Algemeen
De werknemer heeft een wettelijk recht op een transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever.
Recht op de transitievergoeding
Het recht op een transitievergoeding staat in artikel 7.673 van het Burgerlijk Wetboek.
De transitievergoeding is enerzijds bedoeld ter compensatie van ontslag en anderzijds om de werknemer in staat te stellen de transitie naar een andere baan te vergemakkelijken. De vergoeding is bedoeld voor scholing of begeleiding naar ander werk, maar de werknemer is niet verplicht de vergoeding hieraan te besteden.
De werknemer heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst:
eindigt na opzegging door de werkgever
eindigt na ontbinding van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever
na een einde van rechtswege (bij een contract voor bepaalde tijd) op initiatief van de werkgever niet is voortgezet (hij biedt geen nieuw gelijkwaardig contract aan), tenzij de arbeidsrelatie niet is voortgezet wegens ernstige verwijtbaarheid van de werknemer (zie zevende lid);
door de werknemer wordt opgezegd, op zijn verzoek door de kantonrechter wordt ontbonden of de werknemer een aangeboden voortzetting afslaat als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever dan wel wegens omstandigheden die geheel of grotendeels aan de werkgever zijn te wijten.
Uitzonderingen
Er bestaat geen recht op een transitievergoeding:
Als de werknemer nog geen 18 jaar is en hij gemiddeld niet meer dan 12 uren in de week werkte.
Bij het bereiken van de AOW- of andere pensioengerechtigde leeftijd van de werknemer.
Ontslag bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
Hoogte van de transitievergoeding
De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de lengte van het dienstverband en de hoogte van het salaris. De transitievergoeding bedraagt ⅓ maandsalaris per gewerkt jaar of deel daarvan. De vergoeding moet tot op de dag nauwkeurig berekend worden, afronden op hele of halve jaren is niet toegestaan.
De vergoeding is volgens de wet sinds 1 januari 2020 gemaximeerd op € 83.000 bruto, of op een jaarsalaris als dat hoger is dan € 83.000. Het maximum voor de transitievergoeding wordt steeds per 1 januari geïndexeerd.
Werkgevers en werknemers mogen ook een hogere vergoeding overeenkomen, deze vastleggen in een beëindigingsovereenkomst, maar ook bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst mag geen lagere vergoeding worden overeengekomen.
Een rekentool om eenvoudig zelf de hoogte van de transitievergoeding te berekenen waarop de werknemer recht heeft, vind je hier.
In mindering brengen van kosten
De werkgever kan onder voorwaarden kosten in mindering brengen, hij moet dit vooraf afstemmen met zijn werknemer en deze moet hiermee akkoord gaan. Het gaat dan om kosten van maatregelen in verband met het eindigen van de arbeidsovereenkomst, gericht op het voorkomen of bekorten van werkloosheid (transitiekosten). Ook kosten gemaakt tijdens het dienstverband t.b.v. de bredere inzetbaarheid van de werknemer kunnen in mindering worden gebracht (inzetbaarheidskosten).
Inzetbaarheidskosten kunnen alleen betrekking hebben op de laatste 5 jaar voor het einde dienstverband, tenzij er een afspraak is over andere periode.
Transitievergoeding na twee jaar ziekte
Werknemers die na twee jaar ziekte in de WIA komen en waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd hebben recht op de transitievergoeding.
Compensatie transitievergoeding
Werkgevers die een transitievergoeding aan hun werknemers hebben betaald die na twee jaar ziekte zijn ontslagen, kunnen compensatie aanvragen voor dit bedrag bij UWV.
De voorwaarden en de aanvraag staan uitvoerig vermeld op de site van UWV
Transitievergoeding en loonbeslag
Werknemers kunnen recht hebben op een transitievergoeding of een ontslagvergoeding.
Als er sprake is van loonbeslag bij deze werknemer is het niet altijd vanzelfsprekend of de netto vergoeding naar de werknemer gaat of naar de schuldeiser.
Loonbeslag
Bij loonbeslag wordt door een schuldeiser beslag gelegd op het salaris of de uitkering van de schuldenaar. Loonbeslag wordt meestal uitgevoerd als de schuldenaar niet langer zijn financiële verplichtingen kan of weigert te voldoen. Het grote voordeel voor de deurwaarder en schuldeisers is dat de schuldenaar niet meer de kans krijgt zijn inkomsten te verbergen of uit te geven. Hiermee is loonbeslag een effectief inningsmiddel.
