderen. U hoeft dan vanaf 1-1-2020 alleen nog eenmalig de reden uit dienst vast te leggen in het scherm Medewerker(s).
Wij verwachten de reden uit dienst uit te leveren in de release van december. In de release notes leest u dan meer over dit onderwerp.
Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook voor 2020 hebben een aantal fondsen besloten over te stappen. Dit houdt in dat uw inrichting wellicht moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van uw pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | Raet aan.
De volgende pensioenfondsen gaan met de bijbehorende sectoren over op UPA:
Wij zijn op dit moment druk bezig met de voorbereidingen voor het testen van de nieuwe pensioenfondsen met de bijbehorende regelingen en koppelingen, zodat u vanaf de januari-aangifte de aanlevering via het UPA-bericht kunt doen. Als u in 2020 via deze route de gegevens moet gaan aanleveren, zullen de betreffende pensioenfondsen hierover contact met u opnemen.
In de tweede helft van oktober zullen we u nader informeren en tevens uitleggen welke de aanpassingen u in Payroll Business moet doorvoeren om in januari te kunnen aanleveren via UPA. Hierin zullen we ook de jaarlijkse wijzigingen in meenemen die veranderen voor deze UPA aangiftes met de daarbij behorende acties aan uw kant.
Publishing Date : 9/30/2019
Copyright 2022 Visma Community. All right reserved.