Mijn Communities
Help

Kennisbank YouServe

Sorteren op:
1. Hoe sluit ik het jaar 2023 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra de eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kun je geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Wel heb je bij het rekenen in 2024 de keuze tussen rekenen in de nabetaalmodus of de correctiemodus (zie vraag 6). Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Let op: een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt als uiterste aangiftedatum 31-01-2024. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2023 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, adviseren wij om uiterlijk 25 januari 2024 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2023 uit te voeren.  2. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra je 2023 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kun je zelf bepalen wanneer je de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat je de jaaropgave opvraagt. Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraag je de jaaropgaven per bedrijf aan. Als je vanaf periode 01 in nabetaalmodus werkt (zie vraag 6), zorg er dan voor dat je de jaaropgaven pas afroept als je er zeker van bent dat je geen aanvullende verwerking over 2023 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Als je in periode 01 in de correctiemodus gaat werken, heb je twee opties: Je wacht met het verzenden van de jaaropgaven totdat periode 01 is afgesloten, schakelt daarna over op nabetaalmodus en roept dan de jaaropgaven af voor alle medewerkers. Maar je kunt er ook voor kiezen om bij het afsluiten van 2023 alle medewerkers een normale jaaropgaaf te sturen en pas in februari of maart vervangende jaaropgaven te sturen naar de medewerkers waarvoor correcties zijn uitgevoerd. Let op dat je bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Instellingen > Salarisspecificaties > Afdrukken en verzenden jaaropgaven leg je vast hoe je de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat je de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als je voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen . Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Arbeidsrelatie > Arbeidsrelatie kun je in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kun je per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid) selecteer je het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteer je ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, zie je die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, zie je de default inrichting die je hebt vastgelegd via Instellingen > Salarisspecificaties  > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als je alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kun je het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2023, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maak je gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerkerniveau. Dit doe je via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid): gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het  Salarisdossier  geplaatst nadat je via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven hebt aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kun je er in het  Salarisdossier  voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In  Salarisdossier  kun je op medewerkerniveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. 3. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Instellingen > Overzicht bedrijfsinrichting >  optie  Referentietabellen kun je de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Visma Youserve ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Visma Youserve verwerkt. Wij informeren je hierover via de Community. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kun je zelf uitvoeren via Instellingen > Berekening > Referentietabellen.  4. Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kun je invoeren in het scherm: Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Deze premies worden door de Belastingdienst verstrekt. 5. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als in het scherm  Loonheffingen (medewerker)  het veld Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat. als in het scherm  Loonheffingen (medewerker)  het veld Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid) vraag je het gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen, om te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. 6. Hoe ga ik om met correcties en nabetalingen over 2023? Veel wijzigingen die je straks in 2024 met terugwerkende kracht (TWK) vastlegt in 2023, kun je op twee manieren verwerken: als correctie of als nabetaling. Correctie Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2023 en aangegeven in het betreffende tijdvak van 2023. Nabetaling Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2024 en aangegeven in het actuele tijdvak van 2024. Specifieke verrekeningen zoals de  Fiscale correctie lease auto  en de toepassing van de 30%-regeling moet je altijd in het voorgaande jaar verwerken. Je kunt er voor kiezen om in 2024 in de nabetaalmodus te gaan draaien of je kunt er voor kiezen om eerst in de correctiemodus te blijven.  Aandachtspunten Nabetaalmodus In de nabetaalmodus kiezen veel gebruikers er voor om zo lang mogelijk aanvullende verwerkingen in het oude jaar te blijven draaien en de eerste verwerking van het nieuwe jaar uit te stellen. Zodoende is er maximaal de tijd om nog wijzigingen over 2023 door te voeren.  Als je dan na de eerste verwerking van periode 2024-01 constateert dat er nog mutaties over 2023 moeten plaatsvinden, kun je dit alleen doen met handmatige correcties: Je moet dan handmatige correcties voor 2023 rechtstreeks in de Loonaangifte vastleggen. Daarnaast moet je handmatig een gecorrigeerde jaaropgave aan de medewerker verstrekken. Correctiemodus Het voordeel van de correctiemodus is dat je, zolang als je wilt in de correctiemodus kunt blijven werken, ook als je al bent begonnen met verwerkingen in het nieuwe jaar: Kies je voor de correctiemodus, dan geldt het volgende: Alle herrekenverschillen over vorig jaar worden verwerkt volgens de rekenregels van vorig jaar. Er wordt automatisch een nieuwe loonaangifte van vorig jaar aangemaakt. Voor de medewerkers die het betreft, kun je automatisch een vervangende jaaropgaaf aanmaken. Diverse overzichten bieden de mogelijkheid om op twee manieren naar de gegevens te kijken: actueel, origineel of fiscaal. Controle en wijziging instellingen Instellingen > Algemeen > Stuurgegevens   In het veld Nabetalingen vanaf periode kun je opgeven vanaf welke periode je wilt beginnen met nabetalen. Vanaf die periode worden alle herrekenverschillen over 2023 belast volgens de rekenregels van 2024 en verwerkt in de loonaangifte van 2024. Zolang de ingestelde periode niet is bereikt, blijf je in de correctiemodus: herrekenverschillen over 2023 worden dan belast volgens de rekenregels van 2023 en verwerkt in de loonaangifte van 2023. Voorbeeld 1 Je brengt geen wijziging aan in de standaard waarde: Nabetalingen vanaf periode =  1 Hierdoor worden vanaf periode 1 alle wijzigingen over 2023 als nabetaling verwerkt. Voorbeeld 2 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode =  4 Hierdoor worden gedurende periode 1 t/m 3  alle wijzigingen over 2023 als correctie verwerkt. Voorbeeld 3 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode =  99 Hierdoor worden gedurende het hele jaar alle wijzigingen over 2023 als correctie verwerkt. Overige aandachtspunten voor het invullen van  Nabetalingen vanaf periode Kies een periode waarin normaal gesproken in de onderneming geen correcties meer van toepassing zijn.  Als er vóór die periode toch al nabetalingen moeten plaatsvinden, leg deze dan vast met een eenmalige component Moeten er ná die periode toch correcties plaatsvinden, dan geldt daarvoor de werkwijze tot nu toe: je legt de correcties vast via de module Loonaangifte. Let op  de peildatum verloon je per maand, gebruik dan 1 januari 2024 verloon je per 4-weken, gebruik dan 03 januari 2024  Wijziging Nabetalingen vanaf periode later in het jaar Zodra je binnen een bepaald afrekenjaar een payrollperiode definitief afsluit in de nabetaalmodus, is het niet meer mogelijk om in datzelfde jaar terug te keren naar de correctiemodus. Je kunt wel altijd als peildatum 1 januari van het volgende jaar kiezen en de instellingen voor het nieuwe jaar wijzigen. Ook kun je het tijdvenster voor correcties verlengen, zolang je nog geen salarisperiode in nabetaalmodus heeft afgesloten. Het is mogelijk om midden in een periode over te stappen van correcties naar nabetalingen. Start daarna een vervolgverwerking: voor zover nodig, voert Payroll Business de berekeningen opnieuw uit, dit keer in nabetaalmodus. Het is mogelijk om halverwege de periode over te stappen van nabetaalmodus naar correctiemodus, zolang er nog geen eerdere periode is afgesloten in de nabetaalmodus. Online help Voor meer uitleg over correcties en nabetalingen, zie de uitleg in de online help, onderwerp  Berekening met terugwerkende kracht over de jaargrens heen  bij de Procedurebeschrijvingen. Hier wordt onder andere uitgelegd hoe je de verschillende rapporten kunt gebruiken voor het controleren van de TWK-mutaties. 7. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren inzenden? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kun je naar verwachting vanaf februari 2024 inzenden naar de Belastingdienst. Heb je de salarisverwerking voor de laatste periode van 2023 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kun je eventuele correctieberichten die voortkomen uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2023 pas vanaf februari 2024 inzenden. Als je verwacht dat je aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2023, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2023 totdat je zeker weet dat je het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2024 gaat openen.  
Volledig artikel weergeven
20-12-2023 10:15 (Bijgewerkt op 15-03-2024)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 467 Weergaven
1. Aanpassingen wet- en regelgeving 1.1 Inleiding In deze Vooraankondiging vind je informatie over de aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2023 naar 2024. De meeste functionele aanpassingen zijn opgenomen in eerdere releases van Payroll Business vanaf de release van oktober. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de januari release. Aandachtspunten In deze Vooraankondiging vind je de definitieve informatie over de aanpassingen voor de jaarovergang. Als er naderhand aanvullingen zijn op de informatie in deze Vooraankondiging, vermelden we deze in de Release notes van januari 2024. Diverse wettelijke wijzigingen voor 2024 hebben we al in oktober, november en december in Payroll Business doorgevoerd, om de jaarovergang zo makkelijk mogelijk te maken. In deze Vooraankondiging vatten we alle zaken nog eens samen, zodat je alles op een plek kunt raadplegen. Nieuwsbrief Belastingdienst Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2024 van de Belastingdienst die je kunt downloaden van www.belastingdienst.nl. 1.2 Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2024 omhoog naar € 5.532. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 39.957 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2024 verminderd met 6,510% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 124.934 of hoger is.  1.3 Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2024 verhoogd naar € 3.362. De algemene heffingskorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Bij een jaarinkomen boven het grensbedrag € 24.812 wordt de algemene heffingskorting afgebouwd met een percentage van 6,63% en is volledig afgebouwd vanaf het inkomen € 75.518.  Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. 1.4 Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari 2024 verhoogd naar € 2.012. De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 44.819 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 2.012. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 1.5 Alleenstaande ouderenkorting Tot 1-1-2024 mocht de alleenstaande ouderenkorting alleen maar door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden toegepast. Met ingang van 1-1-2024 mogen ook andere inhoudingsplichtigen dan de SVB de alleenstaande ouderenkorting toepassen en wordt deze in zowel de groene als in de witte tabellen gepresenteerd. Vanaf 1-1-2024 kan een AOW-gerechtigde die je verloont, verzoeken om ook de alleenstaande ouderenkorting toe te passen.  Medewerker > Arbeidsrelatie > Loonheffingen (medewerker) Binnen Payroll Business is deze nieuwe korting geïmplementeerd en is het mogelijk om deze te laten berekenen. Per 1-1-2024 is hiervoor aan het scherm Loonheffingen (medewerker) het veld Alleenstaande ouderenkorting toegevoegd. Standaard heeft dit veld de waarde Nee. Als je hier Ja invult en de medewerker is AOW gerechtigd, dan zal Payroll Business bij het berekenen van de verschuldigde loonheffing ook de alleenstaande ouderenkorting toepassen.  1.6 Bijzondere beloningen Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast aan de cijfers van 2024. 1.7 Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari 2024 verhoogd naar € 899. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz Het bedrag € 899 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing jonggehandicaptenkorting de bedragen van 2024 opgenomen. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.    2. Minimum uurloon ingaande per 1 januari 2024 2.1 Controle op wettelijk minimumloon In Payroll Business kun je opgeven dat het uitbetaalde loon gecontroleerd moet worden op het wettelijke minimumloon. Dit doet je via het gegevenselement Controleren op wettelijk minimumloon. Hiervoor kun je de volgende waardes vastleggen: Niet controleren De controle vindt niet plaats. Alleen controleren. De controle vindt plaats en als het uitbetaalde loon onder het wettelijk minimumloon ligt, dan krijg je hiervan een signaal in het Signaleringsverslag.  Controleren en aanvullen. De controle vindt plaats en als het uitbetaalde loon onder het wettelijk minimumloon ligt, dan krijg je hiervan een signaal in het Signaleringsverslag en er vindt een aanvulling plaats tot aan het minimumloon. 2.2 Wettelijke wijziging per 1 januari 2024 Op 1 januari 2024 wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna Wml). Vanaf dan is het verplicht om werknemers per uur minimaal het wettelijke minimumuurloon te betalen. Er geldt altijd één vast minimumuurloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder. Voor werknemers onder de 21 jaar gelden vaste minimumjeugdlonen per uur. Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt het geldende minimumuurloon geïndexeerd.  De invoering van het minimumuurloon op 1 januari 2024 betekent dat er geen vaste minimum dag-, week- en maandlonen meer voorgeschreven worden door de wet. Per sector kan de omvang van een voltijds dienstverband verschillen, bijvoorbeeld 36, 38 of 40 uur per week. Onder de oude Wml was in die gevallen eenzelfde minimum maandbedrag van toepassing. Dat leidde er in de praktijk toe dat bij een dienstverband van 40 uur feitelijk een lager uurloon gold dan bij een dienstverband van bijvoorbeeld 36 uur.  Door de invoering van het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024 geldt voor werknemers in alle sectoren één uniform minimumuurloon. 2.3 Berekening en voorbeelden Door deze wettelijke wijziging voert Payroll Business de berekening van het minimumloon bij een medewerker met een vaste arbeidsduur in de week vanaf 1-1-2024 als volgt uit: Bij maandverloning Het minimumloon per maand op fulltime basis wordt berekend volgens de volgende formule. (Aantal arbeidsuren in betreffende kalenderjaar * minimumuurloon) \ 12 Dit wordt vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor die van toepassing is. Bij 4 weken verloning Het minimumloon per 4 weken op fulltime basis wordt berekend volgens de volgende formule. (Aantal arbeidsuren in betreffende kalenderjaar * minimumuurloon) \ 13 Dit wordt vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor die van toepassing is.   In onderstaande voorbeelden geldt een minimumuurloon van 13,17.   Voorbeeld 1 Maandverloning Voor het bedrijf geldt een werkweek van 40 uur Medewerker werkt 40 uur per week. Deeltijdfactor 1 Aantal werkdagen bij maandverloning voor 2024: 262 Fulltime arbeidsuren per werkdag: 40 / 5 = 8 Aantal arbeidsuren in 2024: 262 * 8 = 2096 Minimumloon op fulltime basis is: (2096 * 13,17) / 12 = 2.300,36 Minimumloon op parttime basis is: 2.300,36 * 1 = 2.300,36 Voorbeeld 2 Maandverloning Voor het bedrijf geldt een werkweek van 40 uur Medewerker werkt 20 uur per week. Deeltijdfactor 0,5 Aantal werkdagen bij maandverloning voor 2024: 262 Fulltime arbeidsuren per werkdag: 40 / 5 = 8 Aantal arbeidsuren in 2024: 262 * 8 = 2096 Minimumloon op fulltime basis is: (2096 * 13,17) / 12 = 2.300,36 Minimumloon op parttime basis is: 2.300,36 * 0,5 = 1.150,18 Voorbeeld 3 4-weken verloning Voor het bedrijf geldt een werkweek van 40 uur Medewerker werkt 40 uur per week. Deeltijdfactor 1 Aantal werkdagen bij maandverloning voor 2024: 260 Fulltime arbeidsuren per werkdag: 40 / 5 = 8 Aantal arbeidsuren in 2024: 260 * 8 = 2080 Minimumloon op fulltime basis is: (2080 * 13,17) / 13 = 2.107,20 Minimumloon op parttime basis is: 2.107,20 * 1 = 2.107,20  Berekening minimumloon bij jeugdige met vaste arbeidsduur in de week Als een jeugdige in de afrekenperiode jarig is en een hoger minimumuurloon van toepassing wordt, dan wordt het gemiddelde minimumloon berekend dat in die afrekenperiode van toepassing is.  Voorbeeld 4 Maandverloning Voor het bedrijf geldt een werkweek van 40 uur Medewerker werkt 40 uur per week. Deeltijdfactor 1 Geboortedatum van de medewerker is 16-1-2008 Op 16-1-2024 wordt hij 16 jaar Minimum uurloon voor een 15 jarige is: 3,96 Minimum uurloon voor een 16 jarige is: 4,41 Minimumloon voor de periode dat hij 15 jaar oud is Werkdagen voor 2024: 262 Fulltime arbeidsuren per werkdag: 40 / 5 = 8 Aantal arbeidsuren in 2024: 262 * 8 = 2096 Minimum loon per maand: (2096 * 3,96) / 12 = 691,68 Pro rata op basis van werkdagen voor de periode dat hij 15 jaar is: (11 / 23) * 1 * 691,68) = 330,80 Minimumloon voor de periode dat hij 16 jaar oud is Werkdagen voor 2024: 262 Fulltime arbeidsuren per werkdag: 40 / 5 = 8 Aantal arbeidsuren in 2024: 262 * 8 = 2096 Minimum loon per maand: (2096 * 4,41) / 12 = 770,28 Pro rata op basis van werkdagen voor de periode dat hij 16 jaar is: (12 / 23) * 1 * 770,28) = 401,89 Totaal: 330,80 + 401,89 = 732,69 Nieuwe berekening minimumloon door Payroll Business bij medewerker zonder vaste arbeidsduur in de week Deze medewerkers kunnen op basis van de gewerkte uren verloond worden via de arbeidsvoorwaardevariant Salaris (variabel bruto). Het minimumloon wordt dan berekend door de gewerkte uren te vermenigvuldigen met het minimumuurloon dat van toepassing is.   Voorbeeld 5 Minimumuurloon bedraagt 13,17 Medewerker heeft 100 uur gewerkt Minimumloon bedraagt: 100 uur * 13,17 = 1.317,00 Berekening minimumloon bij jeugdige zonder vaste arbeidsduur in de week Als een jeugdige wordt verloond op basis van de gewerkte uren en in de afrekenperiode jarig is, dan wordt er het gemiddeld minimumuurloon berekend dat in die afrekenperiode van toepassing is. Dat wordt vervolgens vermenigvuldigd met de gewerkte uren van de medewerker.  Voorbeeld 6 Maandverloning Medewerker heeft een oproepcontract Geboortedatum van de medewerker is 16-1-2008 Op 16-1-2024 wordt hij 16 jaar In de afrekenperiode is er 80 uur gewerkt Minimum uurloon voor een 15 jarige is: 3,96 Minimum uurloon voor een 16 jarige is: 4,41 Minimum uurloon voor de periode dat hij 15 jaar is op basis van pro-rata werkdagen (11 / 23) * 3,96 = 1,893913 Minimum uurloon voor de periode dat hij 16 jaar is op basis van pro-rata werkdagen (12 / 23) * 4,41 = 2,300870 Gemiddeld minimumuurloon: 1,893913 + 2,300,870 = 4,194783 Minimumloon voor deze afrekenperiode: 80 (gewerkte uren) * 4,194783 (gemiddeld uurloon) = 335,58264 Afgerond 335,58 Berekening minimumloon bij indexatie wettelijk minimumuurloon Dit speelt bij 4-weken verloning. In periode 7 valt dan namelijk 1 juli, waardoor er twee minimumuurloonbedragen van toepassing zijn voor die afrekenperiode.   Bij een medewerker met een vast overeengekomen arbeidsduur, wordt dan het gemiddelde minimumloon berekend dat in die afrekenperiode van toepassing is. De werkwijze is dan overeenkomstig voorbeeld 4. Bij een medewerker zonder vast overeengekomen arbeidsduur, wordt dan het gemiddelde minimumuurloon berekend dat in die afrekenperiode van toepassing is. De werkwijze is dan overeenkomstig voorbeeld 6.  Arbeidsvoorwaardevariant Salaris daglonen aangepast Via de arbeidsvoorwaardevariant Salaris daglonen kun je een medewerker verlonen op basis van de gewerkte dagen. Aangezien hier geen gewerkte uren worden vastgelegd, is het niet meer mogelijk om het minimumloon te bepalen. Daarom hebben we met ingang van 1-1-2024 het veld Controleren op wettelijk minimumloon van het medewerkerscherm Salaris daglonen verwijderd. Nieuwe berekening minimum vakantietoeslag op basis van nieuw minimumuurloon De minimum vakantietoeslag wordt op fulltime basis berekend volgens de volgende formule: Aantal arbeidsuren in betreffende kalenderjaar * minimumuurloon * percentage vakantietoeslag   en vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor die van toepassing is.  2.4 Percentages en parameters Sociale Verzekeringen Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2024 verhoogd naar € 71.628, was in 2023 €66.956. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag Dit premiepercentage is gelijk gebleven aan de waarde van 2023 en is 2,64%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het lage percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf uitkering / Aof uitkering.  Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog Dit premiepercentage is gelijk gebleven aan de waarde van 2023 en is 7,64%. Premie Arbeidsongeschikheidsfonds laag Dit premiepercentage is per 1 januari 2024 verhoogd naar 6,18%, was in 2023 5,46%. Premie Arbeidsongeschikheidsfonds hoog Dit premiepercentage is per 1 januari 2024 verhoogd naar 7,54%, was in 2023 7,11%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het hoge percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf laag / Aof uitkering.  Premie Wet Kinderopvang (WKO) Dit premiepercentage is per 1 januari 2024 ongewijzigd ten opzichte van 2023 en blijft 0,50% . Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2024 verlaagd naar 5,32%; in 2023 was dit 5,43%. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2024 verlaagd naar 6,57%; in 2023 was dit 6,68%. Vrije vergoeding per kilometer(reiskosten) Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor reiskosten, is per 1 januari 2024 verhoogd naar 0,23 cent per kilometer; in 2023 was dit 0,21 cent per kilometer. Vrije vergoeding thuiswerken Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor thuiswerken is per 1 januari 2024 verhoogd naar € 2,35; in 2023 was dit € 2,15. 