om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
om een gepersonaliseerde navigatie te krijgen.
In deze vooraankondiging informeren wij u over de geplande aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2019 naar 2020. De december release van Payroll Business bevat de meeste functionele aanpassingen. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de Kerstrelease van 13 december 2019. De definitieve informatie over deze aanpassingen vindt u in deze Vooraankondiging. Als er nog aanvullingen komen op de informatie in deze Vooraankondiging, dan vermelden wij deze aanvullende informatie in de release notes van januari 2020.
Om de jaarovergang voor u zo gemakkelijk mogelijk te maken, hebben wij diverse wettelijke wijzigingen voor 2020 al in oktober, november en december in onze applicatie doorgevoerd. Wij adviseren u daarom om ook de release notes van die releases goed door te nemen, mocht u dat nog niet gedaan hebben.
Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2020 van de Belastingdienst die u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl.
Als gevolg van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zult u vanaf 2020 in veel meer gevallen dan voorheen een transitievergoeding moeten toekennen aan een medewerker waarvan het contract eindigt. Het proces van berekenen en uitbetalen van de transitievergoeding in Payroll Business gaan we daarom als volgt verbeteren:
Vanaf release 2020-01 beschikt u over twee nieuwe functionaliteiten:
In de release notes van januari vindt u meer informatie over deze nieuwe functionaliteiten.
In het tweede kwartaal van 2020 wordt vervolgens het uitbetalen van de Transitievergoeding nog gemakkelijker: bij elke medewerker die uit dienst gaat en recht heeft op transitievergoeding wordt dan automatisch een tweede contract met een tweede inkomstenverhouding aangemaakt. Vanaf dat moment is het kopiëren van medewerkers niet meer nodig.
Ook kunt er vanaf dat moment voor kiezen om de berekende transitievergoeding automatisch te laten uitbetalen (bij dezelfde medewerker). Daardoor hoeft u in principe nog maar twee mutaties bij de medewerker vast te leggen: de datum uit dienst en de reden uit dienst.
Het blijft natuurlijk ook mogelijk om een afwijkend bedrag aan transitievergoeding vast te leggen, bijvoorbeeld als u al kosten heeft gemaakt voor bijscholing of outplacement. Ook in dat geval vindt de uitbetaling plaats via een tweede contract bij dezelfde medewerker.
Versneld invoeren tweeschijvenstelsel
Voor medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, geldt met ingang van 2020 al het tweeschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daarboven geldt het percentage van 49,50%.
Voor medewerkers die wel de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en vanaf 1946 zijn geboren, geldt met ingang van 2020 een drieschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 34.712 euro geldt het percentage van 19,45%. Daarboven tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daar weer boven is het percentage 49,50%.
Voor medewerkers die wel de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt en voor 1946 zijn geboren, geldt met ingang van 2020 ook een drieschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 35.375 euro geldt het percentage van 19,45%. Daarboven tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daar weer boven is het percentage 49,50%.
De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2020 omhoog naar € 3.819.
De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 34.954 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2020 verminderd met 6,0% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 98.604 of hoger is.
Met ingang van 1 januari 2020 is de referentietabel Loonheffing arbeidskorting (vanaf 2019) vervangen door de nieuwe referentietabel Loonheffing arbeidskorting (vanaf 2020). Deze nieuwe referentietabel houdt bij het berekenen van de arbeidskorting rekening met de derde opbouwfactor die met ingang van 2020 is toegevoegd.
De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2020 verhoogd naar € 2.711.
De inkomensafhankelijke afbouw van de algemene heffingskorting wordt in 2020 voor inkomens vanaf het begin van de tweede tariefschijf 5,672% en het maximale bedrag van de afbouw bedraagt ook € 2.711.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat.
De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 1.622.
De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 37.372 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.622.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Met ingang van 1 januari 2020 zijn er voor medewerkers die niet in Nederland wonen twee nieuwe referentietabellen toegevoegd.
De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast met de cijfers van 2020.
De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 749.
Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten:
Het bedrag van 749 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd en die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd.
Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet:
Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor is de volgende nieuwe referentietabel ingericht: Loonheffing jonggehandicaptenkorting.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.
De levensloopverlofkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 219.
Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten:
Het bedrag van 219 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd en die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd.
Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de werknemer of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet:
Payroll Business berekent het juiste bedrag aan levensloopverlofkorting. Hiervoor is de volgende nieuwe referentietabel ingericht Loonheffing levensloopverlofkorting.
Payroll Business berekent deze korting automatisch, als de medewerker levensloopverlof opneemt en aan de gestelde voorwaarden voldoet.
De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2020 zijn toegevoegd aan de referentietabel.
De Minimumloon indicatie 1 = Standaard
De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg
Voor de medewerkers van de Beroepsbegeleidende leerweg zijn afwijkende minimumlonen van toepassing.x
Minimumloon indicatie |
Leeftijd |
Maandbedrag |
Weekbedrag |
Dagbedrag |
1 | 015 | 496,10 |
114,50 |
22,90 |
1 | 016 | 570,50 |
131,65 |
26,33 |
1 | 017 | 653,15 |
150,75 |
30,15 |
1 | 018 | 826,80 |
190,80 |
38,16 |
1 | 019 | 992,15 |
228,95 |
45,79 |
1 | 020 | 1322,90 |
305,30 |
61,06 |
1 | 021 | 1653,60 |
381,60 |
76,32 |
2 |
018 |
752,40 |
173,65 |
34,73 |
2 |
019 |
868,15 |
200,35 |
40,07 |
2 |
020 |
1016,95 |
234,70 |
46,94 |
Woonlandfactoren
Voor landen waarmee Nederland een zorgafspraak heeft gemaakt zijn de vanaf 1 januari 2019 geldende Woonlandfactoren toegevoegd aan de referentietabel.
Voor de gewijzigde bedragen hiervan, zie de publicatie in Staatscourant 2019, nummer 62011.
Maximum premieloon
Het maximum premieloon is per 1 januari 2020 verhoogd naar € 57.232 (was € 55.927 in 2019).
Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag
Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2020 vastgesteld op 2,94.
Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog
Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2020 vastgesteld op 7,94.
Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds en opslag tot dekking kinderopvangtoeslag
Het percentage voor de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds is per 1 januari 2020 verhoogd naar 6,77 (was 6,46 in 2019).
Het percentage voor de opslag tot dekking kinderopvangtoeslag is in 2020 gehandhaafd op 0,50.
Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog)
Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2020 verlaagd naar 6,70 (was 6,95 in 2019).
Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag)
Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2019 verlaagd naar 5,45 (was 5,70 in 2019).
Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2020 verhoogd naar 0,40 (was 0,30 in 2019).
Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening.
Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld.
Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook in 2020 gaat een aantal fondsen deze overstap maken. Dit houdt in dat u ook uw inrichting moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van uw pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | Raet aan.
Wij zijn op dit moment druk bezig met verschillende pensioenfondsen om de nieuwe regelingen en koppelingen te testen, zodat u vanaf de januari aangifte via het UPA-bericht kunt doen. Zodra deze pensioenfondsen in 2020 via deze route moeten gaan aanleveren, zullen zij hierover met u contact opnemen.
De volgende pensioenfondsen gaan geheel of gedeeltelijk met een aantal regelingen over op UPA:
Een aantal rubrieken in de loonaangifte wordt samengesteld uit een telling van standaard looncomponenten. Als u voor looncomponenten die wij doorgeven naar de loonaangifte een alternatieve naam vastlegt, bijvoorbeeld de looncomponenten voor reiskosten of vakantiegeld, let er dan op dat u dit doet bij looncomponenten die dezelfde generieke betekenis hebben. Als dit NIET zo is, gaan de looncomponenten standaard niet mee naar de loonaangifte.