We kennen twee soorten loonbeslagen:
Bij een executoriaal beslag ligt er al een vonnis van de rechter. Dit vonnis kan dan direct ten uitvoer worden gebracht.
Het conservatoir beslag is een bewarende maatregel, in afwachting van een vonnis van de rechter. Dit houdt in dat de schuldeiser verzekerd is van betaling wanneer hij, na toestemming van de rechter, overgaat tot invordering.
Beslagvrije voet
De deurwaarder kan geen beslag leggen op het volledige inkomen van de werknemer. Hij moet rekening houden met de beslagvrije voet. Dat is het deel van het inkomen dat een werknemer mag houden voor zijn vaste lasten en voor levensonderhoud.
De hoogte van de beslagvrije voet is wettelijk vastgelegd. Wat het bedrag is hangt onder andere af van de gezinssamenstelling van de werknemer. De beslagvrije voet is minimaal 90% van de bijstandsnorm. Dit is inclusief vakantiegeld.
De beslagvrije voet kan worden verhoogd. De beslaglegger moet bijvoorbeeld rekening houden met hoge woonlasten en de premie voor de ziektekostenverzekering. Ook kan de beslaglegger in sommige gevallen beslag leggen op het inkomen van de partner van de werknemer.
Op andere inkomsten, zoals kinderbijslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en tegemoetkoming schoolkosten kan de deurwaarder in principe geen beslag leggen, op een enkele uitzondering na:
De zorgverzekeraar kan, door tussenkomst van het CAK, beslag leggen op de zorgtoeslag als er een premieschuld is op de basisverzekering. Dit geldt dus niet voor schulden op de aanvullende verzekering.
Bij een huurschuld kan de verhuurder beslag leggen op de huurtoeslag.
Een kinderopvangorganisatie kan beslag leggen op de kinderopvangtoeslag bij een schuld aan de kinderopvangorganisatie.
De Belastingdienst mag op alle bovengenoemde toeslagen beslag leggen als er belastingschulden zijn.
Welk inkomen valt onder beslag?
Loonbeslag is een momentopname. Alle loonvorderingen die een werknemer heeft op zijn werkgever op basis van een bestaande rechtsverhouding (arbeidsovereenkomst) op het moment dat beslag wordt gelegd, vallen onder het loonbeslag. Dat betekent dat ook dat toekomstige loonbetalingen op basis van de arbeidsovereenkomst hieronder vallen.
Valt een ontslagvergoeding onder het loonbeslag?
Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Ze is afhankelijk van het feit of de ontslagvergoeding rechtstreeks voortvloeit uit de arbeidsverhouding of dat er sprake is van een nieuwe overeenkomst met een bijbehorende ontslagvergoeding. Als ten behoeve van het ontslag een beëindigingsovereenkomst wordt opgesteld tussen werkgever en werknemer waarin de ontslagvergoeding expliciet is genoemd, is er sprake van een nieuwe overeenkomst en zou dit tot gevolg kunnen hebben dat het bestaande beslag de ontslagvergoeding niet raakt.
Anders is dit als er sprake is van een transitievergoeding. Als een werknemer na twee jaar ziekte in de WIA komt en de werkgever vraagt een ontslagvergunning aan bij UWV, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Omdat deze vergoeding na twee jaar ziekte rechtstreeks voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, valt zij onder het loonbeslag.
De werkgever kan overigens voor de uitgekeerde transitievergoeding compensatie aanvragen bij UWV.
Ook in het geval een transitie- of beëindigingsvergoeding wordt toegekend door de kantonrechter, wordt er geen vaststellingsovereenkomst gesloten en kan worden gesteld dat de vergoeding onder het loonbeslag valt.
In geval van twijfel is het raadzaam een jurist te raadplegen.
Toeslagen
Transitievergoedingen en ontslagvergoedingen kunnen van invloed zijn op eventuele toeslagen waarop de werknemer recht heeft.
Rekening houdende met deze vergoedingen zou de werknemer in dat jaar ten onrechte ook de toeslagen ontvangen die hij later, kan een paar jaar zijn, moet terugbetalen.
Het is raadzaam om de werknemer hierop te attenderen zodat hij op de site van de belastingdienst, de toeslagen van dat jaar tijdelijk kan verminderen of uitzetten.
Publishing Date : 8/18/2020
Volledig artikel weergeven