2.5 Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2024 verlaagd naar 0,08%; in 2023 was dit 0,15%.   2.6 Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. 3. Wijzigingen 30% regeling 2024 3.1 WNT-norm Vanaf 2024 geldt er een WNT-norm (Wet Normering Topinkomens). Dat betekent dat iedereen maar maximaal 30% mag krijgen over deze norm van € 233.000. Overgangsregeling Er geldt echter een overgangsregeling: medewerkers die in december 2022 de 30% hebben genoten op de loonstrook - LET OP: dit is iets anders dan datum beschikking - mogen de komende 2 jaar nog gebruikmaken van deze overgangsregeling en voor hen hoeft de WNT-norm dus niet te gelden.   Omdat de salarisverwerking in 2024 maximaal terug kan naar januari 2023 en niet meer naar december 2022, is het voor het systeem niet mogelijk dit te baseren op basis van payrollelementen. Daarom hebben we aan de schermen voor de 30% regeling een veld toegevoegd waarmee je dit kunt regelen. Medewerker > Contract > Arbeidsvoorwaardenpakket > 30%-regeling Aan de betreffende schermen hebben we het volgende veld toegevoegd: WNT norm niet toepassen (2024 en 2025) Voor medewerkers waarbij in de salarisverwerking van december 2022 de 30%-regeling van toepassing was op de loonstrook en die gebruik mogen maken van de overgangsregeling, kun je dit veld op Ja zetten. Actie Je hoeft dit veld alleen in te vullen als er sprake is van de overgangsregeling. 3.2 Verhogen Norminkomen De wens was om het norminkomen te kunnen verhogen met meer dan 0,01 cent. Vanaf 1-1-2024 hebben we daarom aan de bedrijfsschermen voor de 30%-regeling een nieuw veld toegevoegd waarmee je kunt instellen met welk bedrag je het norminkomen wilt ophogen. Standaard gaan we dit op Landniveau instellen op € 1.00 en kun je als klant afwijken. Instellingen > Arbeidsvoorwaardegegevens (bedrijf) > 30% regeling Standaard zetten we dit veld op €1,00. Als je het norminkomen met een ander bedrag wilt ophogen, kun je vanaf nu zelf het bedrag aanpassen. Actie Je hoeft dit veld alleen aan te passen als je af wilt wijken van de standaard €1,00 ophogen van de norm. 4. Pensioenwijzigingen 2024 4.1 Uniforme Pensioen Aangifte Pensioenfondsen die overstappen op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) In voorgaande jaren hebben steeds meer pensioenfondsen de overstap gemaakt naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). In 2024 zijn er echter GEEN fondsen die de overstap naar de UPA maken.  Regelingen die voor 2024 worden toegevoegd / verwijderd Voor 2024 worden er vanuit de diverse pensioenregelingen en CAO's een aantal regelingen verwijderd en toegevoegd. Hieronder vermelden we de wijzigingen per fonds via ons CAO-nieuws op de community. 4.2 UPA 2024 - Wijziging in de Verlofsoorten Onbetaald langdurig zorgverlof Als er sprake is van Onbetaald Langdurig zorgverlof moeten vanaf 2024 de uren en de nieuwe code OLZ worden opgenomen in de UPA. Daarom hebben we een nieuwe grondslag aangemaakt UPA - Uren Onbetaald langdurig zorgverlof. In deze grondslag kun je de uren toevoegen vanuit de arbeidsvoorwaarden Loondoorbetaling bij Verlof die je gebruikt voor onbetaald langdurig zorgverlof. De opgegeven uren en de code OLZ worden dan automatisch doorgegeven in de UPA. Hoe Instellingen > Berekening > Grondslag Wij hebben de grondslag UPA - Uren Onbetaald langdurig zorgverlof toegevoegd, zodat je vanaf 01-01-2024 de juiste uren kan koppelen. Actie Je hoeft deze grondslag alleen te vullen als je gebruik maakt van langdurig zorgverlof en de UPA. 4.3 UPA 2024 - Telling Natuurlijke Personen Waarom Vanaf 2024 moeten wij een totaaltelling van het aantal natuurlijke personen doorgeven bij elke regeling. Hoe In de totalen van de UPA hebben wij deze nieuwe regel toegevoegd zodat dit juist wordt doorgegeven richting de UPA. Actie Er is geen actie nodig.  4.4 Wijzigingen APG Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces / Periodieke Interface APG Voor APG zijn er geen wijzigingen voor 2024. 5. Aanpassingen Payroll Business 2024 5.1 Jaarlijks controleren en aanpassen op basis van beschikking Belastingdienst Waarom Ieder jaar ontvang je medio november van de Belastingdienst een beschikking waarin staat of jouw organisatie voor het eerstvolgende jaar (nu dus 2024) wordt beschouwd als kleine werkgever, middelgrote werkgever of grote werkgever. Ook vind je in deze beschikking de nieuwe percentages van de Werkhervattingskas die voor jouw onderneming van toepassing zijn.  Actie Controleer op basis van de beschikking of deze gegevens voor het komende jaar correct zijn vastgelegd.  Ga naar Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Controleer of in het veld Keuze Aof premie laag / hoog berekenen de juiste waarde is ingevuld per 1-1-2024. Leg de nieuwe percentages voor de Werkhervattingskas uitgesplitst vast in de velden ZW flex perc werkgever en WGA perc werkgever; als je de helft van de WGA premie verhaalt op de medewerker, vul dan ook het percentage in bij het veld WGA perc werknemer. 5.2 CAO Codes Vanaf 2024 heeft de Belastingdienst een aantal CAO's afgesloten. Dit betekent dat de onderstaande CAO's niet meer worden verstuurd naar de Belastingdienst. Hiervoor hebben wij de omschrijvingen van de CAO's aangepast met de omschrijving: vervallen per 1-1-2024. Actie Medewerker > Contract > CAO Code en Afwijkende CAO code Je hoeft niets te doen. Uit analyse is gebleken dat geen van deze CAO codes in Payroll Business in gebruik zijn. 5.3 Tijdspaarfonds Waarom De Belastingdienst wilt vanaf 1-1-2024 doorkrijgen of er sprake is van een Tijdspaarfonds bij een inkomstenverhouding. Dit hoef je alleen door te geven als er een afspraak is op CAO-niveau of in de arbeidsvoorwaarden tussen werkgever en werknemer. Voorbeeld is de CAO uw en Infra waarbij dit speelt. Hiervoor hebben we een Ja/ nee veld toegevoegd aan het scherm Loonaangifte (contract).  Hoe Medewerker > Contract > Loonaangifte (contract) Met de ingang van 1-1-2024 hebben we het veld Tijdspaarfonds  toegevoegd aan het scherm Loonaangifte (contract). Hierin kun je zo nodig Ja of Nee invullen.  Actie Er is alleen actie nodig als er vanuit de CAO of de arbeidsovereenkomst sprake is van een Tijdspaarfonds. In dat geval moet dit veld altijd worden doorgegeven naar de Belastingdienst. 5.4 Reden Invloed verzekeringsplicht 1 Waarom De Belastingdienst gaat vanaf 1-1-2024 een aantal zaken strenger controleren. Een van die strengere controles betreft signaal L1906. Om jullie als klant op een juiste en gemakkelijke manier te ondersteunen en deze fouten zo vroeg mogelijk in het proces te voorkomen, hebben we ervoor gekozen om het veld Invloed verzekeringsplicht 1 te verhuizen van het scherm Loonaangifte contract naar het scherm Arbeidscontract. Op deze manier kunnen we de logica van dit signaal gebruiken in het mutatieproces en ervoor zorgen dat het niet meer mogelijk is de foutieve mutatie vast te leggen.  Hoe Medewerker > Contract > Arbeidscontract  Met ingang van 1-1-2024 vind je het veld Invloed verzekeringsplicht 1 in het scherm Arbeidscontract waar we het tussen de velden Aard arbeidsverhouding en Reden einde Arbeidsverhouding hebben geplaatst. Actie Er is geen actie nodig. De klanten waarbij dit signaal speelde, hebben we persoonlijk benaderd en gevraag dit op te lossen om de problemen in januari voor te zijn. 6. Wijzigingen in signaleringen 2024 6.1 Fouten Vanaf 2024 hebben we opnieuw van een aantal signalen de ernst Waarschuwing gewijzigd in Fout en ze daarom verplaatst van Waarschuwing naar Fout. Deze verandering kan voortkomen uit het feit dat de Belastingdienst het signaal zwaarder laat wegen, zoals signaal L1906, maar ook omdat jullie als klant graag willen, dat wij helpen om de signalen te voorkomen.    De onderstaande signalen zijn verplaatst van Waarschuwing naar FOUT waardoor het niet meer mogelijk is ze foutief naar de Belastingdienst te sturen. Dit voorkomt dat je een brief van de Belastingdienst ontvangt.  Code 2023 Code 2024 Signaal Nieuwe Tekst 1906 1906 1906 - Arb verh en/of Srt inkv fout bij Invl verz Er is een Code invloed verzekeringsplicht aangegeven terwijl de Code soort inkomstenverhouding niet 11 en 15 is en/of de Code aard arbeidsverhouding 7 of 79 is. 2106 2106 2106 - Publ.recht.aanstelling moet NVT zijn Als de waarde van het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13 of 15  OF de waarde van het veld Aard arbeidsverhouding ongelijk is aan 18, dan moet Publiekrechtelijke aanstelling voor onbep. tijd de waarde N.V.T hebben. 2221 2221 2221 - Srt contr moet N zijn bij gekozen Srt ink Als het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13, 15, 53 of 62, dan moet het veld Soort contract de waarde Niet van toepassing bevatten. 2222 2222 2222 - Schrift ovk  moet X zijn bij gekozen Srt ink Als het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13, 15, 53 of 62, dan moet het veld Schriftelijke arbeidsovk de waarde Niet van toepassing bevatten. 2223 2223 2223 - Opr ovk moet X zijn bij gekozen Srt ink Als het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13, 15, 53 of 62, dan moet het veld Oproepovereenkomst de waarde Niet van toepassing bevatten. 6.2 Waarschuwingen Onderstaand signaal heeft een einddatum van 31-12-2023 gekregen. De eerste 2 signalen zijn vervangen door het signaal L1906, dat we hebben aangepast en verbeterd, omdat de Belastingdienst deze situatie vanaf januari 2024 als FOUT gaat behandelen. Het signaal L2212 heeft een einddatum van 31-12-2023 gekregen, omdat de Belastingdienst hier niet meer op gaat signaleren. Code 2023 Code 2024 Signaal Toelichting - - Bij Invl. verz. pl. hoort niet Arb.verh.: 7 of 79 Als het veld Invloed verzekeringsplicht 1 een waarde bevat, dan mag het veld Aard arbeidsverhouding niet de waarde 07 (Stagiair) of 79 (Opting-in-regeling) bevatten. - - Bij Invloed verz.pl. hoort Soort inkomen: 11 of 15 Als het veld Invloed verzekeringsplicht 1 is gevuld, dan moet het veld Soort inkomen de waarde 11 (Loon ambtenaar (Ambt.wet 1929)) of 15 (Loon, overig) bevatten. 2212 - 2212 - Aant verl uren 0 als loon is vak.bijs. + AVWBedrag Als Loon in geld groter is dan € 0 en gelijk is aan de som van vakantiebijslag en arbeidsvoorwaardenbedrag,  én het veld Incidentele inkomstenvermindering is ongelijk aan Z (Ziekte) en de Datum einde inkomstenverhouding is leeg, dan moet het aantal verloonde uren gelijk zijn aan 0. 6.3 Informatief De Belastingdienst controleert op meer zaken dan waar ze op afkeuren of waarover ze een brief sturen. Sommige signalen worden aan de Software leveranciers alvast teruggegeven als informatief signaal. Dit zijn signalen waar de Belastingdienst al wel last van heeft in de administratie, maar er nog over nadenkt om deze in een later stadium als signaal terug te gaan geven aan de inhoudingsplichtige. Deze geven ze dus al wel aan de Software Leverancier terug, zodat deze er samen met de klanten voor kunnen zorgen dat dit wordt opgelost voordat ze deze per brief gaan terugkoppelen. Om jullie als klant hierbij te ondersteunen gaan we vanaf 1-1-2024 onderstaande signalen als Informatieve signalen teruggeven in het Signaleringsverslag.  Code 2023 Code 2024 Signaal Toelichting - C0223 C0223 - Code invloed verzekeringsplicht onjuist Je hebt de code invloed verzekeringsplicht aangeleverd met A of B, terwijl de indicatie verzekerd WAO/IVA/WGA, indicatie verzekerd WW en/of indicatie verzekerd ZW de waarde J heeft. - C1124 C1124 - Soort inkomst.verh/Werkgeversbijdrage fout Je hebt de Werkgeversheffing Zvw gevuld met een bedrag ongelijk aan € 0 terwijl de Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode gelijk is aan 17.  
Volledig artikel weergeven
20-12-2023 10:15 (Bijgewerkt op 15-03-2024)
  • 0 Antwoorden
  • 1 kudos
  • 719 Weergaven
Aanleveren beschikking 2024 aan je BPO small NFP salaristeam: Om vanaf 2024 in de loonaangifte direct de juiste bedragen te berekenen voor de premieafdracht Whk en Aof, verzoeken wij je de nieuwe Whk / Aof beschikking 2024 uiterlijk met de salarismutaties voor de maand januari 2024 bij je salaristeam aan te leveren.   Laat het salaristeam ook weten als jouw onderneming eigenrisicodrager (ER) is geworden per 1 januari 2024, of juist weer is teruggekeerd naar de publieke verzekering via UWV. In deze situaties ontvangt je ook een beschikking van de Belastingdienst.   De basispremie Aof (arbeidsongeschiktheidsfonds) is vanaf het kalenderjaar 2022 vervangen door een gedifferentieerde Aof premie. Kleine werkgevers betalen een lagere Aof premie dan (middel)grote werkgevers. Met deze verlaging komt het kabinet kleine werkgevers financieel tegemoet in de kosten van de loondoorbetaling bij ziekte. Kleine werkgevers kunnen het premievoordeel gebruiken voor herverzekering van loonkosten tijdens ziekte. Dit kan o.a. via de MKB-verzuimontzorgverzekering.   Kleine werkgever: De Belastingdienst geeft op de beschikking aan of de werkgever voor de Whk premie en de Aof premie een kleine of (middel)grote onderneming is. De grens bij een kleine werkgever wordt ook in 2024 gesteld op 25 maal het gemiddeld premieloon per werknemer per jaar.   Controle en bezwaar maken: Het is belangrijk dat je de ontvangen beschikking goed controleert. Zijn de juiste loonsommen gebruikt en zijn de toegerekende uitkeringslasten wel juist. Voor de toegerekende uitkeringslasten kun je een specificatie instroomgegevens bij de Belastingdienst opvragen. Je hebt de mogelijkheid om binnen 6 weken na dagtekening van de beschikking bezwaar te maken tegen de vastgestelde premie. Kleine werkgevers betalen een vaste sectorale premie en krijgen in plaats van een beschikking een ‘mededeling’ van de Belastingdienst met de sectorpremie voor 2024. Tegen de hoogte van de sectorpremie kan geen bezwaar worden gemaakt.   Meer informatie: Meer informatie over deze beschikking kun je vinden op de website van de UWV via onderstaande link.   Link: UWV en gedifferentieerde premies 2024
Volledig artikel weergeven
16-11-2023 08:19
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 315 Weergaven
1. Aanpassingen wet- en regelgeving 1.1 Inleiding In deze Vooraankondiging vind je informatie over de aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2022 naar 2023. De meeste functionele aanpassingen zijn opgenomen in eerdere releases van Payroll Business vanaf de release van oktober. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de januari release. Aandachtspunten In deze Vooraankondiging vind je de definitieve informatie over de aanpassingen voor de jaarovergang. Als er naderhand aanvullingen zijn op de informatie in deze Vooraankondiging, vermelden we deze in de Release notes van januari 2023. Diverse wettelijke wijzigingen voor 2023 hebben we al in oktober, november en december in Payroll Business doorgevoerd, om de jaarovergang zo makkelijk mogelijk te maken. In deze Vooraankondiging vatten we alle zaken nog eens samen, zodat je alles op een plek kunt raadplegen. Nieuwsbrief Belastingdienst Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2023 van de Belastingdienst die je kunt downloaden van www.belastingdienst.nl . 1.2 Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2023 omhoog naar € 5.052. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 37.691 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2023 verminderd met 6,510% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 115.292 of hoger is.  1.3 Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar € 3.070. De algemene heffingskorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Bij een jaarinkomen boven het grensbedrag € 22.660 wordt de algemene heffingskorting afgebouwd met een percentage van 6,095% en is volledig afgebouwd vanaf het inkomen € 73.031.  Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. 1.4 Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar € 1.835. De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 40.888 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.835 Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 1.5 Bijzondere beloningen Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast aan de cijfers van 2023. 1.6 Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd naar € 820. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz. Het bedrag € 820 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de AOW leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing jonggehandicaptenkorting de bedragen van 2023 opgenomen. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.  1.7 Minimumloon  De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2023 zijn toegevoegd aan de referentietabel. De Minimumloon indicatie 1 = Standaard De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg Voor de medewerkers van de Beroepsbegeleidende leerweg zijn afwijkende minimumlonen van toepassing.   Minimumloon indicatie* Leeftijd* Maandbedrag Weekbedrag Dagbedrag 1 015 580,30 133,90 26,78 1 016 667,35 154,00 30,80 1 017 764,10 176,35 35,27 1 018 967,20 223,20 44,64 1 019 1160,65 267,85 53,57 1 020 1547,50 357,10 71,42 1 021 1934,40 446,40 89,28 2 018 880,15 203,10 40,62 2 019 1015,55 234,35 46,87 2 020 1189,65 274,55 54,91 1.8 Percentages en parameters Sociale Verzekeringen Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2023 verhoogd naar € 66.956, was in 2022 € 59.706. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag Dit premiepercentage is per 1 januari 2023 verlaagd naar 2,64%, was in 2022 2,70%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het lage percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf uitkering / Aof uitkering.  Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog Dit premiepercentage is per 1 januari 2023 verlaagd naar 7,64%, was in 2022 7,70%. Premie Arbeidsongeschikheidsfonds laag Dit premiepercentage is per 1 januari 2023 verlaagd naar 5,82%, was in 2022 5,49%. Premie Arbeidsongeschikheidsfonds hoog Dit premiepercentage is per 1 januari 2023 verhoogd naar 7,11%, was in 2022 7,05%. Als er sprake is van een uitkering, moet deze tegen het hoge percentage worden berekend. De looncomponenten die betrekking hebben op de uitkering, moet je koppelen via Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf laag / Aof uitkering.  Premie Wet Kinderopvang (WKO) Dit premiepercentage is per 1 januari 2023 ongewijzigd ten opzichte van 2022 en is 0,50% gebleven. Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2023 verlaagd naar 5,43%; in 2022 was dit 5,45%. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2023 verlaagd naar 6,68% ; in 2022 was dit 6,70%. Vrije vergoeding per kilometer(reiskosten) Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor reiskosten, is per 1 januari 2023 verhoogd naar 0,21 cent per kilometer; t/m 2022 was dit 0,19 cent per kilometer. Vrije vergoeding per thuiswerken Het bedrag dat je aan vrije vergoeding mag geven voor thuiswerken is per 1 januari 2023 verhoogd naar € 2,15 ; t/m 2022 was dit € 2,00. 1.9 Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2023 verlaagd  naar 0,15%; in 2022 was dit 0,20%.   1.10 Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. 2. Pensioenwijzigingen 2023 2.1 Uniforme Pensioen Aangifte Pensioenfondsen die overstappen op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) In voorgaande jaren hebben steeds meer pensioenfondsen de overstap gemaakt naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). In 2023 zijn er echter GEEN fondsen die de overstap maken naar de UPA maken. Vanaf 2024 gaat ook de PMT zich aansluiten bij deze generieke en uniforme pensioenaangifte. Regelingen die voor 2023 worden toegevoegd / verwijderd Voor 2023 worden er vanuit de diverse pensioenregelingen en CAO's een aantal regelingen verwijderd en toegevoegd. Hieronder vermelden we de wijzigingen per fonds. 2.2 UPA 2023 - Wijziging in de Verlofsoorten Betaald ouderschapsverlof Als er sprake is van betaald ouderschapsverlof moeten vanaf 2023 de uren en de nieuwe code BOV worden opgenomen in de UPA. Hoe Wij hebben dit met ingang van 2023 aangepast in Payroll Business, zodat dit automatisch wordt bepaald als in de arbeidsvoorwaarde Loondoorbetaling bij verlof (uitsplitsing) de uren betaald ouderschapsverlof 1 of 2 of het percentage betaald ouderschapsverlof 1 of 2 worden opgegeven. De opgegeven uren en de code BOV worden dan automatisch doorgegeven in de UPA. Levensloopverlof Instellingen > Berekening > Grondslag Wij hebben de grondslag UPA - Uren Levensloopverlof verwijderd, omdat deze vanaf 2023 niet meer van toepassing is. Actie Er is geen actie nodig. 2.3 UPA 2023 - Generatiepact Indicatie doorgeven Waarom Als er sprake is van Generatiepact moet hiervoor vanaf 2023 een indicatie worden opgenomen in de UPA. Hoe Standaard wordt er vanuit de UPA in de aanlevering een indicatie Nee (N) verwacht. Deze moet altijd aanwezig zijn. Als er sprake is van een Generatiepact dat van invloed is op de berekening, moet er Ja (J) worden doorgegeven. Voor het doorgeven van de juiste indicatie kijkt Payroll Business of er in de pensioenregeling bij betreffende medewerker in de arbeisvoorwaarden Generatiepact op Ja staat Actie Er is geen actie nodig. Standaard wordt in de kolom Generatiepact een N (nee) meegegeven, zoals de gegevensspecificatie voorschrijft. Staat in een arbeidsvoorwaarde Generatiepact op Ja, dan wordt in het UPA-bericht automatisch een J meegegeven. 2.4 Wijzigingen APG Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces / Periodieke Interface APG Voor APG zijn er een aantal wijzigingen voor 2023: APG ABP Voor het pensioenfonds ABP stopt het product VPL. Met ingang van 2023 wordt dit product niet meer doorgegeven in de APG-aangifte. Burgerservicenummer 0 toegestaan Voor een aantal APG-pensioenfondsen was het niet toegestaan om voor het burgerservicenummer de waarde 0 aan te leveren. Omdat in sommige gevallen het aanvragen en verkrijgen van een burgerservicesnummer meer tijd in beslag neemt, is dit verruimd en zal de APG aangifte niet meer geweigerd worden.  Als er voor een medewerker geen burgerservicenummer bekend is, moet je vanaf 2023 in het scherm Medewerker > Medewerker > Medewerker(s) bij het veld Burgerservicenummer de waarde 000000000 (9 nullen) vastleggen.  Zodra het burgerservicenummer bekend is, kun je dit voor de eerstvolgende aangifte corrigeren.  Betaald ouderschapsverlof Medewerker > Arbeidsrelatie > Interfaces > APG interface Voor de medewerkers die gebruik maken van Betaald ouderschapsverlof verwacht APG vanaf 2023 de verbijzondering Onbetaald verlof werknemer. Dit geef je op bij de betreffende APG-interface in het veld APG Verbijzondering inkomstenverhouding, kies Onbetaald verlof.  