Via Rapporten > Controleoverzichten > Overzicht bedrijfsinrichting > Selectie-eigenschappen kunt u controleren welke looncomponenten mee gaan naar de loonaangifte: zoek op Loonaangifte.
Door het invoeren van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in 2020 wordt ook een andere manier van WW-premieheffing geïntroduceerd: WW hoog en WW laag. Hierdoor moet u de journalisering aanpassen om de werkgeverslasten WW correct te journaliseren.
Vanaf 2020 worden drie nieuwe matrixkolommen actief in Payroll Business. Deze matrixkolommen bevatten de berekeningsuitkomsten van de premies WW hoog, WW laag en zo nodig WW herzien. Deze matrixkolommen vervangen de huidige kolommen WW werkgever en Sectorfonds.
Let op: als u de aanpassingen nu al doorvoert (in december) doorvoert, zet dan de peildatum op de eerste dag van verloningsperiode 1. De drie matrixkolommen zijn namelijk dan pas zichtbaar.
Publishing Date : 12/12/2019
* Voortaan gebruiken we het woord Element in plaats van Rubriek. Op deze wijze sluiten we aan bij de begripsbepaling van YouServe HR Core en Payroll Business.
In HR Self Service is het vanaf nu mogelijk om voor specifieke groepen medewerkers en managers workflow tegels uit te sluiten. Dit kan in sommige gevallen handig zijn omdat in HR Self Service alle medewerkers en managers hetzelfde activiteitenprofiel delen, wat resulteert in een consistente zichtbaarheid van de tegels. Er zijn echter gevallen waarin bepaalde groepen werknemers of managers van een bepaald bedrijf specifieke tegels niet mogen zien of gebruiken. Men wil daarom tegels selectief kunnen uitsluiten voor zowel medewerkers als managers op basis van één of meerdere condities. Deze aanpak zorgt voor een efficiënt beheer van de zichtbaarheid van de tegels, zonder telkens handmatige aanpassingen te hoeven verrichten.
Je hebt de volgende mogelijkheden om workflow tegels uit te sluiten:
Een daarvoor geautoriseerde manager of een professional blijft de mogelijkheid hebben om een mutatie te doen voor een medewerker die is uitgesloten voor een workflow tegel. De manager of professional moet dan wel de medewerker kunnen selecteren (geautoriseerd zijn) en moet zijn geautoriseerd om de workflow tegel te zien en te selecteren.
Instructie inrichting uitsluiten workflow
In Self Service kun je de functionaliteit: Uitsluiten workflow dmv conditie tegel vinden onder: Beheer/Autorisatie/Uitsluiten workflow dmv conditie
Als je klikt op de tegel: Uitsluiten workflow dmv conditie kom je in het inrichtings- en overzichtsvenster.
Met de knop Begin keer je weer terug naar het Beheer menu.
De knop: Nieuwe workflow conditie gebruik je om een nieuwe conditie te creëren.
Het zoekgedeelte kun je gebruiken als je een lange lijst hebt met ingerichte condities. Je kunt zoeken op alle aanwezige kolommen velden.
Workflow / Rol / Conditie type / Conditie / Element / Omschrijving / Waarde.
In het onderste gedeelte zie je de ingerichte actieve condities.
Klik op de knop: Nieuwe workflowconditie
Vervolgens selecteer je de betreffende workflow waar je een uitsluiting wilt realiseren. Kies daarna bij Rol voor ESS (Medewerker) of MGR (Manager) om te bepalen voor welke rol de uitsluiting dient te worden ingericht. Hierna kun je in het veld Conditie type voor de ESS (Medewerker) gebruiken om een element te selecteren:
Klik op opslaan
Klik op de knop Opslaan om de geselecteerde waarden te bevestigen en te bewaren.
De geselecteerde waarden worden getoond in het overzichtsvenster. Klik nogmaals op Opslaan om definitief te bevestigen.
Het creëren van een conditie om een workflow uit te sluiten bij een Managersrol werkt op dezelfde wijze als bij een Medewerker.
Copyright 2022 Visma Community. All right reserved.