3. Aanpassingen Payroll Business 2023 3.1 Awf bij uitkeringen gewijzigd per 2023 Waarom Als de werkgever een uitkering van het UWV aan de werknemer uitbetaalt, moet over de uitkering de Awf laag premie worden afgedragen aan de Belastingdienst. Als de uitkering en het reguliere inkomen via één inkomstenverhouding worden uitbetaald, stond de Belastingdienst tot 2023 toe om de Awf laag premie bij de Awf premie hoog/laag of herzien van het reguliere inkomen op te tellen en zo ook de aanwas premieloon laag bij aanwas premieloon hoog/laag of herzien. Vanaf 2023 moet de premie over de uitkering apart worden aangeleverd in de loonaangifte. Voor de uitkering zijn in de loonaangifte de velden Awf premie uitkering en Awf aanwas premieloon uitkering toegevoegd. Hoe Over alle looncomponenten die je in de grondslag Looncomponenten Awf uitkering / Aof uitkering plaatst, wordt vanaf het afrekeningsjaar 2023 de Awf premie uitkering (percentage van Awf laag) en Awf aanwas premieloon berekend en op correct aangeleverd in de loonaangifte vanaf 2023. Menu Instellingen > Berekening > Grondslag. Selecteer de grondslag Looncomponenten Awf uitkering / Aof uitkering. Plaats de uitkerings(sub)looncomponenten in de grondslag. Actie Plaats de looncomponenten die betrekking hebben op een uitkering in de grondslag zoals hierboven is beschreven. 3.2 Jaarlijks controleren en aanpassen op basis van beschikking Belastingdienst Waarom Ieder jaar ontvang je medio november van de Belastingdienst een beschikking waarin staat of jouw organisatie voor het eerstvolgende jaar (nu dus 2023) wordt beschouwd als kleine werkgever, middelgrote werkgever of grote werkgever. Ook vind je in deze beschikking de nieuwe percentages van de Werkhervattingskas die voor jouw onderneming van toepassing zijn.  Actie Controleer op basis van de beschikking of deze gegevens voor het komende jaar correct zijn vastgelegd.  Ga naar Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Controleer of in het veld Keuze Aof premie laag / hoog berekenen de juiste waarde is ingevuld per 1-1-2023. Leg de nieuwe percentages voor de Werkhervattingskas uitgesplitst vast in de velden ZW flex perc werkgever en WGA perc werkgever; als u de helft van de WGA premie verhaalt op de medewerker vul dan ook het percentage in bij het veld WGA perc werknemer. 3.3 Reden uit dienst en Reden einde arbeidsverhouding Waarom Tot nu toe was je bij het vastleggen van een uitdiensttreding verplicht om ook een reden op te geven. In de loonaangifte werd dit doorgegeven in de rubriek Reden einde arbeidsovereenkomst. Vanaf 2023 is het verplicht om bij elke wijziging waarbij er een nieuwe inkomstenverhouding onstaat, ook een reden op te geven waarom het oude IKV-nummer eindigt. In de praktijk betekent dit, dat ook als de medewerker niet uit dienst gaat, maar er om een andere reden een nieuwe inkomstenverhouding onstaat, je altijd een reden moet opgeven waarom de oude inkomstenverhouding eindigt. In de Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2023 is de naam van deze rubriek daarom gewijzigd naar Reden einde arbeidsverhouding. Tevens is de lijst met redenen uitgebreid; zie de aparte uitleg hieronder over de gewijzigde coderingen. Hoe Medewerker > Arbeidsrelatie > Arbeidsrelatie Medewerker > Medewerker > Arbeidsrelatie De lijst met Redenen is uitgebreid, zie de aparte uitleg hieronder over de coderingen. De manier van werken blijft hetzelfde. Medewerker > Contract > Arbeidscontract Aan dit scherm is het veld Reden einde arbeidsverhouding toegevoegd. De waardenlijst hiervan bevat uitsluitend de wettelijke coderingen.  In de meeste gevallen hoef je dit niet in te vullen: het veld wordt automatisch gevuld met de waarde van Reden uit dienst, zodra je een medewerker uit dienst meldt: Het maakt daarbij niet uit of de uitdiensttreding wordt vastgelegd in HR Core, in Payroll Business of via een externe applicatie. Als jouw organisatie voor Reden uitdienst een eigen waardelijst heeft vastgesteld, is er ook een conversietabel ingericht om de juiste wettelijke reden vast te kunnen stellen. Ook als je een stagiair via de workflow Stagiair wordt medewerker wijzigt naar een normale medewerker, hoef je niets speciaals te doen: Reden einde arbeidsverhouding wordt dan automatisch gevuld met de waarde: 99 - Een andere, hiervoor niet genoemde reden. Alleen als het IKV-nummer wijzigt terwijl de medewerker in dienst blijft, is het voortaan nodig om ook de reden op te geven waarom de oude inkomstenverhouding eindigt. Voorbeelden van deze situaties heeft de Belastingdienst toegelicht in de Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen. Actie In de meeste gevallen is er geen actie nodig: Het reguliere proces voor uitdiensttredingen wijzigt niet, daarvoor kun je Reden uit dienst blijven gebruiken. Als je stagiairs omzet naar medewerker via de wizard Stagiair wordt medewerker is er eveneens geen actie nodig, er wordt automatisch een reden vastgelegd. Alle uitdiensttredingen die eerder al zijn vastgelegd op of na 1-1-2023 krijgen tijdens het opleveren van de release automatisch ook de juiste Reden einde arbeidsverhouding. Dit zul je als mutatie in het mutatieverslag tegenkomen. Er is wel actie nodig: Als je in 2023 nog een nabetaling doet op uitdiensttredingen vóór 1-1-2023. Leg in dat geval met ingangsdatum 1-1-2023 in het scherm Arbeidscontract alsnog een Reden einde arbeidsverhouding vast, doe je dit niet, dan wordt de loonaangifte 2023 afgekeurd. Als je het nummer IKV wijzigt, omdat de aard van de arbeidsverhouding wijzigt terwijl de medewerker in dienst blijft, leg dan voortaan tegelijk met het nieuwe IKV-nummer ook een Reden einde arbeidsverhouding vast. Als je het nummer IKV wijzigt in een externe HR-applicatie of bijvoorbeeld in Self Service, dan is het nodig om het scherm of het formulier uit te breiden met Reden einde arbeidsverhouding. 3.4 Coderingen voor Reden einde arbeidsverhouding Vanaf 2023 hebben de Belastingdienst en de Uniform Pensioenaangifte (UPA)  de code reden einde arbeidsverhouding verder uitgebreid. Dit betekent dat de lijst per 2023 weer verandert. We hebben deze lijst met ingang van de release van november toegevoegd, zodat eventuele uitdiensttredingen in de toekomst al zijn aangepast voor 2023 en dit in de aangifte goed wordt doorgegeven.  Wijzigingen Er zijn ten opzichte van het afgelopen jaar geen waarden gewijzigd. Wel is een aantal omschrijvingen aangepast en zijn er vier nieuwe redenen bijgekomen: 50 Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege onbekwaamheid of ongeschiktheid 51 Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege leeftijd/pensionering 91 De arbeidsverhouding loopt door bij een nieuwe werkgever 92 De arbeidsverhouding wordt zonder onderbreking opgevolgd door een nieuwe arbeidsverhouding bij dezelfde werkgever Ook is er een nieuw signaal bijgekomen: L2307. De informatie over dit signaal vind je verderop bij Wijzigingen in signaleringen 2023: Waarschuwingen Hoe Instellingen > Gegevensuitwisseling > Conversietabel Als je gebruik maakt van eigen redenen uit dienst, moet je per 2023 de conversietabel als volgt aanpassen: wijzig alle waarden die verwijzen naar 80 en/of 81 naar 05 en 06. Als je dit niet tijdig doet en er wordt bij een uitdiensttreding toch een van de codes 80 of 81 gebruikt, dan maakt Payroll Business de aangifte niet aan. Actie Gebruik je de waardenlijst van de Belastingdienst op Landniveau, dan hoef je niets te doen. Gebruik je de conversietabel, pas deze dan aan zoals hierboven beschreven. Denk eraan dat als je deze waardes aanlevert vanuit een ander HR-systeem, je in dat systeem ook de betreffende validatiewaarden moet aanpassen. Ga je vanaf 2022 de officiële lijst van de Belastingdienst gebruiken, dan moet je per 2023 bepaalde zaken verwijderen of uitzetten, dit doe je als volgt: Verwijder de eigen gemaakte waardenlijst. Dit doe je via Instellingen > Vastlegging > Waardenlijst. Zorg ervoor dat er geen conversietabel met redenen uit dienst meer is gekoppeld. Dit doe je als volgt. Ga naar Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces > Interface Loonaangifte en maak het veld Conversietabel reden uitdienst leeg. 3.5 Soort Inkomen Vanaf 2023 heeft de Belastingdienst de omschrijving van waarde 31 van het Soort inkomen veranderd: Nieuwe omschrijving per 2023 Oude omschrijving  31: ZW- en WAZO Uitkeringen 31: ZW-uitkeringen Actie Medewerker > Contract > Arbeidscontract Je hoeft niets te doen. De omschrijving wordt automatisch aangepast. De waarde in de interfaces blijft gelijk. 3.6 CAO Codes Vanaf 2023 heeft de Belastingdienst een aantal CAO's afgesloten. Dit betekent dat de onderstaande CAO's niet meer worden verstuurd naar de Belastingdienst. Hiervoor hebben wij de omschrijvingen van de CAO's aangepast met de omschrijving: vervallen per 1-1-2023. Actie Medewerker > Contract > CAO Code en Afwijkende CAO code Je hoeft niets te doen. Uit analyse is gebleken dat geen van deze CAO codes in Payroll Business in gebruik zijn. 3.7 Rapportages aangepast Waarom Vanwege de nieuwe AWF-premie, Uitkering hebben we de relevante rapportages daarop aangepast. Hoe Rapporten > controle > Controle overzicht loonaangifte Rapporten > controle > Verzamelloonstaat We hebben per 2023 aan deze rapporten de nieuwe velden toegevoegd. In het Controle overzicht loonaangifte zijn dit de velden: Aanwas uitkering AWf en Premie uitkering AWf In de Verzamelloonstaat is dit het veld: AWF premie uitkering Actie Er is geen actie nodig.  4. Wijzigingen in signaleringen 2023 4.1 Fouten Code 2022 Code 2023 Signaal Nieuwe Tekst 0054 0054 0054 - Bij Soort inkm 18 hoort Aard arbeidsverh 18 Als het veld  Soort inkomen  de waarde 18 (Wachtgeld uitgekeerd door overheid) bevat, dan moet het veld  Aard arbeidsverhouding  ook de waarde 18 (Publiekrechtelijke aanstelling) hebben. 0060 0060 0060 - Verz.situatie Zvw G niet correct toegepast Als het veld  Verzekeringssituatie Zvw  de waarde G (Niet verz pl buitenl artiest of beroepssp) bevat, dan moet het veld  Loonheffingstabel  de waarde 5 (Buitenlandse artiesten en beroepssporters) hebben. Als het veld Loonheffingstabel de waarde  5 (Buitenlandse artiesten en beroepssporters) bevat, dan moet het veld  Verzekeringssituatie Zvw  de waarde G (Niet verz pl buitenl artiest of beroepssp) hebben.  0061 0061 0061 - Verz.situatie Zvw H niet correct toegepast Als het veld  Verzekeringssituatie Zvw  de waarde H (Wel verz pl geen tarief toegepast is binn art) bevat, dan is bij het veld  Loonheffingstabel  alleen de waarde Binnenlandse artiesten toegestaan. Als het veld   Loonheffingstabel  de waarde 4 - Binnenlandse artiesten bevat, dan moet het veld Verzekeringssituatie Zvw  de waarde H (Wel verz pl geen tarief toegepast is binn art) hebben. 1406 1406 1406 - Soort ink 43 dan Alimentatie in uitk verpl Als het veld Soort inkomen de waarde 43 Uitkering kader Participatiewet (voorheen WWB) bevat, dan moet het veld Alimentatie in uitkering ook een waarde hebben. 1407 1407 1407 - Soort ink 43 dan bedr Rechtstr alim verpl Als bij het veld Soort inkomen de waarde 43 (Uitkering kader Participatiewet (voorheen WWB)) is ingevuld, dan moet het veld Rechtstreekse alimentatie ook een waarde hebben. 1612 1612 1612 - Fase ind F en Z verpl bij Aard arb.verh 11 Als Aard arbeidsverhouding gelijk is aan 11, dan moet het veld Fase indeling F en Z een waarde hebben. 2204 2204 2204 - Controleer Geb.datum met de Datum indienst Als een medewerker bij aanvang van het dienstverband jonger is dan 12 jaar, dan mag het veld Soort inkomen niet de waarde 24, 53 of 55 t/m 63 hebben. 2216 2216 2216 - Datum uitdienst is niet gevuld Als het veld  Soort inkomen  de waarde 11, 13, 15, 18, 31, 32, 33, 38, 39, 40 of 46 heeft en  de medewerker is verzekerd voor (één of meer) sociale verzekeringen (ZW, WW, WAO/IVA/WGA) en  het veld  Aard arbeidsverhouding  is ongelijk aan 06: Musicus / artiest en het Fiscaal loon (Loon voor LB en Premieheffing) is ongelijk aan 0, dan mag het SV loon niet 0 zijn. 2224 2224 2224 - Indicatie jaarurennorm niet aanleveren Als het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13, 15, 53  of  62, dan moet het veld Indicatie Jaarurennorm leeg zijn. 4.2 Waarschuwingen Code 2022 Code 2023 Signaal Toelichting - 2301 2301 - Verzekeringssituatie ZVW is onjuist Als het eerste cijfer van de Code loonheffingstabel 0, 3 of 7 is, of deze code is 226 en er is geen einddatum aangeleverd, dan moet het veld Verzekeringssituatie Zvw de waarde K, L, M of N hebben. - 2305 2305 - Aard arbeidsverhouding moet 11 zijn Als Soort inkomen gelijk is aan 15 en Fase indeling F&Z is 1 of 17, dan moet Aard arbeidverhouding de waarde11 hebben. - 2307 2307 - Aard arb.verh. icm reden uitdienst ongeldig Als (code soort inkomstenverhouding niet is aangeleverd met 18 of 83), dan (mag Code reden einde arbeidsverhouding niet aangeleverd zijn met 50 of 51) - 2337 2337 - Premieloon Aof laag, hoog, uitk moet 0 zijn Als de persoon de AOW-leeftijd uiterlijk op Datum aanvang tijdvak heeft bereikt,  dan moet Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag gelijk zijn aan 0 en moet Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof hoog gelijk zijn aan 0 en moet Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof uitkering gelijk zijn aan 0 - 2340 2440 - Aanwas cum prremieloon AOF hoog moet 0 zijn Als Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode ongelijk is aan 11, 13, 15, 18 en 53, dan moet Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof hoog gelijk zijn aan 0  
Volledig artikel weergeven
14-12-2022 15:32
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 936 Weergaven
1. Hoe sluit ik het jaar 2022 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra de eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kun je geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Wel heb je bij het rekenen in 2023 de keuze tussen rekenen in de nabetaalmodus of de correctiemodus (zie vraag 6). Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Let op: een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt als uiterste aangiftedatum 31-01-2023. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2022 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, adviseren wij om uiterlijk 25 januari 2023 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2022 uit te voeren.  2. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra je 2022 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kun je zelf bepalen wanneer je de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat je de jaaropgave opvraagt.            Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraag je de jaaropgaven per bedrijf aan. Als je vanaf periode 01 in nabetaalmodus werkt (zie vraag 6), zorg er dan voor dat je de jaaropgaven pas afroept als je er zeker van bent dat je geen aanvullende verwerking over 2022 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Als je in periode 01 in de correctiemodus gaat werken, heb je twee opties: Je wacht met het verzenden van de jaaropgaven totdat periode 01 is afgesloten, schakelt daarna over op nabetaalmodus en roept dan de jaaropgaven af voor alle medewerkers. Maar je kunt er ook voor kiezen om bij het afsluiten van 2022 alle medewerkers een normale jaaropgaaf te sturen en pas in februari of maart vervangende jaaropgaven te sturen naar de medewerkers waarvoor correcties zijn uitgevoerd. Let op dat je bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Instellingen > Salarisspecificaties > Afdrukken en verzenden jaaropgaven leg je vast hoe je de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat je de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als je voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen . Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Arbeidsrelatie > Arbeidsrelatie kun je in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kun je per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid) selecteer je het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteer je ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, zie je die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, zie je de default inrichting die je hebt vastgelegd via Instellingen > Salarisspecificaties  > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als je alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kun je het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2022, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maak je gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerkerniveau. Dit doe je via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid): gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het  Salarisdossier  geplaatst nadat je via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven hebt aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kun je er in het  Salarisdossier  voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In  Salarisdossier  kun je op medewerkerniveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. 3. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Instellingen > Overzicht bedrijfsinrichting >  optie  Referentietabellen kun je de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Visma | Youserve ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Visma | Youserve verwerkt. Wij informeren hierover via de Community. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kun je zelf uitvoeren via Instellingen > Berekening > Referentietabellen.  4. Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kun je invoeren in het scherm: Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Deze premies worden door de Belastingdienst verstrekt. 5. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als in het scherm  Loonheffingen (medewerker)  het veld Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat. als in het scherm  Loonheffingen (medewerker)  het veld Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage (uitgebreid) vraag je gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen, om te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. 6. Hoe ga ik om met correcties en nabetalingen over 2022? Veel wijzigingen die je straks in 2023 met terugwerkende kracht (TWK) vastlegt in 2022, kun je op twee manieren verwerken: als correctie of als nabetaling. Correctie Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2022 en aangegeven in het betreffende tijdvak van 2022. Nabetaling Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2023 en aangegeven in het actuele tijdvak van 2023. Specifieke verrekeningen zoals de  Fiscale correctie lease auto  en de toepassing van de 30% regeling moet je altijd in het voorgaande jaar verwerken. Je kunt er voor kiezen om in 2023 in de nabetaalmodus te gaan draaien of je kunt er voor kiezen om eerst in de correctiemodus te blijven.  Aandachtspunten Nabetaalmodus In de nabetaalmodus kiezen veel gebruikers er voor om zo lang mogelijk aanvullende verwerkingen in het oude jaar te blijven draaien en de eerste verwerking van het nieuwe jaar uit te stellen. Zodoende is er maximaal de tijd om nog wijzigingen over 2022 door te voeren.  Als je dan na de eerste verwerking van periode 2023-01 constateert dat er nog mutaties over 2022 moeten plaatsvinden, kun je dit alleen doen met handmatige correcties: Je moet dan handmatige correcties voor 2022 rechtstreeks in de Loonaangifte vastleggen. Daarnaast moet je handmatig een gecorrigeerde jaaropgave aan de medewerker verstrekken. Correctiemodus Het voordeel van de correctiemodus is dat je, zolang als je wilt in de correctiemodus kunt blijven werken, ook als je al bent begonnen met verwerkingen in het nieuwe jaar: Kies je voor de correctiemodus, dan geldt het volgende: Alle herrekenverschillen over vorig jaar worden verwerkt volgens de rekenregels van vorig jaar. Er wordt automatisch een nieuwe loonaangifte van vorig jaar aangemaakt. Voor de medewerkers die het betreft, kun je automatisch een vervangende jaaropgaaf aanmaken. Diverse overzichten bieden de mogelijkheid om op twee manieren naar de gegevens te kijken: actueel, origineel of fiscaal. Controle en wijziging instellingen Instellingen > Algemeen > Stuurgegevens   In het veld Nabetalingen vanaf periode kun je opgeven vanaf welke periode je wilt beginnen met nabetalen. Vanaf die periode worden alle herrekenverschillen over 2022 belast volgens de rekenregels van 2023 en verwerkt in de loonaangifte van 2023. Zolang de ingestelde periode niet is bereikt, blijf je in de correctiemodus: herrekenverschillen over 2022 worden dan belast volgens de rekenregels van 2022 en verwerkt in de loonaangifte van 2022. Voorbeeld 1 Je brengt geen wijziging aan in de standaard waarde: Nabetalingen vanaf periode =  1 Hierdoor worden vanaf periode 1 alle wijzigingen over 2022 als nabetaling verwerkt. Voorbeeld 2 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode =  4 Hierdoor worden gedurende periode 1 t/m 3  alle wijzigingen over 2022 als correctie verwerkt. Voorbeeld 3 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode =  99 Hierdoor worden gedurende het hele jaar alle wijzigingen over 2022 als correctie verwerkt. Overige aandachtspunten voor het invullen van  Nabetalingen vanaf periode Kies een periode waarin normaal gesproken in de onderneming geen correcties meer van toepassing zijn.  Als er vóór die periode toch al nabetalingen moeten plaatsvinden, leg deze dan vast met een eenmalige component Moeten er ná die periode toch correcties plaatsvinden, dan geldt daarvoor de werkwijze tot nu toe: je legt de correcties vast via de module Loonaangifte. Let op  de peildatum verloon je per maand, gebruik dan 1 januari 2023 verloon je per 4-weken, gebruik dan 03 januari 2023  Wijziging Nabetalingen vanaf periode later in het jaar Zodra je binnen een bepaald afrekenjaar een payrollperiode definitief afsluit in de nabetaalmodus, is het niet meer mogelijk om in datzelfde jaar terug te keren naar de correctiemodus. Je kunt wel altijd als peildatum 1 januari van het volgende jaar kiezen en de instellingen voor het nieuwe jaar wijzigen. Ook kun je het tijdvenster voor correcties verlengen, zolang je nog geen salarisperiode in nabetaalmodus heeft afgesloten. Het is mogelijk om midden in een periode over te stappen van correcties naar nabetalingen. Start daarna een vervolgverwerking: voor zover nodig, voert Payroll Business de berekeningen opnieuw uit, dit keer in nabetaalmodus. Het is mogelijk om halverwege de periode over te stappen van nabetaalmodus naar correctiemodus, zolang er nog geen eerdere periode is afgesloten in de nabetaalmodus. Online help Voor meer uitleg over correcties en nabetalingen, zie de uitleg in de online help, onderwerp  Berekening met terugwerkende kracht over de jaargrens heen  bij de Procedurebeschrijvingen. Hier wordt onder andere uitgelegd hoe je de verschillende rapporten kunt gebruiken voor het controleren van de TWK-mutaties. 7. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren inzenden? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kun je naar verwachting vanaf februari 2023 inzenden naar de Belastingdienst. Heb je de salarisverwerking voor de laatste periode van 2022 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kun je eventuele correctieberichten die voortkomen uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2022 pas vanaf februari 2023 inzenden. Als je verwacht dat je aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2022, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2022 totdat je zeker weet dat je het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2023 gaat openen.  
Volledig artikel weergeven
14-12-2022 15:32
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 649 Weergaven
Aanpassingen wet- en regelgeving Inleiding In deze Vooraankondiging vind je informatie over de aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2021 naar 2022. De meeste functionele aanpassingen zijn opgenomen in eerdere releases van Payroll Business vanaf de release van oktober. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de januari release. Aandachtspunten In deze Vooraankondiging vind je de definitieve informatie over de aanpassingen voor de jaarovergang. Als er naderhand aanvullingen zijn op de informatie in deze Vooraankondiging, vermelden we deze in de Release notes van januari 2022. Diverse wettelijke wijzigingen voor 2022 hebben we al in oktober, november en december in Payroll Business doorgevoerd, om de jaarovergang zo makkelijk mogelijk te maken. In deze Vooraankondiging vatten we alle zaken nog eens samen, zodat je alles op een plek kunt raadplegen. Nieuwsbrief Belastingdienst Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2022 van de Belastingdienst die je kunt downloaden van www.belastingdienst.nl. Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2022 omhoog naar € 4.260. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 36.649 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2022 verminderd met 5,86% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 109.346  of hoger is.  Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd naar € 2.888. De algemenen heffingskorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Bij een jaarinkomen boven het grensbedrag € 21.317 wordt de algemene heffingskorting afgebouwd met een percentage van 5,977% en is volledig afgebouwd vanaf het inkomen € 69.398.  Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd naar € 1726. De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 38.464 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.726. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Bijzondere beloningen Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast aan de cijfers van 2022. Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd naar € 771. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz. Het bedrag € 771 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de AOW leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing jonggehandicaptenkorting de bedragen van 2022 opgenomen. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.  Minimumloon  De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2022 zijn toegevoegd aan de referentietabel. De Minimumloon indicatie 1 = Standaard De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg Voor de medewerkers van de Beroepsbegeleidende leerweg zijn afwijkende minimumlonen van toepassing.   Minimumloon indicatie Leeftijd Maandbedrag Weekbedrag Dagbedrag 1 015 517,50 119,45 23,89 1 016 595,15 137,35 27,47 1 017 681,40 157,25 31,45 1 018 862,50 199.05 39,81 1 019 1035,00 238,85 47,77 1 020 1380,00 318,50 63,70 1 021 1725,00 398,10 79,62 2 018 766,60 181,15 36,23 2 019 905,65 209,00 41,80 2 020 1060,90 244,85 48,97 Percentages en parameters Sociale Verzekeringen Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2022 verhoogd naar € 59.706, was in 2021 € 58.311. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag Dit premiepercentage is per 1 januari 2022 gelijk gebleven op 2,70%. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog Dit premiepercentage is per 1 januari 2022 gelijk gebleven op 7,70%. Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds en opslag tot dekking kinderopvangtoeslag Dit onderdeel is vervallen. Zie verderop in deze Release notes onder Aanpassingen Payroll Business 2022, de onderwerpen Keuze Aof-premie Laag / Hoog berekenen, Premie WKO en  Aof-Uitkering. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2022 verlaagd naar 6,70%; in 2021 was dit 7,00%. Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2022 verlaagd naar  5,45%; in 2020 was dit 5,75%. Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2022 verlaagd  naar 0,20%; in 2021 was dit 0,40%.   Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. Pensioenwijzigingen 2022  Uniforme Pensioen Aangifte Meer pensioenfondsen stappen over op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook in 2022 gaat een aantal fondsen deze overstap maken. Dit houdt in dat je ook de inrichting moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van het pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | YouServe aan. Wij zijn op dit moment druk bezig met verschillende pensioenfondsen om de nieuwe regelingen en koppelingen te testen, zodat je vanaf de januari pensioenaangifte via het UPA-bericht kunt doen. Zodra deze pensioenfondsen in 2022 via deze route moeten gaan aanleveren, nemen zij hierover contact met je op. De volgende pensioenfondsen gaan geheel of gedeeltelijk met een aantal regelingen over op UPA: TKP PME Overige wijzigingen UPA Naast de nieuwe fondsen en de wettelijke wijzigingen zijn in de Uniforme Pensioen Aangifte de volgende zaken aangepast: Partnergegevens Per 2022 hoef je geen partnergegevens aan de UPA door te geven. Deze zijn daarom niet meer zichtbaar in de bestanden.  Aanvullend geboorteverlof Als je gebruik maakt aanvullend geboorteverlof, gebeurt het doorgeven hiervan automatisch. Indicatie einde deelname Vanaf 2022 is de Indicatie einde deelname toegevoegd. Hieronder vind je uitleg over de diverse situaties. Situatie 1 - De regeling eindigt voor het bedrijf Instellingen > Referentietabellen beheer Zie ook Release notes 2021-09, onderwerp Einddatum regelinggegevens naar een pensioenuitvoerder in de UPA-aangifte. Als een regeling voor een heel bedrijf stopt, kan je in de referentietabel UPA - koppeling pensioenregelingen een einddatum invullen het veld 7 Datum einde regelingblok. Door deze datum in te vullen wordt de einddatum aangeleverd en wordt de indicatie aangeleverd met de waarde J. Let op dat je de pensioenregeling per de volgende periode moet ontkoppelen, zodat er voor de medewerkers voor deze regeling geen berekening meer plaatsvindt.  Situatie 2 - De regeling stopt omdat de einddatum van de pensioenregeling wordt bereikt Instellingen > Referentietabellen beheer In de referentietabel Pensioenen/fondsen eigen regeling (vast) of Pensioenen/fondsen benoemd (vast) is vastgelegd hoe de einde deelname aan de pensioenregeling plaatsvindt via de velden: Einde deelname Einde deelname maanden voor AOW Toets einde deelname. De datum einde deelname wordt vastgelegd in het payrollelement Einddatum deelname (pensioensoort). Deze einddatum wordt aangeleverd in de UPA in de periode waarin deze datum valt, samen met de indicatie = J (ja)  Situatie 3 - De regeling stopt om een andere reden Medewerker > Medewerker > Interfaces Aan het medewerkerscherm Periodieke interface UPA zijn 16 velden Beëindigen regelingblok 01 t/m 16 toegevoegd. Hiermee kan je voor één medewerker een regelingblok beëindigen. Als je het veld op Ja zet per een bepaalde ingangsdatum, levert Payroll Business de einddatum van de betreffende periode aan en wordt voor deze periode de indicatie op J gezet. Let op dat je de pensioenregeling per de volgende periode moet ontkoppelen, zodat er voor de medewerkers voor deze regeling geen berekening meer plaatsvindt.  Situatie 4 - Medewerker gaat uit dienst Als je de medewerker uit dienst meldt, vult Payroll Business automatisch de einddatum van het regelingblok in. In deze situatie blijft de indicatie N in de betreffende periode. Dit is conform de afspraak met de pensioenfondsen. Actie Als er sprake is van situatie 1 of 3, moet je zelf respectievelijk de Datum einde regelingblok invullen of het veld Beëindigen regelingblok op Ja zetten, zoals hierboven aangegeven.  APG Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces / Periodieke Interface APG Voor APG verandert er niets specifieks, behalve de wettelijke wijzigingen zoals hieronder vermeld. Aanpassingen Payroll Business 2022 Keuze Aof-premie Laag / Hoog berekenen Waarom  Per 1 januari 2022 wordt de gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) ingevoerd. Dat heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekendgemaakt via het Staatsblad. De hoogte van de premie hangt af van de grootte van de werkgever. Ook wijzigt de grens tussen kleine en (middel)grote werkgevers voor de premieberekening van de Werkhervattingskas (Whk). Tot 2022 was de basispremie Aof voor alle werkgevers gelijk. Voor het vaststellen van de premie Aof worden werkgevers vanaf 1 januari 2022 verdeeld in twee categorieën: Kleine werkgevers, met een loonsom tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar. Middelgrote en grote werkgevers (overige werkgevers), met een loonsom groter dan 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar. De indeling naar grootte van de werkgever voor een kalenderjaar, vindt plaats op basis van het totaal van het premieplichtige loon van de werkgever twee jaar eerder (t-2). Startende werkgever worden in de eerste twee jaar van hun bestaan aangemerkt als kleine werkgever. Volgens deze systematiek zijn namelijk nog geen loongegevens van de startende werkgever bekend. Hoe  Instellingen > Berekening > Gegevens UWV  Voor het berekenen van de juiste grondslagen en premies hebben we aan het scherm Gegevens UVW het volgende veld toegevoegd: Keuze Aof premie laag / hoog berekenen Kleine werkgever (Laag) Middelgrote / grote werkgever (Hoog) Standaard is hier de waarde Kleine werkgever (Laag) ingevuld. Actie Ben je een middelgrote of grote werkgever, vul dan in het scherm Gegevens UWV bij het veld Keuze Aof premie laag / hoog berekenen de waarde Middelgrote / grote werkgever (hoog) in. In de Afrekenmatirix zijn er aparte kolommen voor de lage en de hoge AOF-premie, deze premies moet u per 2022 apart journaliseren. Premie WKO Waarom  De kinderopvang wordt gefinancieerd door een opslag op de gedifferentieerde premie Aof. Vanaf 2022 moet de opslag apart in de loonaangifte worden vermeld in de rubriek Premie WKO. Deze opslag is geen onderdeel meer van het premiebedrag zoals is vastgelegd in de rubrieken Pemie Aof Laag, Premie Aof Hoog of Premie Aof Uitkering.  Hoe  Instellingen > Berekening > Gegevens UWV  De opslag WKO wordt berekend door het premiepercentage WKO (0,5% in 2022) toe te passen op som van de aanwas in het cumulatieve premieloon Aof Laag, Aof Hoog en Aof Uitkering. Actie Per 2022 moet je de Premie(s) WKO, zie de betreffende matrixkolom(men) apartjournaliseren. De berekening van de premie gaat vanzelf en hiervoor hoef je dus niets te doen.  Aof-Uitkering Waarom Als u naast het loon ook een uitkering betaalt aan een medewerker, dan bent u over de uitkering de hoge Aof-premie verschuldigd. In 2022 mage je het loon en de uitkering nog opgeven onder één nummer inkomstenverhouding (IKV). Daarbij moet de grondslag en de bijhorende premie voor het loon en voor de uitkering afzonderlijk via de loonaangifte worden doorgegeven: Loon: Aof laag of Aof hoog.  Uitkering: Aof uitkering Altijd hoge Aof-uitkering Over de volgende uitkeringen, toeslagen en loonbetalingen is een werkgever altijd de hoge premie Aof verschuldigd: uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen, WAO, WIA, ZW en WW. Dit geldt als de werkgever de uitkering namens UWV aan zijn werknemer betaalt (werkgeversbetaling) of als de werkgever dit doet als eigenrisicodrager WAZO-uitkeringen in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie, pleegzorg en aanvullend geboorteverlof toeslagen op grond van de Toeslagenwet het loon uit een WSW-dienstbetrekking wachtgeld op grond van de oude regeling van vóór 2001 Hoe Instellingen > Grondslag > Looncomponenten Awf laag / Aof uitkering Door de looncomponenten die je toepast voor de uitkeringen te plaatsen in de grondslag Looncomponenten AWF laag / Aof uitkering, berekent Payroll Business voor die looncomponenten de Aof Uitkering premie (hoge percentage). Actie Plaats de looncomponenten die je toepast voor de uitkeringen in de grondslag Looncomponenten AWF laag / Aof uitkering. Denk eraan dat je al deze premies ook opneemt in de journalisering. Hoe je dit doet, vind je in het aparte onderwerp Uitleg journalisering Aof-premies 2022.  Arbeidsvoorwaardenbedrag - Benefitbudget Wat Vanaf januari 2022 zijn de volgende loonaangifterubrieken vervallen: Extra periode salaris Opgebouwde recht extra periode salaris en vervangen door de nieuwe rubrieken: Opname arbeidsvoorwaardenbedra Opbouw arbeidsvoorwaarden bedrag. Als er sprake is van een vast recht valt ook de Benefitbudgetregeling onder deze nieuwe rubrieken. Hoe  Instellingen > Medewerker > Berekening > Arbeidsvoorwaardegegevens Medewerker > Contract > Arbeidsvoorwaardenpakket Als er sprake is van een vast recht, zet dan in het scherm Benefitbudgetregeling en/of Benefitbudget res. via werkgever het veld Vaste afspraak (Ben.budget) op Ja. Payroll Business geeft dan de reservering en opname van deze regelingen door  naar de loonaangifte in de nieuwe rubrieken.  Actie Muteer zo nodig het veld zoals hierboven beschreven; dat kan op zowel Bedrijfs/CAO niveau als op contractniveau. Code reden einde inkomstenverhouding Wat Vanaf 2022 hebben de Belastingdienst en het Uniform Pensioenfonds de code reden einde inkomstenverhouding aangepast en aan elkaar gelijk getrokken. Dit betekent dat de lijst per 2022 verandert. We hebben deze lijst per release toegevoegd, zodat eventuele uitdiensttredingen in de toekomst al zijn aangepast voor 2022 en dit in de aangifte goed wordt doorgegeven.  Wijzigingen De waarden 80 en 81 van de UPA zijn vervangen door 05 en 06. De waarde 02 die de Belastingdienst hanteerde op basis van de waarden 80 en 81 die je als klant invulde, zijn vervallen. Per 2022 hanteert de Belastingdienst ook de daadwerkelijke waarden 05 en 06, zodat daar geen enkel verschil meer in zit. Hoe  Instellingen > Gegevensuitwisseling > Conversietabel Als je gebruik maakt van eigen redenen uit dienst, moet je per 2022 de conversietabel als volgt aanpassen: wijzig alle waarden die verwijzen naar 80 en/of 81 naar 05 en 06. Als je dit niet tijdig doet en er wordt bij een uitdiensttreding toch een van de codes 80 of 81 gebruikt, dan wordt de aangifte niet aangemaakt. Actie Gebruik je de waardenlijst van de Belastingdienst op Landniveau, dan hoef je niets te doen. Gebruik je de conversietabel, pas deze dan aan zoals hierboven beschreven. Denk eraan dat als je deze waardes aanlevert vanuit een ander HR-systeem, je in dat systeem ook de betreffende validatiewaarden moet aanpassen. Ga je vanaf 2022 de officiële lijst van de Belastingdienst gebruiken, dan moet je per 2022 bepaalde zaken verwijderen of uitzetten, dit doe je als volgt: Verwijder de eigen gemaakte waardenlijst. Dit doe je via Instellingen > Vastlegging > Waardenlijst. Zorg ervoor dat er geen conversietabel met redenen uit dienst meer is gekoppeld. Dit doe je als volgt. Ga naar Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces > Interface Loonaangifte en maak het veld Conversietabel reden uitdienst leeg. Incidentele inkomstenvermindering Wat Vanaf 2022 is er een nieuwe waarde van de Incidentele inkomstenvermindering, namelijk K - Kindverlof. Deze vervangt de waarde G - aanvullend geboorteverlof, die je in 2022 niet meer mag gebruiken. Hoe  Medewerker > Medewerker > Interfaces > Loonaangifte  Als je via Loondoorbetaling bij Verlof het Aanvullend geboorteverlof registreert, legt Payroll Business deze waarde voor  je vast. Anders moet je deze waarde zelf vastleggen in het scherm Loonaangifte. Actie Leg zo nodig zelf de juiste waarde vast in het veld Incidentele inkomstenvermindering, zoals hierboven beschreven. Soort Inkomen Wat Vanaf 2022 vervallen in het veld Soort inkomen de volgende waardes: 35: nWW-vervolguitkering 54: Opname levensloop door werknemer ouder dan 61 Actie Medewerker > Medewerker > Interfaces > Loonaangifte  Als bij een medewerker een van bovenstaande waardes is vastgelegd, wijzig deze dan per 2022 naar een nog geldige waarde. Code aard arbeidsverhouding Wat Vanaf 2022 vervallen de volgende waardes: 10: Wet soc.werkvoorziening (WSW) 21: WSW beschut werk 22: WSW detachering bij reguliere werkgever 23: WSW begeleid werk 24: Participatiewet beschut werk Actie Medewerker > Medewerker > Interfaces > Loonaangifte  Als bij een medewerker een van bovenstaande waardes is vastgelegd, wijzig deze dan per 2022 naar een nog geldige waarde. Auto van de zaak - nieuwe autocategorie Zonnecelauto Waarom Vanaf 2022 wijzigen de percentages auto van de zaak voor Elektrische auto's, auto's op zonnecel en auto's op waterstof van 12% naar 16%. Hoe Medewerker > Contract > Arbeidsvoorwaarden > Auto van de zaak De berekende percentages van onderstaande auto's zijn aangepast. Dit kun je ook zien in de lijst van het veld Auto categorie in het scherm Auto van de zaak. 6 - Zonder CO2-uitstoot (16% - miv 2022) 11 Waterstof-of zonnecelauto (16% - miv 2022) Actie Er is geen actie nodig. Rapportages Waarom Vanwege de nieuwe Aof-premies:  Aof laag, AOF Hoog, AOF Uitkering en WKO" en het vervallen van de AOF Basis  hebben we de benodigde rapportages daarop aangepast. Hoe Rapporten > controle > Controle overzicht loonaangifte Rapporten > controle > Verzamelloonstaat We hebben per 2022 aan deze rapporten de nieuwe velden toegevoegd en de oude velden eruit verwijderd. Actie Er is geen actie nodig.  Wijzigingen in signaleringen 2022 Fouten Code 2021 Code 2022 Signaal Nieuwe Tekst 1823 1823 1823 - Indicatie verzekerd WAO/IVA/WGA onjuist Als het veld Soort inkomen de waarde 17, 22, 23, 24, 34, 36, 37, 42, 43, 45, 50, 52 of 55 t/m 61 heeft, dan moet het veld WAO/IVA/WGA verzekerd de waarde Nee hebben. 1824 1824 1824 - Indicatie verzekerd WW onjuist Als het veld Soort inkomen de waarde 17, 22, 23, 24, 34, 36, 37, 42, 43, 45, 50, 52 of 55 t/m 61 heeft, dan moet het veld WW verzekerd de waarde Nee hebben. 1825 1825 1825 - Indicatie verzekerd ZW onjuist Als het veld Soort inkomen de waarde 17, 22, 23, 24, 34, 36, 37, 42, 43, 45, 50, 52 of 55 t/m 61 heeft, dan moet het veld ZW verzekerd de waarde Nee hebben. 2114 2208 2208 - Bij Soort inkomen hoort SV loon 0 Als het veld Soort inkomen gelijk is aan 11, 13 of 15 en het veld Aard arbeidsverhouding is 01, 11, 21, 22, 23, 24, 82 of 83, dan moet het veld Contr. onbep./bep. tijd gevuld zijn met onbepaalde tijd of bepaalde tijd. 2102 2213 2214 - Ind. Schriftelijke overeenkomst ontbreekt Als het veld Soort inkomen gelijk is aan 11, 13 of 15 en het veld Aard arbeidsverhouding is 01, 11, 21, 22, 23, 24, 82 of 83, dan moet het veld Schriftelijke arbeidsovk de waarde Ja of Nee hebben. 2109 2214 2215 - Indc. Oproepovereenkomst ontbreekt Als het veld Soort inkomen gelijk is aan 11, 13 of 15 en het veld Aard arbeidsverhouding is 01, 11, 21, 22, 23, 24, 82 of 83, dan moet het veld Schriftelijke arbeidsovk de waarde Ja of Nee hebben. 2110 2215 2215 - Indc. Oproepovereenkomst ontbreekt Als het veld Soort inkomen gelijk is aan 11, 13 of 15 en het veld Aard arbeidsverhouding is 01, 11, 21, 22, 23, 24, 82 of 83, dan moet het veld Oproepovereenkomst de waarde Ja of Nee hebben. 1903 2218 2218 - Bij Soort inkomen 13 hoort Aard arb.verh. 01 Als het veld Soort inkomen de waarde 13 (Loon directeur NV/BV, werkn.verz.) heeft, dan moet het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 01 (Arbeidsovereenkomst) hebben. Waarschuwingen   Publishing Date : 12/1/2021
Volledig artikel weergeven
01-12-2021 17:53 (Bijgewerkt op 24-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 871 Weergaven
Hier vind je informatie voor Payroll Business over de jaarovergang 2021 - 2022.   Vooraankondiging jaarovergang 2021-2022 Uitleg journalisering Aof premies 2022 Veelgestelde vragen jaarovergang 2020-2021
Volledig artikel weergeven
02-12-2020 19:55 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 820 Weergaven
1. Hoe sluit ik het jaar 2021 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra de eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kun je geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Wel heb je bij het rekenen in 2022 de keuze tussen rekenen in de nabetaalmodus of de correctiemodus (zie vraag 6). Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Let op: een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt als uiterste aangiftedatum 31-01-2022. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2021 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, adviseren wij om uiterlijk 25 januari 2022 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2021 uit te voeren.  2. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra je 2021 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kun je zelf bepalen wanneer je de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat je de jaaropgave opvraagt.            Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraag je de jaaropgaven per bedrijf aan. Als je vanaf periode 01 in nabetaalmodus werkt (zie vraag 6), zorg er dan voor dat je de jaaropgaven pas afroept als je er zeker van bent dat je geen aanvullende verwerking over 2021 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Als je in periode 01 in de correctiemodus gaat werken, heb je twee opties: Je wacht met het verzenden van de jaaropgaven totdat periode 01 is afgesloten, schakelt daarna over op nabetaalmodus en roept dan de jaaropgaven af voor alle medewerkers. Maar je kunt er ook voor kiezen om bij het afsluiten van 2020 alle medewerkers een normale jaaropgaaf te sturen en pas in februari of maart vervangende jaaropgaven te sturen naar de medewerkers waarvoor correcties zijn uitgevoerd. Let op dat je bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven leg je vast hoe je de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat je de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als je voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen. Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Medewerkergegevens > Medewerker (aanvullend) kun je in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kun je per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage selecteer je het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteer je ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, zie je die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, zie je de default inrichting die je hebt vastgelegd via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als je alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kun je het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2021, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maak je gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerkerniveau. Dit doe je via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage: gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het Salarisdossier geplaatst nadat je via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven hebt aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kun je er in het Salarisdossier voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In Salarisdossier kun je op medewerkerniveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. 3. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Instellingen > Overzicht bedrijfsinrichting > optie Referentietabellen kun je de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Visma | Youserve ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Visma | Youserve verwerkt. Wij informeren hierover via de Community. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kun je zelf uitvoeren via Instellingen > Berekening > Referentietabellen.  4. Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kun je invoeren in het scherm: Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Deze premies worden door de Belastingdienst verstrekt. 5. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als in het scherm Loonheffingen het veld Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat. als in het scherm Loonheffingen het veld Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage vraag je gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen, om te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. 6. Hoe ga ik om met correcties en nabetalingen over 2021? Veel wijzigingen die je straks in 2022 met terugwerkende kracht (TWK) vastlegt in 2021, kun je op twee manieren verwerken: als correctie of als nabetaling. Correctie Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2021 en aangegeven in het betreffende tijdvak van 2021. Nabetaling Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2022 en aangegeven in het actuele tijdvak van 2022. Specifieke verrekeningen zoals de Fiscale correctie lease auto en de toepassing van de 30% regeling moet je altijd in het voorgaande jaar verwerken. Je kunt er voor kiezen om in 2022 in de nabetaalmodus te gaan draaien of je kunt er voor kiezen om eerst in de correctiemodus te blijven.  Aandachtspunten Nabetaalmodus In de nabetaalmodus kiezen veel gebruikers er voor om zo lang mogelijk aanvullende verwerkingen in het oude jaar te blijven draaien en de eerste verwerking van het nieuwe jaar uit te stellen. Zodoende is er maximaal de tijd om nog wijzigingen over 2021 door te voeren.  Als je dan na de eerste verwerking van periode 2022-01 constateert dat er nog mutaties over 2021 moeten plaatsvinden, kun je dit alleen doen met handmatige correcties: Je moet dan handmatige correcties voor 2021 rechtstreeks in de Loonaangifte vastleggen. Daarnaast moet je handmatig een gecorrigeerde jaaropgave aan de medewerker verstrekken. Correctiemodus Het voordeel van de correctiemodus is dat je, zolang als je wilt in de correctiemodus kunt blijven werken, ook als je al bent begonnen met verwerkingen in het nieuwe jaar: Kies je voor de correctiemodus, dan geldt het volgende: Alle herrekenverschillen over vorig jaar worden verwerkt volgens de rekenregels van vorig jaar. Er wordt automatisch een nieuwe loonaangifte van vorig jaar aangemaakt. Voor de medewerkers die het betreft, kun je automatisch een vervangende jaaropgaaf aanmaken. Diverse overzichten bieden de mogelijkheid om op twee manieren naar de gegevens te kijken: actueel, origineel of fiscaal. Controle en wijziging instellingen Instellingen > Algemeen > Stuurgegevens   In het veld Nabetalingen vanaf periode kun je opgeven vanaf welke periode je wilt beginnen met nabetalen. Vanaf die periode worden alle herrekenverschillen over 2021 belast volgens de rekenregels van 2022 en verwerkt in de loonaangifte van 2022. Zolang de ingestelde periode niet is bereikt, blijf je in de correctiemodus: herrekenverschillen over 2021 worden dan belast volgens de rekenregels van 2021 en verwerkt in de loonaangifte van 2021. Voorbeeld 1 Je brengt geen wijziging aan in de standaard waarde: Nabetalingen vanaf periode = 1 Hierdoor worden vanaf periode 1 alle wijzigingen over 2021 als nabetaling verwerkt. Voorbeeld 2 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 4 Hierdoor worden gedurende periode 1 t/m 3  alle wijzigingen over 2021 als correctie verwerkt. Voorbeeld 3 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 99 Hierdoor worden gedurende het hele jaar alle wijzigingen over 2021 als correctie verwerkt. Overige aandachtspunten voor het invullen van Nabetalingen vanaf periode Kies een periode waarin normaal gesproken in de onderneming geen correcties meer van toepassing zijn.  Als er vóór die periode toch al nabetalingen moeten plaatsvinden, leg deze dan vast met een eenmalige component Moeten er ná die periode toch correcties plaatsvinden, dan geldt daarvoor de werkwijze tot nu toe: je legt de correcties vast via de module Loonaangifte. Let op de peildatum verloon je per maand, gebruik dan 1 januari 2022 verloon je per 4-weken, gebruik dan 03 januari 2022  Wijziging Nabetalingen vanaf periode later in het jaar Zodra je binnen een bepaald afrekenjaar een payrollperiode definitief afsluit in de nabetaalmodus, is het niet meer mogelijk om in datzelfde jaar terug te keren naar de correctiemodus. Je kunt wel altijd als peildatum 1 januari van het volgende jaar kiezen en de instellingen voor het nieuwe jaar wijzigen. Ook kun je het tijdvenster voor correcties verlengen, zolang je nog geen salarisperiode in nabetaalmodus heeft afgesloten. Het is mogelijk om midden in een periode over te stappen van correcties naar nabetalingen. Start daarna een vervolgverwerking: voor zover nodig, voert Payroll Business de berekeningen opnieuw uit, dit keer in nabetaalmodus. Het is mogelijk om halverwege de periode over te stappen van nabetaalmodus naar correctiemodus, zolang er nog geen eerdere periode is afgesloten in de nabetaalmodus. Online help Voor meer uitleg over correcties en nabetalingen, zie de uitleg in de online help, onderwerp Berekening met terugwerkende kracht over de jaargrens heen bij de Procedurebeschrijvingen. Hier wordt onder andere uitgelegd hoe je de verschillende rapporten kunt gebruiken voor het controleren van de TWK-mutaties. 7. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren inzenden? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kun je naar verwachting vanaf februari 2022 inzenden naar de Belastingdienst. Heb je de salarisverwerking voor de laatste periode van 2021 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kun je eventuele correctieberichten die voortkomen uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2021 pas vanaf februari 2022 inzenden. Als je verwacht dat je aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2021, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2021 totdat je zeker weet dat je het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2022 gaat openen. 8. Hoe selecteer ik een autocategorie met bijtellingspercentage dat geldig is voor 2022? De tabel waaruit je in het scherm Auto van de zaak via het veld Auto categorie de categorie voor het bijtellingspercentage van de auto kiest, toont in de omschrijving het bijtellingspercentage dat zou gelden als je op dat moment een nieuwe tenaamstelling van de auto van de zaak zou registreren. De oude bijtelllingspercentages blijven geldig bij tenaamstellingen in voorgaande jaren. Slechts de omschrijving wordt aangepast op basis van de geldende regeling voor een tenaamstelling in dat jaar. Zo zie je bijvoorbeeld: in 2021 voor categorie 11 de omschrijving Waterstof- of zonnecelauto (12% miv 2021) in 2022 voor categorie 11 de omschrijving Waterstof- of zonnecelauto (16% miv 2021) in 2021 voor categorie 6 de omschrijving Zonder CO2-uitstoot (12% miv 2021) in 2022 voor categorie 6 de omschrijving Zonder CO2-uitstoot (16% miv 2021) Auto's die een tenaamstelling hebben die overeenkomt met een datum ná 1-1-2022, hebben het nieuwe bijtellingspercentage van 16%. Op basis van de juiste categorie en de datum tenaamstelling past Payroll Business het juiste bijtellingspercentage toe.  Publishing Date : 12/2/2021
Volledig artikel weergeven
02-12-2021 15:58 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 788 Weergaven
Gewijzigd in versie 2 In versie twee van deze vooraankondiging hebben we in het onderwerp Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) het volgende gewijzigd. Er stond dat het PAWW-percentage per 2021 zou wijzigen van 0,4% naar 0,5%. Het PAWW-percentage blijft echter in 2021 ongewijzigd, dus 0,4%. Aanpassingen wet- en regelgeving 2021 Inleiding In deze Vooraankondiging vind je informatie over de aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2020 naar 2021. De meeste functionele aanpassingen zijn opgenomen in de december release van Payroll Business. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de januari release. In deze Vooraankondiging vind je de definitieve informatie over de aanpassingen voor de jaarovergang. Als er naderhand aanvullingen zijn op de informatie in deze Vooraankondiging, vermelden we deze in de Release notes van januari 2021. Diverse wettelijke wijzigingen voor 2021 hebben we al in oktober, november en december in Payroll Business doorgevoerd, om de jaarovergang zo makkelijk mogelijk te maken. In deze Vooraankondiging vatten we alle zaken nog eens samen, zodat je alles op een plek kunt raadplegen.  Nieuwsbrief Belastingdienst Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 van de Belastingdienst die je kunt downloaden van www.belastingdienst.nl. Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2021 omhoog naar € 4.205. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 35.652 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2021 verminderd met 6,0% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 105.735 of hoger is. Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd naar € 2.837. De algemenen heffingskorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Bij een jaarinkomen boven het grensbedrag € 21.043 wordt de algemene heffingskorting afgebouwd met een percentage van 5,977% en is volledig afgebouwd vanaf het inkomen € 68508.  Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd naar € 1703. De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 37.970 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.703. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Bijzondere beloningen Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast aan de cijfers van 2021. Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd naar € 761. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz. Het bedrag € 761 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de AOW leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing jonggehandicaptenkorting de bedragen van 2021 opgenomen. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.  Levensloopverlofkorting  De levensloopverlofkorting wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd naar € 223. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz Het bedrag van € 223 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de werknemer of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de 1e dag van de maand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan levensloopverlofkorting. Hiervoor hebben wij in de referentietabel Loonheffing levensloopverlofkorting de bedragen van 2021 opgenomen. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als de medewerker levensloopverlof opneemt en aan de gestelde voorwaarden voldoet.    Minimumloon  De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2021 zijn toegevoegd aan de referentietabel. De Minimumloon indicatie 1 = Standaard De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg Voor de medewerkers van de Beroepsbegeleidende leerweg zijn afwijkende minimumlonen van toepassing.   Minimumloon indicatie Leeftijd Maandbedrag Weekbedrag Dagbedrag 1 015 505,45 116,65 23,33 1 016 581,25 134,15 26,83 1 017 665,50 153,60 30,72 1 018 842,40 194,40 38,88 1 019 1010,90 233,30 46,66 1 020 1347,85 311,05 62,21 1 021 1684,80 388,80 77,76 2 018 766,60 176,90 35,38 2 019 884,50 204,10 40,82 2 020 1035,15 239,10 47,82 Percentages en parameters Sociale Verzekeringen Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2021 verhoogd naar € 58.311, was in 2020 € 57.232. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2021 vastgesteld op 2,70%, was in 2020 2,94%. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2021 vastgesteld op 7,70%, was in 2020 7,94%. Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds en opslag tot dekking kinderopvangtoeslag Het percentage voor de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds is per 1 januari 2021 verlaagd naar 7,03%; in 2020 was dit 6,77%.  Het percentage voor de opslag tot dekking kinderopvangtoeslag is in 2021 gehandhaafd op 0,50%. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2021 verlaagd naar 7,00%; in 2020 was dit 6,95%. Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2021 verhoogd naar  5,75%; in 2020 was dit 5,45%. Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) Update 8 januari 2021: in de eerste week van januari heeft de Stichting PAWW ons laten weten dat de stijging van het percentage voor de premie PAWW met 0,1% per 1 januari 2021 niet doorgaat. Het percentage voor 2021 is dus niet 0,50%; maar net als in 2020 0,40%. In Payroll Business hebben we dit aangepast in release 2021-01 die is uitgeleverd in het weekend van 9 en 10 januari. Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. Pensioenwijzigingen 2021  Uniforme Pensioen Aangifte Meer pensioenfondsen stappen over op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook in 2021 gaat een aantal fondsen deze overstap maken. Dit houdt in dat je ook de inrichting moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van het pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | Raet aan. Wij zijn op dit moment druk bezig met verschillende pensioenfondsen om de nieuwe regelingen en koppelingen te testen, zodat je vanaf de januari pensioenaangifte via het UPA-bericht kunt doen. Zodra deze pensioenfondsen in 2021 via deze route moeten gaan aanleveren, nemen zij hierover contact me je op. De volgende pensioenfondsen gaan geheel of gedeeltelijk met een aantal regelingen over op UPA: TKP Bakkers Landbouw Recreatie AZL VLEP Houtverwerkende industrie Tevens vinden er een aantal verschuivingen plaats van Fondsen die overstappen van Uitvoerder.  PGB neemt het fonds Reiswerk over van Centric en het fonds AVH van AGH. TKP neemt het fondsen Meubel & Hout overvan Centric en het fonds Kappers van AGH. APG Instellingen > Gegevensuitwisseling > Interfaces / Periodieke Interface APG Voor APG verandert alleen de reden einde arbeidsovereenkomst. Tot en met 2020 gebruikt APG een eigen tabel met redenen uit dienst die werden opgeven via een conversietabel. Vanaf 2021 gaat APG echter dezelfe redenen uit dienst gebruiken die de de Belastingdienst gebruikt. Als jouw organisatie de waardenlijst met redenen uit dienst van de Belastingdienst gebruikt die Visma | Raet onderhoudt op landniveau, maak dan in het scherm van de Periodieke interface APG het veld APG itf. reden einde dienstverband conv.tabel leeg. Gebruikt jouw organisatie een eigen waardenlijst met redenen uit dienst, dan is er voor het doorgeven van de juiste waarden aan de Belastingdienst al een conversietabel ingericht. Deze Conversietabel kun je dan ook koppelen via het veld APG itf. reden einde dienstverband conv.tabel in het scherm Periodieke interface APG. Aanpassingen Payroll Business 2021 Indicatie publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd Waarom Vanaf 2021 is aan de Loonaangifte de Indicatie publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd toegevoegd.  Hoe Medewerker > Contract > Arbeidscontract Om dit aan te sturen is per 1-1-2021 aan het scherm Arbeidscontract het veld Publiekrechtelijke aanstelling voor onbep. tijd toegevoegd. Dit veld heeft als standaardwaarde Niet van toepassing. Nieuw Soort inkomen - Uitkering in kader van vervroegde uittreding Waarom Vanaf 2021 is er een nieuw soort inkomen bijgekomen: 53 Uitkering in kader van vervroegde uittreding. Hoe Medewerker > Interfaces > Loonaangifte  Wij hebben deze nieuwe inkomenssoort per 1-1-2021 toegevoegd aan de lijst van het veld Soort inkomen in het medewerkerscherm Interfaces > Loonaangifte. Auto van de zaak - nieuwe autocategorie Zonnecelauto Waarom Vanaf 2021 kent de auto van de zaak een nieuwe categorie, namelijk de zonnecelauto. Hoe Medewerker > Contract > Arbeidsvoorwaarden > Auto van de zaak Omdat je de zonnecelauto op dezelfde manier moet behandelen als de auto op waterstof hebben we in de waardenlijst van het veld Auto categorie de categorie 11 Auto op waterstof (8% - miv 2020) aangepast naar Waterstof- of zonnecelauto (12% - miv 2021). Aanpassingen Signaleringen 2021 Vervallen Signalen De volgende foutsignalen zijn per 1 januari 2021 vervallen: 2053 - Aanwas AWf herzien stagiair moet 0 zijn 2053 - Aanwas AWf hoog stagiair moet 0 zijn 2053 - Aanwas AWf laag stagiair moet 0 zijn Nieuwe reguliere controles - waarschuwing in Signaleringsverslag De volgende signalen voor de loonaangifte komen voortaan als waarschuwing in het Signaleringsverslag te staan. Deze waarschuwingen zijn gebaseerd op bepaalde signalen van de Belastingdienst, maar zorgen er niet voor dat de Belastingdienst de loonaangifte afkeurt. Het is echter wel de bedoeling dat je naar aanleiding van dergelijke waarschuwingen de inrichting controleert en zo nodig corrigeert. Doe je dit niet, dan koppelt de Belastingdienst de signalen terug via de maandelijkse brief die zij versturen.    Signalering - WAARSCHUWING Toelichting 2041 - De Indicatie oproepovereenkomst is N terwijl het Aantal contracturen per week 0 is. Als het veld Soort inkomen gelijk is aan 11, 13 of 15, dan moet bij het veld Oproepovereenkomst de waarde Ja zijn ingevuld. 2103 - Indicatie overeenkomst Arb, Opr, Schrift Als het veld Aard arbeidsverhouding gelijk is aan 4, 6, 7, 18, 79 of 81, dan moeten de volgende velden gevuld zijn met Niet van toepassing: Contr. onbep./bep. tijd Schriftelijke arbeidsovk Oproepovereenkomst  2105 - Publ.recht.aanstelling moet Ja of Nee zijn Als het veld Soort inkomen de waarde 11, 13 of 15 heeft en het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 18, dan moet het veld Publiekrechtelijke aanstelling voor onbep. tijd de waarde Ja of Nee hebben. 2106 - Publ.recht.aanstelling moet NVT zijn Als de waarde van het veld Soort inkomen ongelijk is aan 11, 13 of 15 OF de waarde van het veld Aard arbeidsverhouding ongelijk is aan 18, dan moet Publiekrechtelijke aanstelling voor onbep. tijd de waarde N.V.T hebben. 2107 - Aant verl uren 0 als loon is vak.bijs. + ex Als loon in geld groter is dan € 0 en gelijk is aan de som van vakantiebijslag en extra periode salaris en incidentele inkomstenvermindering is niet Z en datum einde inkomstenverhouding is leeg, dan moet het aantal verloonde uren gelijk zijn aan 0. 2114 - Bij Soort inkomen hoort SV loon 0 Als het veld Soort inkomen de waarde 17, 22, 23, 24, 34, 36 37, 42, 43, 45, 50 of 52 t/m 63 bevat, dan moet het SV loon 0 zijn. Nieuwe poortcontroles - Fout in Signaleringsverslag Deze signaleringen voor de Loonaangifte komen als fout in het Signaleringsverslag te staan en moet je oplossen voordat je de loonaangifte verstuurt. Doe je dit niet, dan keurt de Belastingdienst de loonaangifte hierop af. Signalering -  FOUT Toelichting 1704 - Soort ink fout als loon uit overwerk niet 0 Als loon uit overwerk ongelijk is aan 0, dan moet het veld Soort inkomen gelijk zijn aan 11, 13, 15 of 17. 1713 - Aantal verloonde uren moet nul zijn Als het veld Soort inkomen niet de waarde 11, 13, 15, 17, 31 of 33 bevat, dan moet het (berekende) Aantal verloonde uren 0 (nul) zijn. 1828 - LKV aanvr oudere wn niet toegest: lft < 56 Als de leeftijd van de medewerker jonger is dan 56 dan mag het veld Ind. aanvraag LKV oudere werknemer niet de waarde Ja bevatten. 1829 - LKV aanv niet toeges bij Srt.ink en WN verz Als het veld Soort inkomen niet de waarde 11, 13, 15 of 31 bevat en de medewerker is niet verzekerd voor de sociale verzekeringen (ZW, WW, WAO/IVA/WGA), dan mogen de volgende velden niet de waarde Ja bevatten: Ind. aanvraag LKV oudere werknemer Ind. aanvraag LKV arbeidsgehandicapte medewerker Ind. aanvraag LKV doelgroep banenafspraak Ind. aanvraag LKV herplaatsen arbeidsgeh wn 1830 - LKV aanvr niet toegest: AOW ger.lft bij ind   Als de leeftijd bij aanvang van het dienstverband gelijk is aan of groter is dan de AOW-gerechtigde leeftijd, dan mogen de volgende velden niet de waarde Ja bevatten: Ind. aanvraag LKV oudere werknemer Ind. aanvraag LKV arbeidsgehandicapte medewerker Ind. aanvraag LKV doelgroep banenafspraak Ind. aanvraag LKV herplaatsen arbeidsgeh wn 1831 - LKV aanv niet toeges AOW lft bij start per. Als de leeftijd op de begindatum van de afrekenperiode gelijk is aan of groter is dan de AOW-gerechtigde leeftijd, dan mogen de volgende velden niet de waarde Ja bevatten: Ind. aanvraag LKV oudere werknemer Ind. aanvraag LKV arbeidsgehandicapte medewerker Ind. aanvraag LKV doelgroep banenafspraak Ind. aanvraag LKV herplaatsen arbeidsgeh wn 1917 - Bij soort inkomen hoort Aard arb.verh. 99 Als het veld Soort inkomen de waarde 17, 22, 23, 24, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 43, 45, 46, 50, 52, 55 t/m 61 of 63 bevat, dan moet het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 99 (Niet van toepassing) bevatten. 2102 - Ind. Arbeidsovereenkomst ontbreekt Als het veld Soort Inkomen de waarde 11, 13 of 15 bevat en het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 01, 10, 11, 82 of 83, dan moet het veld Contr. onbep./bep. tijd gevuld zijn met onbepaalde tijd of bepaalde tijd. 2109 - Ind. Schriftelijke overeenkomst ontbreekt Als het veld Soort Inkomen de waarde 11, 13 of 15 bevat en het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 01, 10, 11, 82 of 83, dan moet het veld Schriftelijke arbeidsovk de waarde Ja of Nee bevatten. 2110 - Indc. Oproepovereenkomst ontbreekt Als het veld Soort Inkomen de waarde 11, 13 of 15 bevat en het veld Aard arbeidsverhouding de waarde 01, 10, 11, 82 of 83, dan moet het veld Oproepovereenkomst de waarde Ja of Nee bevatten.   Publishing Date : 12/3/2020
Volledig artikel weergeven
03-12-2020 19:47 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 886 Weergaven
1. Hoe sluit ik het jaar 2020 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra de eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kun je geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Wel heb je bij het rekenen in 2021 de keuze tussen rekenen in de nabetaalmodus of de correctiemodus (zie vraag 6). Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Let op: een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt als uiterste aangiftedatum 31-01-2021. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2020 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, adviseren wij om uiterlijk 25 januari 2021 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2020 uit te voeren.  2. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra je 2020 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kun je zelf bepalen wanneer je de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat je de jaaropgave opvraagt.            Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraag je de jaaropgaven per bedrijf aan. Als je vanaf periode 01 in nabetaalmodus werkt (zie vraag 6), zorg er dan voor dat je de jaaropgaven pas afroept als je er zeker van bent dat je geen aanvullende verwerking over 2020 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Als je in periode 01 in de correctiemodus gaat werken, heb je twee opties: Je wacht met het verzenden van de jaaropgaven totdat periode 01 is afgesloten, schakelt daarna over op nabetaalmodus en roept dan de jaaropgaven af voor alle medewerkers. Maar je kunt er ook voor kiezen om bij het afsluiten van 2020 alle medewerkers een normale jaaropgaaf te sturen en pas in februari of maart vervangende jaaropgaven te sturen naar de medewerkers waarvoor correcties zijn uitgevoerd. Let op dat je bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven leg je vast hoe je de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat je de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als je voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen. Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Medewerkergegevens > Medewerker (aanvullend) kun je in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kun je per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage selecteer je het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteer je ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, zie je die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, zie je de default inrichting die je hebt vastgelegd via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als je alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kun je het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2020, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maak je gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerkerniveau. Dit doe je via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage: gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het Salarisdossier geplaatst nadat je via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven hebt aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kun je er in het Salarisdossier voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In Salarisdossier kun je op medewerkerniveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. 3. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Instellingen > Overzicht bedrijfsinrichting > optie Referentietabellen kun je de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Raet ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Raet verwerkt. Wij informeren hierover via Youforce. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kun je zelf uitvoeren via Instellingen > Berekening > Referentietabellen.  4. Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kun je invoeren in het scherm: Instellingen > Berekening > Gegevens UWV. Deze premies worden door de Belastingdienst verstrekt. 5. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als in het scherm Loonheffingen het veld Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat. als in het scherm Loonheffingen het veld Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controle > Ad-hoc rapportage vraag je gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen, om te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. 6. Hoe ga ik om met correcties en nabetalingen over 2020? Veel wijzigingen die je straks in 2021 met terugwerkende kracht (TWK) vastlegt in 2020, kun je op twee manieren verwerken: als correctie of als nabetaling. Correctie Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2020 en aangegeven in het betreffende tijdvak van 2020. Nabetaling Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2021 en aangegeven in het actuele tijdvak van 2021. Specifieke verrekeningen zoals de Fiscale correctie lease auto en de toepassing van de 30% regeling moet je altijd in het voorgaande jaar verwerken. Je kunt er voor kiezen om in 2021 in de nabetaalmodus te gaan draaien of je kunt er voor kiezen om eerst in de correctiemodus te blijven.  Aandachtspunten Nabetaalmodus In de nabetaalmodus kiezen veel gebruikers er voor om zo lang mogelijk aanvullende verwerkingen in het oude jaar te blijven draaien en de eerste verwerking van het nieuwe jaar uit te stellen. Zodoende is er maximaal de tijd om nog wijzigingen over 2020 door te voeren.  Als je dan na de eerste verwerking van periode 2020-01 constateert dat er nog mutaties over 2020 moeten plaatsvinden, kun je dit alleen doen met handmatige correcties: Je moet dan handmatige correcties voor 2020 rechtstreeks in de Loonaangifte vastleggen. Daarnaast moet je handmatig een gecorrigeerde jaaropgave aan de medewerker verstrekken. Correctiemodus Het voordeel van de correctiemodus is dat je, zolang als je wilt in de correctiemodus kunt blijven werken, ook als je al bent begonnen met verwerkingen in het nieuwe jaar: Kies je voor de correctiemodus, dan geldt het volgende: Alle herrekenverschillen over vorig jaar worden verwerkt volgens de rekenregels van vorig jaar. Er wordt automatisch een nieuwe loonaangifte van vorig jaar aangemaakt. Voor de medewerkers die het betreft, kun je automatisch een vervangende jaaropgaaf aanmaken. Diverse overzichten bieden de mogelijkheid om op twee manieren naar de gegevens te kijken: actueel, origineel of fiscaal. Controle en wijziging instellingen Instellingen > Algemeen > Stuurgegevens   In het veld Nabetalingen vanaf periode kun je opgeven vanaf welke periode je wilt beginnen met nabetalen. Vanaf die periode worden alle herrekenverschillen over 2020 belast volgens de rekenregels van 2021 en verwerkt in de loonaangifte van 2021. Zolang de ingestelde periode niet is bereikt, blijf je in de correctiemodus: herrekenverschillen over 2020 worden dan belast volgens de rekenregels van 2020 en verwerkt in de loonaangifte van 2020. Voorbeeld 1 Je brengt geen wijziging aan in de standaard waarde: Nabetalingen vanaf periode = 1 Hierdoor worden vanaf periode 1 alle wijzigingen over 2020 als nabetaling verwerkt. Voorbeeld 2 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 4 Hierdoor worden gedurende periode 1 t/m 3  alle wijzigingen over 2020 als correctie verwerkt. Voorbeeld 3 Je legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 99 Hierdoor worden gedurende het hele jaar alle wijzigingen over 2020 als correctie verwerkt. Overige aandachtspunten voor het invullen van Nabetalingen vanaf periode Kies een periode waarin normaal gesproken in de onderneming geen correcties meer van toepassing zijn.  Als er vóór die periode toch al nabetalingen moeten plaatsvinden, leg deze dan vast met een eenmalige component Moeten er ná die periode toch correcties plaatsvinden, dan geldt daarvoor de werkwijze tot nu toe: je legt de correcties vast via de module Loonaangifte. Let op de peildatum verloon je per maand, gebruik dan 1 januari 2021 verloon je per 4-weken, gebruik dan 05 januari 2021 Wijziging Nabetalingen vanaf periode later in het jaar Zodra je binnen een bepaald afrekenjaar een payrollperiode definitief afsluit in de nabetaalmodus, is het niet meer mogelijk om in datzelfde jaar terug te keren naar de correctiemodus. Je kunt wel altijd als peildatum 1 januari van het volgende jaar kiezen en de instellingen voor het nieuwe jaar wijzigen. Ook kun je het tijdvenster voor correcties verlengen, zolang je nog geen salarisperiode in nabetaalmodus heeft afgesloten. Het is mogelijk om midden in een periode over te stappen van correcties naar nabetalingen. Start daarna een vervolgverwerking: voor zover nodig, voert Payroll Business de berekeningen opnieuw uit, dit keer in nabetaalmodus. Het is mogelijk om halverwege de periode over te stappen van nabetaalmodus naar correctiemodus, zolang er nog geen eerdere periode is afgesloten in de nabetaalmodus. Online help Voor meer uitleg over correcties en nabetalingen, zie de uitleg de online help, onderwerp Berekening met terugwerkende kracht over de jaargrens heen bij de Procedurebeschrijvingen. Hier wordt onder andere uitgelegd hoe je de verschillende rapporten kunt gebruiken voor het controleren van de TWK-mutaties. 7. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren inzenden? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kun je naar verwachting vanaf februari 2021 inzenden naar de Belastingdienst. Heb je de salarisverwerking voor de laatste periode van 2020 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kun je eventuele correctieberichten die voortkomen uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2020 pas vanaf februari 2021 inzenden. Als je verwacht dat je aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2020, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2020 totdat je zeker weet dat je het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2021 gaat openen. 8. Hoe selecteer ik een autocategorie met bijtellingspercentage dat geldig is voor 2021? De tabel waaruit je in het scherm Auto van de zaak via het veld Auto categorie de categorie voor het bijtellingspercentage van de auto kiest, toont in de omschrijving het bijtellingspercentage dat zou gelden als je op dat moment een nieuwe tenaamstelling van de auto van de zaak zou registreren. De oude bijtelllingspercentages blijven geldig bij tenaamstellingen in voorgaande jaren. Slechts de omschrijving wordt aangepast op basis van de geldende regeling voor een tenaamstelling in dat jaar. Zo zie je bijvoorbeeld: in 2020 voor categorie 11 de omschrijving Auto op waterstof (8% - miv 2020) in 2021 voor categorie 11 de omschrijving Waterstof- of zonnecelauto (12% miv 2021) Auto's die een tenaamstelling hebben die overeenkomt met een datum ná 1-1-2021, hebben het nieuwe bijtellingspercentage van 12%. Op basis van de juiste categorie en de datum tenaamstelling past Payroll Business het juiste bijtellingspercentage toe.  9. Waarom mag ik bij de komende jaarovergang bepaalde velden in de arbeidsvoorwaardenschermen voor Verlof opbouw niet invullen? Begin 2020 is de arbeidsvoorwaarde Verlof opbouw aangepast en wordt het verlof uitgesplitst in wettelijk en bovenwettelijk verlof. Voor een goede conversie naar wettelijk en bovenwettelijk verlof, is aan het bedrijfsscherm en medewerkerscherm van de arbeidsvoorwaarde Verlof opbouw een aantal velden toegevoegd, waarin u kon opgeven hoe u deze conversie wilde laten verlopen.  Payroll Business boekt de verlofsaldo's nu automatisch door en zal de verlofsaldo's die zijn verjaard, laten vervallen. Dit laatste gebeurt alleen als u dit heeft vastgelegd via de velden Vervaltermijn wettelijk verlof en Vervaltermijn bovenwettelijk verlof. De velden die wij voor de conversie van 2019 naar 2020 hebben toegevoegd, moet u bij de conversie van 2020 - 2021 niet invullen. Wij hebben deze velden niet van het scherm hebben gehaald, omdat er wensen zijn om de velden te gebruiken als een medewerker van werkgever wisselt binnen dezelfde holding (klant) en de verlofsaldo's meegenomen moeten worden. Dit is momenteel nog in onderzoek. Hieronder ziet je om welke velden het gaat. Instellingen > Berekening > Arbeidsvoorwaardegegevens > Verlof - opbouwmethode Het volgende veld moet u bij de jaarovergang naar 2021 niet invullen. Automatisch vullen verlofsaldo (oude regeling) Medewerker > Contract > Arbeidsvoorwaarden > Verlof - opbouwmethode De volgende velden moet u bij de jaarovergang naar 2021 niet invullen. Automatisch vullen verlofsaldo (oude regeling) Verlofsaldo (boven)wettelijk voorgaande jaren Verlofsaldo wettelijk voorgaande jaren Verlofsaldo bovenwettelijk voorgaande jaren Verlofsaldo wettelijk ouder dan 5 jaar Verlofsaldo bovenwettelijk ouder dan 5 jaar Verlofsaldo wettelijk 5 jaar oud Verlofsaldo bovenwettelijk 5 jaar oud Verlofsaldo wettelijk 4 jaar oud Verlofsaldo bovenwettelijk 4 jaar oud Verlofsaldo wettelijk 3 jaar oud Verlofsaldo bovenwettelijk 3 jaar oud Verlofsaldo wettelijk 2 jaar oud Verlofsaldo bovenwettelijk 2 jaar oud Verlofsaldo wettelijk 1 jaar oud Verlofsaldo bovenwettelijk 1 jaar oud Publishing Date : 12/2/2020
Volledig artikel weergeven
02-12-2020 20:03 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 736 Weergaven
Vooraankondiging Jaarovergang 2019-2020 - deel 1 Aanpassingen wet- en regelgeving 2020 In deze vooraankondiging informeren wij u over een aantal geplande aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2019 naar 2020 die invloed hebben op uw eigen processen. De december release van Payroll Business bevat de meeste functionele aanpassingen. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de Kerstrelease. Indien functionele aanpassingen al eerder beschikbaar zijn, zullen we u informeren via de release notes. De definitieve informatie over deze aanpassingen vindt u in de Jaarovergang in december.  Belastingdeel heffingskortingen ook van toepassing voor België, Suriname en Aruba De heffingskortingen binnen de loonbelasting en de inkomstenbelasting bestaan uit een belastingdeel en een premiedeel. Vanaf 1-1-2019 hebben alleen inwoners van Nederland nog recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Vanwege belastingverdragen hebben ook inwoners van België, Suriname en Aruba recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Met ingang van 2020 heeft de Belastingdienst hiervoor aparte tabellen beschikbaar. Dat betekent dat u vanaf 2020 de algemene heffingskorting wel via het loon kunt verrekenen. Nieuwe groepen berekenen loonheffing Bovenstaande betekent dat er met ingang van 1-1-2020 voor het berekenen van de loonheffing twee nieuwe groepen van toepassing zijn:  België Suriname/Aruba  Oplossing in Payroll Business - nieuwe  waarden voor Woonsituatie loonheffing Medewerker > Loonheffingen In het scherm Loonheffingen zijn aan het gegevenselement Woonsituatie loonheffing per 1-1-2020 de volgende nieuwe validatiewaarden toegevoegd: 4. België 5. Suriname/Aruba Als bij bestaande medewerkers in het scherm Medewerker(s) bij het veld Woonland de waarde België, Suriname of Aruba is vastgelegd, vult Payroll Business voor deze medewerkers automatisch de juiste waarde in bij Woonsituatie loonheffing. Dit gebeurt ook als u al eerder de Woonsituatie Loonheffing voor medewerkers met woonlanden België, Suriname of Aruba hebt aangepast. Als bij een medewerker voor gegevenselement toch een andere waarde van toepassing is, moet u dit zelf handmatig aanpassen. Uw actie De nieuwe waarden voor de Woonsituatie loonheffing zijn met ingang van 1-1-2020 beschikbaar. Als u de geconverteerde waarde of standaard waarde wilt aanpassen naar een andere waarde, moet u dit doen in het scherm Loonheffingen en daar kiezen voor de Ingangsdatum 1-1-2020. Let op 1 Het wijzigingen van het Woonland kan leiden tot het aanpassen van de Woonsituatie loonheffing. Bij iedere wijziging van het Woonland kijkt Payroll Business of dit overeenkomt met de Woonsituatie loonheffing. Als dat niet het geval is, past het systeem de Woonsituatie loonheffing automatisch aan. Let op 2 Het systeem past de Woonsituatie loonheffing niet aan als u deze ooit ergens in de tijd handmatig hebt aangepast. Voor de zekerheid raden wij u aan om dit veld te controleren na de verwerking van januari en daar aan te passen waar nodig. Hoge en lage WW-premie Met ingang van 1 januari 2020 wordt de Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) van kracht. Een onderdeel van deze wet is het invoeren van een hogere en een lagere WW-premie gebaseerd op het type contract. Voor het mogen toepassen van de lage WW-premie moet een contract voldoen aan de volgende drie voorwaarden: Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd Schriftelijke arbeidsovereenkomst het betreft geen oproepovereenkomst Als niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, geldt de hoge WW-premie.  Altijd lage WW-premie Er zijn drie uitzonderingssituaties waarvoor altijd de lage WW-premie geldt: Voor medewerkers met een leerovereenkomst op grond van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Voor medewerkers die bij aanvang van het aangiftetijdvak jonger zijn dan 21 jaar en in dat aangiftetijdvak maximaal 48 verloonde uren (vierwekenaangifte) of 52 verloonde uren (maandaangifte) hebben. Voor uitkeringen werknemersverzekeringen: uitkeringen door UWV, betalingen door een eigenrisicodrager ZW en WGA en werkgeversheffingen. Als er lage WW-premie is berekend, kan achteraf toch de premie worden herzien en gewijzigd in de hoge WW-premie. Dit geldt in de volgende situaties: Beëindiging arbeidsovereenkomst binnen twee maanden. Meer dan 30% verloonde uren dan contracturen in een kalenderjaar Oplossing in Payroll Business Automatische berekening hoge en lage WW-premie Voor medewerkers die WW-verzekerd zijn, berekent Payroll Business de WW-premie op basis van de volgende drie gegevenselementen in het scherm Arbeidscontract. het bestaande gegevenselement Contact onbep./ bep. tijd het nieuwe gegevenselement Schriftelijke arbeidsovk het nieuwe gegevenselement Oproepovereenkomst Beide nieuwe gegevenselementen komen met ingang van de november release beschikbaar. Per 30-12-2019 (4-weken verloning) of 1-1-2020 (maandverloning) nemen we deze nieuwe velden op in de aangiftes.  Payroll Business berekent de lage WW-premie als de gegevenselementen de onderstaande waarde hebben: Gegevenselement Waarde Contact onbep./bep. tijd Onbepaalde tijd Schriftelijke arbeidsovk Ja Oproepovereenkomst Nee In alle andere gevallen berekent Payroll Business de hoge WW-premie. Automatisch afleiden waarde Oproepovereenkomst De default waarde voor Schriftelijke arbeidsovk is Ja. Voor bestaande medewerkers wordt de waarde van het gegevenselement Oproepovereenkomst afgeleid van de waarde voor Soort inkomen of Arbeidsvoorwaarde variant van het Salaris. In de tabel hieronder ziet u op basis van welke waarden het afleiden van de waarde van Oproepovereenkomst plaatsvindt: Soort Inkomen Salaris - arbeidsvoorwaardenvariant Oproepovereenkomst 11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet  13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen  15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 Salaris Vast bruto Salarisschaal Netto salaris Salaris o.b.v. loonkosten (vast) Nee 11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet  13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen  15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 Salaris (variabel bruto)  Netto uurloon Salaris (dagloon) Salaris o.b.v. loonkosten (variabel) Ja Niet gelijk aan: 11 - Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet  13 - Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen  15 - Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 - N.v.t. Nieuwe kolommen in de rapporten Afrekenmatrix medewerker / werkgever / per periode  Voor de lage en hoge WW-premie zijn aan de Afrekenmatix medewerker / werkgever / per periode de volgende kolommen toegevoegd: AWF laag AWF hoog AWF herzien  Uw actie Voor medewerkers waarvoor u geen schriftelijke arbeidsovereenkomsten heeft, moet u bij Schriftelijke arbeidsovk kiezen voor Nee.  Als de waarde voor het gegevenselement Oproepovereenkomst niet juist is, moet u zelf handmatig de door Payroll Business afgeleide waarde aanpassen.  Voor de processen waarvoor dit van toepassing is moet u de nieuwe gegevenselementen opnemen in imports, profielen en Self Service-formulieren.  De nieuwe kolommen van de afrekenmatices - AWF laag, AWF hoog en AWF herzien - moet u opnemen in de inrichting van de journalisering. Automatische berekening lage WW-premie voor uitzonderingssituaties Werknemers met een leerovereenkomst op grond van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) Medewerker > Interfaces > Loonaangifte In het scherm Loonaangifte bij de medewerker, komt in de lijst bij Aard arbeidsverhouding  een nieuwe validatiewaarde 83 Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) beschikbaar per 1 januari 2020. Als u deze waarde bij een medewerker vastlegt, berekent Payroll Busiiness de lage WW-premie ongeacht de waarde bij de gegevenselementen Contact onbep./bep. tijd, Schriftelijke arbeidsovereenkomst en Oproepovereenkomst. Voor bestaande medewerkers vindt een conversie naar deze nieuwe waarde plaats, als in het scherm Arbeidscontract bij Minimumloon indicatie de waarde Beroeps Begeleidende Leerweg is vastgelegd.  Uw actie Voor BBL-medewerkers zonder de Minimumloon indicatie Beroeps Begeleidende Leerweg moet u bij Aard arbeidsverhouding de waarde 83 Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) vastleggen. Voor de processen waarvoor dit van toepassing is, moet u de nieuwe validatiewaarde opnemen in imports, profielen en Self Service-formulieren.  Werknemers die bij aanvang van het aangiftetijdvak jonger zijn dan 21 jaar en in dat aangiftetijdvak maximaal 48 verloonde uren (vierwekenaangifte) of 52 verloonde uren (maandaangifte) hebben Medewerker > Medewerker > Medewerker(s) Op basis van de Geboortedatum in het scherm Medewerker(s) en het payrollelement Verloonde uren bepaalt Payroll Business automatisch of een medewerker voldoet aan deze uitzonderingssituatie. Hierbij wordt gekeken naar de leeftijd aan het begin van de afrekenperiode. Als een medewerker tot deze uitzonderingsgroep behoort, berekent Payroll Business de lage WW premie.  Uitkeringen werknemersverzekeringen - uitkeringen door UWV, betalingen door een eigenrisicodrager ZW en WGA en werkgeversheffingen Instellingen > Berekening > Grondslag Op basis van de nieuwe Grondslag Looncomponenten AWF laag wordt voor de looncomponenten in deze grondslag de lage WW-premie berekend. Bij een samenloop van salaris en uitkering moet aan de Belastingdienst de totale WW-premie onder de rubriek AWF-premie hoog worden aangeleverd. Daarom ziet u in de Afrekenmatrix werkgever en payrollelementen AWF hoog staan.  Als de uitkering, die valt onder deze uitzondering, verloond wordt zonder een salaris en de gegevenselementen Contract onbep.bep. tijd, Schriftelijke arbeidsovk, en Oproepovereenkomst hebben de waarde Niet van toepassing, dan wordt de lage WW-premie berekend. Er hoeft dan geen grondslag ingericht te worden. Uw actie Als u uitkeringen betaalt die vallen onder de hiervoor genoemde uitzondering en u betaalt deze tegelijkertijd met een salaris waarvoor de hoge WW-premie geldt, dan moet u via het scherm Grondslag de looncomponenten voor deze uitkeringen opnemen in de Grondslag Looncomponenten AWF laag. WW Herzien in Fases Herzien lage WW-premie - Fase 1 Medewerker > Loonheffingen In fase 1 hebben wij voor het ondersteunen van het herzien van de lage WW-premie aan het scherm Loonheffingen het gegevenselement WW herzien toegevoegd. Als hier Ja is ingevuld, wordt de lage WW-premie herzien en wordt de hoge WW-premie berekend en in de Afrekenmatrix werkgever opgenomen in de nieuwe kolom AWF herz. De eerder berekende lage WW-premie wordt op 0 gesteld. Fase 1 is beschikbaar voor de release van januari 2020.  Herzien lage WW-premie - Fase 2 Zo snel mogelijk na januari 2020 komt Fase 2 voor het herzien van lage WW-premie beschikbaar. Het is de bedoeling dat voor de volgende uitzonderingssituaties het herzien van de lage WW-premie automatisch plaatsvindt en de WW herzien wordt berekend: Beëindiging arbeidsovereenkomst binnen twee maanden. Meer dan 30% verloonde uren dan contracturen in een kalenderjaar Daarnaast komt er een rapport waarmee u kunt nagaan welke medewerkers aan het eind van het kalenderjaar meer dan 30% verloonde uren ten opzichte van de contracturen zullen hebben.  Uw actie De nieuwe kolom AWF herzien van de Afrekenmatrix werkgever moet u opnemen in de inrichting van de journalisering. Als u, voordat Fase 2 is uitgeleverd, een medewerker hebt van wie binnen twee maanden de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, moet u in het scherm Loonheffingen bij WW herzien de waarde Ja vastleggen per de datum dat de herziene premie berekend moet worden. Herzien van de lage WW-premie als er meer dan 30% verloonde uren dan contracturen zijn, mag pas plaatsvinden in december 2020 of januari 2021. Nieuwe elementen op salarisstrook Aan de salarisstrookmodellen zijn de volgende gegevenselementen aan het medewerkerblok toegevoegd: Contr onbep./bep. tijd Schriftelijke arbeidsovk Oproepovereenkomst Uw actie Controleer te zijner tijd of er door deze verplichte gegevenselementen, elementen die u zelf hebt toegevoegd niet meer zichtbaar zijn op de salarisstrook. Als door u zelf toegevoegde elementen niet meer zichtbaar zijn, bekijk dan kritisch welke elementen niet meer nodig zijn.   Risicogroep wordt sector AWF- en sectorpremie vervallen De bestaande AWF- en sectorpremie vervallen per 1 januari 2020. Medewerker > Medewerker > Medewerker / Medewerker (aanvullend) Omdat er geen sectorpremies meer berekend worden, vervalt in de volgende schermen het veld Risicogroep: Payroll Business - scherm Medewerker  HR Core Business - scherm Medewerker aanvullend Omdat u wel de sector aan de Belastingdienst moet aanleveren, is aan de schermen Medewerker en Medewerker (aanvullend) het nieuwe veld Sector toegevoegd. Voor bestaande medewerkers zal Payroll Business de waarde van het veld Sector afleiden van de huidige waarde in het veld Risicogroep. Daarnaast zullen we er tijdelijk voor zorgen dat risicogroepen die we binnenkrijgen voor nieuwe medewerkers worden omgezet naar de juiste waarde in het veld Sector.  Uw actie Verwijder voor de processen waarvoor dit van toepassing is, het gegevenselement Risicogroep uit imports, profielen en Self Service-formulieren en voeg het nieuwe gegevenselement Sector hieraan toe.  AOW-leeftijd In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd blijft in 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar. Daarna zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. Het wetsvoorstel Temporisering verhoging AOW-leeftijd is op 2 juli 2019 aangenomen door de Eerste Kamer en gaat in per 1 januari 2020. Het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld volgens het schema hieronder.   Geboortedatum vanaf Geboortedatum t/m AOW-gerechtigde leeftijd AOW-gerechtigde leeftijd in maanden Jaar AOW leeftijd 01-01-1892 31-12-1947 65 780 <=2012 01-01-1948 30-11-1948 65 + 1 maand 781 2013 01-12-1948 31-10-1949 65 + 2 maanden 782 2014 01-11-1949 30-09-1950 65 + 3 maanden 783 2016 01-10-1950 30-06-1951 65 + 6 maanden 786 2017 01-07-1951 31-03-1952 65 + 9 maanden 789 2017 01-04-1952 31-12-1952 66 792 2018 01-01-1953 31-08-1953 66 + 4 maanden 796 2019 01-09-1953 31-08-1954 66 + 4 maanden 796 2020 01-09-1954 31-08-1955 66 + 4 maanden 796 2021 01-09-1955 31-05-1956 66 + 7 maanden 799 2022 01-06-1956 28-02-1957 66 + 10 maanden 802 2023 01-03-1957 31-12-1957 67 804 2024 01-01-1958   67+ 804+ 2025 en verder Payroll Business berekent per medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Deze wordt getoond in het payrollelement AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Ook berekenen wij met welke datum de medewerker AOW-gerechtigd is. Deze datum ziet u terug in het veld Ingangsdatum AOW van het scherm Medewerker(s). Als de leeftijd in maanden van de medewerker aan het einde van de afrekenperiode groter is dan of gelijk aan de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden van de medewerker, doet Payroll Business het volgende: Er wordt geen premieheffing meer berekend voor de sociale verzekeringen. Er wordt geen AOW-premie meer berekend voor de loonheffing. Er wordt geen AOW-premie meer berekend voor de eindheffing. Uren naar volgend jaar bij TWK Voor het verlonen van terugwerkende kracht mutaties over de jaargrens heen heeft u twee opties: De correctiemodus, waarbij u de betalingen en de aangiftes in het vorige jaar houdt. Alles verlonen als nabetaling, waarbij u ervoor kiest om de uitbetaling van een vorig jaar over te hevelen naar het nieuwe jaar. Hiermee vindt de uitbetaling plaats in de maand waarin u dan aan het verlonen bent en de uit te betalen en af te dragen bedragen worden dan ook in die maand meegestuurd in de loonaangifte. Bij de nabetalingsmodus vindt het volgende echter nog niet plaats. Als aan deze betalingen over het voorgaande jaar ook uren zijn gekoppeld waardoor de verloonde uren van deze medewerker wijzigen over het voorgaande jaar, worden deze uren niet overgeheveld naar het volgende jaar en meegestuurd in de loonaangifte. Dit gaan we vanaf de januari-aangiftes aanpassen.  We zorgen er dan voor dat wanneer de verloonde uren van een voorgaand jaar wijzigen bij de nabetalingsmodus, we niet alleen de bedragen maar ook de uren die hierbij horen doorsturen naar de Belastingdienst. U hoeft hiervoor geen extra handelingen of acties uit te voeren. Houd er echter rekening mee dat u bij uw controle van de loonaangifte wel andere waardes gaat zien, dan u nu gewend bent. Gebruikt u de correctiemodus waarbij u alles in het voorgaande jaar houdt, dan worden de uren al op de juiste manier gecorrigeerd in de betreffende loonaangifte. Meer informatie hierover nemen we op in komende release notes.  Reden uit dienst verplicht vanaf 2020 Vanaf 2020 verplicht de Belastingdienst om bij elke medewerker die uit dienst gaat een reden van uit dienst vast te leggen en heeft hiervoor een standaard lijst met redenen opgesteld. Deze standaard lijst gaan wij beschikbaar stellen in het huidige veld Reden uit dienst in het scherm Medewerker(s).  Als u op dit moment geen redenen uit dienst vastlegt bij uw medewerkers hoeft u geen actie te ondernemen. De standaard lijst wordt dan automatisch zichtbaar voor u. Als u wel al eigen redenen uit dienst vastlegt, ziet u de standaard waarden niet terug, maar behoudt u uw eigen waardenlijst. Reeds vastgelegde redenen uit dienst Als u nu eigen redenen uit dienst heeft vastgelegd via het scherm Medewerker(s) kunt u kiezen uit twee opties: De redenen uit dienst die u nu gebruikt stopzetten U gaat vanaf dat moment over op de redenen uit dienst die de Belastingdienst voorschrijft. Hiervoor zullen wij de waardenlijst van de Reden uit dienst aanpassen, zodat u deze  kunt inrichten. De standaard lijst zal vanaf dat moment zichtbaar worden en u kunt dan de redenen hieruit gebruiken.  U behoudt uw redenen uit dienst en u maakt gebruik van een conversietabel op klant-/ bedrijfsniveau U moet eenmalig uw eigen redenen koppelen aan de redenen die de Belastingdienst voorschrijft. Als u zelf redenen wijzigt of als de Belastingdienst in de toekomst de lijst met redenen wijzigt, moet u op dat moment opnieuw de conversietabellen aanpassen. Als u dit niet bijhoudt, wordt de loonaangifte niet goed verwerkt bij de Belastingdienst. Met deze optie ziet u de redenen van de Belastingdienst niet terug als keuze bij het uit dienst melden. Uniforme Pensioenaangifte (UPA) - veld UPA Code reden einde inkomstenverhouding Medewerker > Interfaces > Periodieke interface UPA Maakt uw bedrijf ook gebruik van de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA), dan moet u op dit moment nog twee redenen uit dienst vastleggen. Vanaf 2020 verandert dit en gaat de UPA dezelfde redenen uit dienst gebruiken als de Belastingdienst. Daarom gaan we het veld UPA Code reden einde inkomstenverhouding van het medewerkerscherm Periodieke interface UPA verwijderen. U hoeft dan vanaf 1-1-2020 alleen nog eenmalig de reden uit dienst vast te leggen in het scherm Medewerker(s).  Wij verwachten de reden uit dienst uit te leveren in de release van december. In de release notes leest u dan meer over dit onderwerp.  Pensioenwijzigingen 2020 Meer pensioenfondsen stappen over op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook voor 2020 hebben een aantal fondsen besloten over te stappen. Dit houdt in dat uw inrichting wellicht moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van uw pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | Raet aan. De volgende pensioenfondsen gaan met de bijbehorende sectoren over op UPA: TKP - Detailhandel, Beveiliging, Zoetwaren Centric - Betonproductie, Reiswerk, Houthandel, Meubelindustrie AZL - Levensmiddelen Achmea - Zuivelindustrie Wij zijn op dit moment druk bezig met de voorbereidingen voor het testen van de nieuwe pensioenfondsen met de bijbehorende regelingen en koppelingen, zodat u vanaf de januari-aangifte de aanlevering via het UPA-bericht kunt doen. Als u in 2020 via deze route de gegevens moet gaan aanleveren, zullen de betreffende pensioenfondsen hierover contact met u opnemen. In de tweede helft van oktober zullen we u nader informeren en tevens uitleggen welke de aanpassingen u in Payroll Business moet doorvoeren om in januari te kunnen aanleveren via UPA. Hierin zullen we ook de jaarlijkse wijzigingen in meenemen die veranderen voor deze UPA aangiftes met de daarbij behorende acties aan uw kant. Publishing Date : 9/30/2019
Volledig artikel weergeven
30-09-2019 17:59 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 1 kudos
  • 940 Weergaven
Aanpassingen wet- en regelgeving 2020 Inleiding In deze vooraankondiging informeren wij u over de geplande aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2019 naar 2020. De december release van Payroll Business bevat de meeste functionele aanpassingen. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de Kerstrelease van 13 december 2019. De definitieve informatie over deze aanpassingen vindt u in deze Vooraankondiging. Als er nog aanvullingen komen op de informatie in deze Vooraankondiging, dan vermelden wij deze aanvullende informatie in de release notes van januari 2020. Om de jaarovergang voor u zo gemakkelijk mogelijk te maken, hebben wij diverse wettelijke wijzigingen voor 2020 al in oktober, november en december in onze applicatie doorgevoerd. Wij adviseren u daarom om ook de release notes van die releases goed door te nemen, mocht u dat nog niet gedaan hebben. Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2020 van de Belastingdienst die u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl. Transitievergoeding Als gevolg van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zult u vanaf 2020 in veel meer gevallen dan voorheen een transitievergoeding moeten toekennen aan een medewerker waarvan het contract eindigt. Het proces van berekenen en uitbetalen van de transitievergoeding in Payroll Business gaan we daarom als volgt verbeteren: Vanaf release 2020-01 beschikt u over twee nieuwe functionaliteiten: Voor elke medewerker die uit dienst gaat, kunt u automatisch de verschuldigde transitievergoeding laten berekenen. Voor het uitbetalen van de transitievergoeding is op dit moment nog steeds een aparte medewerker nodig. Om het kopiëren van medewerkers te vergemakkelijken, is een nieuwe wizard Kopieren medewerker Transitievergoeding beschikbaar. Deze zorgt automatisch voor een nieuwe inkomstenverhouding, groene tabel, en de juiste fiscale indicaties (Aard arbeidsverhouding, Soort inkomen, premie indicaties). In de release notes van januari vindt u meer informatie over deze nieuwe functionaliteiten. In het tweede kwartaal van 2020 wordt vervolgens het uitbetalen van de Transitievergoeding nog gemakkelijker: bij elke medewerker die uit dienst gaat en recht heeft op transitievergoeding wordt dan automatisch een tweede contract met een tweede inkomstenverhouding aangemaakt. Vanaf dat moment is het kopiëren van medewerkers niet meer nodig. Ook kunt er vanaf dat moment voor kiezen om de berekende transitievergoeding automatisch te laten uitbetalen (bij dezelfde medewerker). Daardoor hoeft u in principe nog maar twee mutaties bij de medewerker vast te leggen: de datum uit dienst en de reden uit dienst. Het blijft natuurlijk ook mogelijk om een afwijkend bedrag aan transitievergoeding vast te leggen, bijvoorbeeld als u al kosten heeft gemaakt voor bijscholing of outplacement. Ook in dat geval vindt de uitbetaling plaats via een tweede contract bij dezelfde medewerker. Versneld invoeren tweeschijvenstelsel Voor medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, geldt met ingang van 2020 al het tweeschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daarboven geldt het percentage van 49,50%. Voor medewerkers die wel de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en vanaf 1946 zijn geboren, geldt met ingang van 2020 een drieschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 34.712 euro geldt het percentage van 19,45%. Daarboven tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daar weer boven is het percentage 49,50%. Voor medewerkers die wel de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt en voor 1946 zijn geboren, geldt met ingang van 2020 ook een drieschijvenstelsel. Tot en met een jaarinkomen van 35.375 euro geldt het percentage van 19,45%. Daarboven tot en met een jaarinkomen van 68.507 euro geldt het percentage van 37,35%. Daar weer boven is het percentage 49,50%. Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2020 omhoog naar € 3.819. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 34.954 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2020 verminderd met 6,0% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 98.604 of hoger is. Met ingang van 1 januari 2020 is de referentietabel Loonheffing arbeidskorting (vanaf 2019) vervangen door de nieuwe referentietabel Loonheffing arbeidskorting (vanaf 2020). Deze nieuwe referentietabel houdt bij het berekenen van de arbeidskorting rekening met de derde opbouwfactor die met ingang van 2020 is toegevoegd.  Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2020 verhoogd naar € 2.711. De inkomensafhankelijke afbouw van de algemene heffingskorting wordt in 2020 voor inkomens vanaf het begin van de tweede tariefschijf 5,672% en het maximale bedrag van de afbouw bedraagt ook € 2.711. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 1.622. De ouderenkorting kent een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 37.372 en is 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.622. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Bijzondere beloningen  Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen Met ingang van 1 januari 2020 zijn er voor medewerkers die niet in Nederland wonen twee nieuwe referentietabellen toegevoegd. Loonheffing tariefpercentages België Deze tabel wordt toegepast als er voor een medewerker in het scherm Loonheffingen bij Woonsituatie loonheffing de waarde België is vastgelegd en er is sprake van bijzondere beloningen. Loonheffing tariefpercentages Suriname en Aruba Deze tabel wordt toegepast als er voor een medewerker in het scherm Loonheffingen bij Woonsituatie loonheffing de waarde Suriname/Aruba is vastgelegd en er is sprake van bijzondere beloningen. De al bestaande tabellen voor de bijzondere beloningen zijn aangepast met de cijfers van 2020. Jonggehandicapenkorting De jonggehandicaptenkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 749. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz. Het bedrag van 749 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd en die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de medewerker of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de AOW leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan Jonggehandicaptenkorting. Hiervoor is de volgende nieuwe referentietabel ingericht: Loonheffing jonggehandicaptenkorting.   Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Jonggehandicaptenkorting op Ja staat.  Levensloopverlofkorting  De levensloopverlofkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 219. Dit bedrag bestaat uit de volgende vier heffingscomponenten: loonbelasting premie AOW premie Anw premie Wlz.  Het bedrag van 219 geldt voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd en die over de eerste tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd. Dat betekent dat er één of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de werknemer of de uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de 1e dag van de maand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (één of meer van de vier componenten) bij wonen in het buitenland (de loonbelastingcomponent) Payroll Business berekent het juiste bedrag aan levensloopverlofkorting. Hiervoor is de volgende nieuwe referentietabel ingericht Loonheffing levensloopverlofkorting.   Payroll Business berekent deze korting automatisch, als de medewerker levensloopverlof opneemt en aan de gestelde voorwaarden voldoet.    Minimumloon  De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2020 zijn toegevoegd aan de referentietabel. De Minimumloon indicatie 1 = Standaard De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg Voor de medewerkers van de Beroepsbegeleidende leerweg zijn afwijkende minimumlonen van toepassing.x   Minimumloon indicatie Leeftijd Maandbedrag Weekbedrag Dagbedrag 1 015 496,10 114,50 22,90 1 016 570,50 131,65 26,33 1 017 653,15 150,75 30,15 1 018 826,80 190,80 38,16 1 019 992,15 228,95 45,79 1 020 1322,90 305,30 61,06 1 021 1653,60 381,60 76,32 2 018 752,40 173,65 34,73 2 019 868,15 200,35 40,07 2 020 1016,95 234,70 46,94 Woonlandfactoren Voor landen waarmee Nederland een zorgafspraak heeft gemaakt zijn de vanaf 1 januari 2019 geldende Woonlandfactoren toegevoegd aan de referentietabel. Percentages en parameters Sociale Verzekeringen  Voor de gewijzigde bedragen hiervan, zie de publicatie in Staatscourant 2019, nummer 62011. Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2020 verhoogd naar € 57.232 (was € 55.927 in 2019). Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds laag Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2020 vastgesteld op 2,94. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds hoog Dit nieuwe premiepercentage is per 1 januari 2020 vastgesteld op 7,94. Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds en opslag tot dekking kinderopvangtoeslag Het percentage voor de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds is per 1 januari 2020 verhoogd naar 6,77 (was 6,46 in 2019).  Het percentage voor de opslag tot dekking kinderopvangtoeslag is in 2020 gehandhaafd op  0,50. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2020 verlaagd naar  6,70 (was 6,95 in 2019). Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2019 verlaagd naar  5,45 (was 5,70 in 2019). Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet (PAWW) Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2020 verhoogd naar 0,40 (was 0,30 in 2019). Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. Pensioenwijzigingen 2020  Meer pensioenfondsen stappen over op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook in 2020 gaat een aantal fondsen deze overstap maken. Dit houdt in dat u ook uw inrichting moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van uw pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Visma | Raet aan. Wij zijn op dit moment druk bezig met verschillende pensioenfondsen om de nieuwe regelingen en koppelingen te testen, zodat u vanaf de januari aangifte via het UPA-bericht kunt doen. Zodra deze pensioenfondsen in 2020 via deze route moeten gaan aanleveren, zullen zij hierover met u contact opnemen. De volgende pensioenfondsen gaan geheel of gedeeltelijk met een aantal regelingen over op UPA: Centric Meubelindustrie Houthandelindustrie Betonproductie Reiswerk TKP Detailhandel Beveiliging Zoetwaren Achmea Zuivelindustrie AZL Levensmiddelen Loonaangifte Een aantal rubrieken in de loonaangifte wordt samengesteld uit een telling van standaard looncomponenten. Als u voor looncomponenten die wij doorgeven naar de loonaangifte een alternatieve naam vastlegt, bijvoorbeeld de looncomponenten voor reiskosten of vakantiegeld, let er dan op dat u dit doet bij looncomponenten die dezelfde generieke betekenis hebben. Als dit NIET zo is, gaan de looncomponenten standaard niet mee naar de loonaangifte. Via Rapporten > Controleoverzichten > Overzicht bedrijfsinrichting > Selectie-eigenschappen kunt u controleren welke looncomponenten mee gaan naar de loonaangifte: zoek op Loonaangifte. Journalisering  Door het invoeren van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in 2020 wordt ook een andere manier van WW-premieheffing geïntroduceerd: WW hoog en WW laag. Hierdoor moet u de journalisering aanpassen om de werkgeverslasten WW correct te journaliseren. Vanaf 2020 worden drie nieuwe matrixkolommen actief in Payroll Business. Deze matrixkolommen bevatten de berekeningsuitkomsten van de premies WW hoog, WW laag en zo nodig WW herzien. Deze matrixkolommen vervangen de huidige kolommen WW werkgever en Sectorfonds. Let op: als u de aanpassingen nu al doorvoert (in december) doorvoert, zet dan de peildatum op de eerste dag van verloningsperiode 1. De drie matrixkolommen zijn namelijk dan pas zichtbaar. Publishing Date : 12/12/2019
Volledig artikel weergeven
12-12-2019 23:13 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 573 Weergaven
1. Hoe sluit ik het jaar 2019 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra u de eerste verwerking van het nieuwe jaar heeft opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kunt u geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Wel heeft u bij het rekenen in 2020 de keuze tussen rekenen in de nabetaalmodus of de correctiemodus (zie vraag 7). Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Let op: een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt als uiterste aangiftedatum 31-01-2020. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2019 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, adviseren wij u om uiterlijk 25 januari 2020 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2019 uit te voeren.  2. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra u 2019 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kunt u zelf bepalen wanneer u de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat u de jaaropgave opvraagt.            Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraagt u de jaaropgaven per bedrijf aan. Als u vanaf periode 01 in nabetaalmodus werkt (zie vraag 7), zorg er dan voor dat u de jaaropgaven pas afroept als u er zeker van bent dat u geen aanvullende verwerking over 2019 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Als u in periode 01 in de correctiemodus gaat werken, heeft u twee opties: U wacht met het verzenden van de jaaropgaven totdat periode 01 is afgesloten, schakelt daarna over op nabetaalmodus en roept dan de jaaropgaven af voor alle medewerkers. Maar u kunt er ook voor kiezen om bij het afsluiten van 2019 alle medewerkers een normale jaaropgaaf te sturen en pas in februari of maart vervangende jaaropgaven te sturen naar de medewerkers waarvoor correcties zijn uitgevoerd. Let op dat u bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven legt u vast hoe u de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat u de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als u voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen. Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Medewerkergegevens > Medewerker (aanvullend) kunt u in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kunt u per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage selecteert u het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteert u ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, ziet u die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, ziet u de default inrichting die u hebt vastgelegd via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als u alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kunt u het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2019, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maakt u gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden voor u de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerker niveau. Dit doet u via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage: gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het Salarisdossier geplaatst nadat u via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven heeft aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kunt u er in het Salarisdossier voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In Salarisdossier kunt u op medewerker niveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. 3. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Controleoverzichten > Overzicht bedrijfsinrichting > Referentietabellen kunt u de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Raet ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Raet verwerkt. Wij informeren u hierover via Youforce. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kunt u zelf uitvoeren via Beheer > Inrichting > Referentietabellen.  4. Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kunt u invoeren in het scherm: Bedrijf > Interfaces > Gegevens UWV. De premies ontvangt u van de Belastingdienst. 5. Sectorrisicogroep De sectorrisicogroep is tot en met 2019 van belang voor het berekenen van de WW premie. Controleer daarom of in 2019 de juiste sectorrisicogroep is toegepast. Als u voor 2019 een onjuiste sectorrisicogroep heeft toegepast, corrigeer deze dan nog in 2019. Heeft u een onjuiste sectorrisicogroep gebruikt, dan kunt u een request indienen met opgave van de juiste sectorrisicogroep. De Servicedesk kan de aangegeven sectorrisiocgroep aan u beschikbaar stellen en u informeren over de manier waarop u correcties kunt verwerken. Met ingang van 2020 is de risicogroep vervallen als gevolg van de wet Wet Arbeidsmarkt in Balans en hoeft u alleen nog maar een sector vast te leggen. Deze is niet meer van invloed op de berekening van de WW-premie. 6. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat - scherm Loonheffingen. als Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd - scherm Loonheffingen. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage vraagt u gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen om zo te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. 7. Hoe ga ik om met correcties en nabetalingen over 2019? Veel wijzigingen die u straks in 2020 met terugwerkende kracht (TWK) vastlegt in 2019, kunt u op twee manieren verwerken: als correctie of als nabetaling. Correctie: Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2019 en aangegeven in het betreffende tijdvak van 2019. Nabetaling: Loonheffingen en premies worden uitgerekend volgens de regels van 2020 en aangegeven in het actuele tijdvak van 2020. Specifieke verrekeningen zoals de Fiscale correctie lease auto en de toepassing van de 30% regeling moet u altijd in het voorgaande jaar verwerken. U kunt er voor kiezen om in 2020 in de nabetaalmodus te gaan draaien of u kunt er voor kiezen om eerst in de correctiemodus te blijven.  Aandachtspunten Nabetaalmodus In de nabetaalmodus kiezen veel gebruikers er voor om zo lang mogelijk aanvullende verwerkingen in het oude jaar te blijven draaien en de eerste verwerking van het nieuwe jaar uit te stellen. Zodoende is er maximaal de tijd om nog wijzigingen over 2019 door te voeren.  Als u dan na de eerste verwerking van periode 2020-01 constateert dat er nog mutaties over 2019 moeten plaatsvinden, kunt u dit alleen doen met handmatige correcties: U moet dan handmatige correcties voor 2019 rechtstreeks in Loonaangifte vastleggen. Ook moet u handmatig een gecorrigeerde jaaropgave aan de medewerker verstrekken. Correctiemodus Het voordeel van de correctiemodus is dat u, zolang als u wilt in de correctiemodus kunt blijven werken, ook als u al bent begonnen met verwerkingen in het nieuwe jaar: Kiest u voor correctiemodus, dan geldt het volgende: Alle herrekenverschillen over vorig jaar worden verwerkt volgens de rekenregels van vorig jaar. Er wordt automatisch een nieuwe loonaangifte van vorig jaar aangemaakt. Voor de medewerkers die het betreft, kun u automatisch een vervangende jaaropgaaf aanmaken. Diverse overzichten bieden de mogelijkheid om op twee manieren naar de gegevens te kijken: actueel, origineel of fiscaal. Controle en wijziging instellingen Instellingen > Algemeen > Stuurgegevens   In het veld Nabetalingen vanaf periode kunt u opgeven vanaf welke periode u wilt beginnen met nabetalen. Vanaf die periode worden alle herrekenverschillen over 2019 belast volgens de rekenregels van 2020 en verwerkt in de loonaangifte van 2020. Zolang de ingestelde periode niet is bereikt, blijft u in de correctiemodus: herrekenverschillen over 2019 worden dan belast volgens de rekenregels van 2019 en verwerkt in de loonaangifte van 2019. Voorbeeld 1 U brengt geen wijziging aan in de standaard waarde: Nabetalingen vanaf periode = 1 Hierdoor worden vanaf periode 1 alle wijzigingen over 2019 als nabetaling verwerkt. Voorbeeld 2 U legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 4 Hierdoor worden gedurende periode 1 t/m 3  alle wijzigingen over 2019 als correctie verwerkt. Voorbeeld 3 U legt vast: Nabetalingen vanaf periode = 99 Hierdoor worden gedurende het hele jaar alle wijzigingen over 2019 als correctie verwerkt. Overige aandachtspunten voor het invullen van Nabetalingen vanaf periode Kies een periode waarin normaal gesproken in uw onderneming geen correcties meer van toepassing zijn.  Als er vóór die periode toch al nabetalingen moeten plaatsvinden, leg deze dan vast met een eenmalige component Moeten er ná die periode toch correcties plaatsvinden, dan geldt daarvoor de werkwijze tot nu toe: u legt de correcties vast via de module Loonaangifte. Let op de peildatum verloont u per maand, gebruik dan 1 januari 2020 verloon u per 4-weken, gebruik dan 30 december 2019 Wijziging Nabetalingen vanaf periode later in het jaar Zodra u binnen een bepaald afrekenjaar een payrollperiode definitief afsluit in de nabetaalmodus, is het niet meer mogelijk om in datzelfde jaar terug te keren naar de correctiemodus. U kunt wel altijd als peildatum 1 januari van het volgende jaar kiezen en de instellingen voor het nieuwe jaar wijzigen. Ook kunt u het tijdvenster voor correcties verlengen, zolang u nog geen salarisperiode in nabetaalmodus heeft afgesloten. Het is mogelijk om midden in een periode over te stappen van correcties naar nabetalingen. Start daarna een vervolgverwerking, en voor zover nodig, voert Payroll Business de berekeningen opnieuw uit, dit keer in nabetaalmodus. Het is mogelijk om halverwege de periode overstappen van nabetaalmodus naar correctiemodus is, zolang er nog geen eerdere periode was afgesloten in de nabetaalmodus. Voor meer uitleg over correcties en nabetalingen, zie de uitleg in de online help: Berekening met terugwerkende kracht over de jaargrens heen. Hier wordt onder andere uitgelegd hoe u de verschillende rapporten kunt gebruiken voor het controleren van de TWK-mutaties. 8. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren insturen? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kunt u naar vewachting vanaf februari 2020 inzenden naar de Belastingdienst. Heeft u de salarisverwerking voor de laatste periode van 2019 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kunt u eventuele correctieberichten komend uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2019 pas vanaf februari 2020 inzenden. Als u verwacht dat u aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2019, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2019 totdat u zeker weet dat u het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2020 gaat openen. 9. Welke aanpassingen moet ik in de journalisering doen voor de wet Wet Arbeidsmarkt in Balans? Door het invoeren van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in het jaar 2020 wordt ook een andere manier van WW-premieheffing geïntroduceerd: WW hoog en WW laag. Hierdoor moet u de journalisering van Payroll Business aanpassen om de werkgeverslasten in relatie tot de wetgeving voor de WW correct te journaliseren. Vanaf 2020 worden drie nieuwe matrixkolommen actief in Payroll Business. Deze matrixkolommen bevatten de berekeningsuitkomsten van de premies WW hoog, WW laag en zo nodig WW herzien. Deze matrixkolommen vervangen de huidige kolommen WW werkgever en Sectorfonds. Let op: als u de aanpassingen in december doorvoert, zet dan de peildatum op de eerste dag van verloningsperiode 1. De drie matrixkolommen zijn namelijk dan pas zichtbaar. Stappen   Volg de volgende instructie om de aanpassingen te realiseren. Stap 1 – Log in via het Youforce portaal. Stap 2 – Kies het gebruikersprofiel voor journalisering Payroll Business. Stap 3 – Kies Beheer > Boekingsgroep > Boekingsdefinitie. Als het scherm Boekingsgroep met boekingsdefinities leeg blijft, is de journalisering waarschijnlijk ingericht op klantniveau. Via het navigatiepad kunt u dan naar het klantniveau opschakelen. Stap 4 – Zoek in de boekingsdefinities naar de matrixkolom WW werkgever. Gebruik zo nodig de zoekfunctie Ctrl+F. Via het icoon    aan het eind van de geselecteerde regel, kunt u nu een kopie maken van de boekingsdefinitie WW werkgever. Er opent een nieuw scherm waarin u direct de aanpassingen kunt doorvoeren.  Geef in het veld Boekingsdefinitie bovenin het scherm een andere naam op; kies een logische naam die de lading dekt, bijvoorbeeld de naam van de matrixkolom. Kies bij Soort matrixkolom voor AWf laag. Klik rechts onderin het scherm op Opslaan en daarna op Annuleren om terug te keren naar scherm met boekingsdefinities. Stap 5 – Herhaal stap 4 nog tweemaal: kies dan bij Soort matrixkolom voor AWf hoog. en AWf herzien.  Het resultaat zou er dan zo uit moeten zien:  Stap 6 – Ga nu via het menu naar de boekingsregels: kies Beheer > Boekingsgroep > Boekingsregel. Stap 7 – Klik rechtsboven in het scherm op Toevoegen   om de twee boekingsregels (debet en credit) per boekingsdefinitie te koppelen. Wij raden u aan hierbij dezelfde volgorde aan te houden als bij de boekingsdefinities: dus eerst AWf laag, dan AWf hoog en als laatste AWf herzien. Selecteer de Boekingsdefinitie AWf laag, Let op de eigen gekozen naamgeving. Selecteer bij Grootboekrekening de juiste grootboekrekening voor de debet boeking. Let op het toepassen van kostenplaats en/of andere criteria. Klik rechts onderin het scherm op Opslaan en daarna op Annuleren om terug te keren naar scherm met boekingsregels. Hieronder ziet u het resultaat van de debet boeking: Stap 8 – Herhaal stap 7 om de credit boeking te maken. Hieronder ziet u het resultaat van de credit boeking. Stap 9 – Maak achtereenvolgens zowel een debet- als credit boeking voor de boekingsdefinities AWf hoog en AWf herzien door het herhalen van stap 7 en stap 8. Het eindresultaat zou er zo uit moeten zien: Publishing Date : 12/17/2019
Volledig artikel weergeven
17-12-2019 15:59 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 691 Weergaven
Hoe sluit ik het jaar 2018 af? Het jaar wordt definitief afgesloten, zodra u de eerste verwerking van het nieuwe jaar heeft opgestart. Let op Als er eenmaal een eerste verwerking van het nieuwe jaar is opgestart, kunt u geen salarisverwerking over het oude jaar meer uitvoeren. Aanvullende verwerking als laatste periode al is afgesloten Houd bij een aanvullende verwerking rekening met het volgende. Als de laatste periode is afgesloten, is het standaard niet meer mogelijk bepaalde gegevens te wijzigen. Welke gegevens dit zijn, ziet u in het betreffende invoerscherm. Hierin is de inhoud van deze gegevensvelden lichtgrijs. Om deze blokkade op te heffen, voert u een voorlopige aanvullende verwerking uit. Daarna kunt u het betreffende veld muteren. Dit geldt overigens niet voor alle invoervelden. Let op Een aanvullende verwerking wordt gestart voor alle medewerkers. Als er tussen de laatste (definitieve) verwerking en het tijdstip van uitvoeren van de aanvullende verwerking, mutaties zijn ingevoerd voor het af te sluiten jaar, neemt Payroll Business deze allemaal mee in de aanvullende verwerking. Uiterste aangiftedatum Voor alle periodiciteiten geldt dat de uiterste aangiftedatum 31-01-2019 is. Op die datum moet ook de laatste betaling over 2018 door de Belastingdienst zijn ontvangen. Rekening houdend met een maximale verwerkingstijd van drie dagen, is het advies om uiterlijk 25 januari 2019 een laatste definitieve (aanvullende) verwerking voor 2018 uit te voeren.  Uitleg over de manier waarop u correcties over voorgaande jaren kunt doorvoeren, vindt u verderop in dit document in het onderwerp Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren insturen?  Let op Conform de voorschriften van de Belastingdienst moeten bepaalde verrekeningen zoals de Fiscale correctie lease auto en de toepassing van de 30% Regeling, ook daadwerkelijk worden verwerkt in het jaar 2018. Als u na de eerste verwerking van periode 2019-01 constateert dat er nog mutaties over 2018 moeten plaatsvinden, kunt u dit alleen doen door handmatig correcties door te voeren in de loonaangifte. Handmatige correcties voor 2018 rechtstreeks in Loonaangifte. Handmatig vervaardigen van een gecorrigeerde jaaropgave. Hoe kan ik jaaropgaven afroepen? Het afroepen van jaaropgaven is mogelijk zodra u 2018 definitief hebt afgesloten. Vanaf dat moment kunt u zelf bepalen wanneer u de jaaropgaven aanvraagt en hoe de distributie plaatsvindt. Let op: controleer de instellingen voordat u de jaaropgave opvraagt.            Via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven vraagt u de jaaropgaven per bedrijf aan. Zorg ervoor dat u de jaaropgaven pas afroept als u er zeker van bent dat u geen aanvullende verwerking over 2018 meer uitvoert. De doorlooptijd tot het moment waarop de jaaropgaven worden verzonden is twee tot drie werkdagen. Let op dat u bij het opvragen het juiste jaar afroept. Via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven legt u vast hoe u de jaaropgaaf wilt laten verzenden. Controleer voordat u de jaaropgaven afroept, de ingevulde gegevens. Als u voor een bedrijf voor de eerste keer jaaropgaven afroept, klik dan eerst op de knop Toevoegen. Selecteer het bedrijf en vul daarna de gewenste velden in het scherm Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Via het scherm Medewerker > Medewerkergegevens > Medewerker (aanvullend) kunt u in het veld Jaaropgaven afdrukken de waarde Ja of Nee invullen. Hiermee kunt u per medewerker afwijken van de bedrijfsinstellingen. Gebruik hierbij als ingangsdatum uiterlijk de laatste dag van de laatste afrekenperiode. Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage selecteert u het gegevenselement Jaaropgaven afdrukken om de instellingen per medewerker te controleren. Kies als ingangsdatum de laatste dag van de laatste periode, op deze manier selecteert u ook medewerkers die in de loop van de laatste periode pas in dienst zijn gekomen. Dit rapport laat de waarden zien die voor de betreffende medewerkers worden toegepast. Als er bij de medewerker een mutatie is vastgelegd, ziet u die waarde. Als er bij een medewerker géén mutatie is vastgelegd, ziet u de default inrichting die u hebt vastgelegd via Bedrijf > Salarisadministratie > Afdrukken en verzenden jaaropgaven. Als u alleen de medewerkers wilt zien waarvoor een afwijkende waarde is vastgelegd, kunt u het beste het mutatieverslag gebruiken. Medewerkers voor wie Algehele blokkering en Blokkeren interface Loonaangifte op Ja staat, maar die wel een verloningsresultaat hebben in 2018, neemt Payroll Business mee in het proces voor het aanvragen van de jaaropgaven. Salarisdossier Maakt u gebruik van het Salarisdossier? Dan gelden voor u de volgende aandachtspunten: Controleer eventuele afwijkingen op medewerker niveau. Dit doet u via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage: gegevenselement Jaaropgaven afdrukken. De jaaropgaven worden pas in het Salarisdossier geplaatst nadat u via Beheer > Jaarafsluiting > Aanvraag jaaropgaven de jaaropgaven heeft aangevraagd. In uitzonderingsgevallen kunt u er in het Salarisdossier voor kiezen om specifieke jaaropgaven niet te publiceren richting de medewerker. In Salarisdossier kunt u op medewerker niveau de jaaropgave afkeuren en niet publiceren. Hoe worden de referentietabellen Pensioenen/fondsen en Salarisschaal aangepast? De manier waarop de referentietabellen Pensioenen/fondsen worden aangepast, hangt af van de vraag of het gaat om een benoemde of eigen pensioenregeling (of fonds). Via Rapporten > Controleoverzichten > Overzicht bedrijfsinrichting > Referentietabellen kunt u de inrichting van de eigen regelingen controleren. Benoemde (CAO-)regelingen Pensioenen/fondsen Benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen zijn CAO-regelingen die Raet ondersteunt. Aanpassingen in de referentietabellen voor benoemde regelingen voor Pensioenen/fondsen worden door Raet verwerkt. Wij informeren u hierover via Youforce. Eigen regelingen Pensioenen/fondsen en Salarisschalen Aanpassingen in de referentietabellen Pensioenen/fondsen eigen regeling en in de referentietabel Salarisschaal kunt u zelf uitvoeren via Beheer > Inrichting > Referentietabellen.  Klik hier om de instructie voor het wijzigen van de referentietabel voor pensioenen te bekijken. Loonkostenvoordeel - Lage Inkomens Voordeel Voordat u de eerste verwerking van 2019 laat uitvoeren, moet u eerst de verloonde uren 2018 controleren, zodat de Belastingdienst het loonkostenvoordeel, zoals Lage Inkomens Voordeel (LIV) correct kan vaststellen.  U kunt de verloonde uren als volgt opvragen: Ga naar Rapporten > Controleoverzichten > Payrollelementen. Selecteer bij Salarisverwerkingen de periode 2018-12 of 2018-13 en selecteer het element Aantal verloonde uren. Klik op Rapport uitvoeren en bekijk het rapport via Mijn rapporten. In de grondslag Uren loonaangifte kunt u nakijken welke elementen in de grondslag verloonde uren zijn opgenomen. Meer informatie Zie ook het document Verloonde uren en LIV op ons portaal bij Publicaties > paneel HR Core Business of paneel Payroll Business > HR Core Business en Payroll Business - Productinformatie onder de kop Algemeen.  Waar kan ik de percentages van de Gedifferentieerde premie Whk invoeren? De Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas bestaat uit de volgende delen: Premiedeel WGA Premiedeel ZW-flex De premiepercentages kunt u invoeren in het scherm: Bedrijf > Interfaces > Gegevens UWV. De premies ontvangt u van de Belastingdienst. Sectorrisicogroep De premie voor de sectorrisicogroep wordt door Raet ingericht. Controleer of de juiste sectorrisicogroep wordt toegepast. Als u voor 2018 een onjuiste sectorrisicogroep heeft toegepast, moet u dit nog dit jaar corrigeren. Als u gebruik maakt van een onjuiste sectorrisicogroep, kunt u een request indienen met opgave van de juiste sectorrisicogroep. De Servicedesk kan de aangegeven sectorrisiocgroep aan u beschikbaar stellen. Ook kan de Servicedesk u informeren over de manier waarop u correcties kunt verwerken. Wordt het Jaarloon bijzondere beloningen automatisch berekend? Ja het Jaarloon bijzondere beloningen wordt automatisch berekend op basis van de laatste verwerkingsperiode van het voorgaande jaar. In de volgende gevallen stelt Payroll Business geen jaarloon bijzondere beloningen vast: als Jaarloon BT berek blokkeren op Ja staat - scherm Loonheffingen. als Jaarloon bijz. bel. handmatig is ingevoerd - scherm Loonheffingen. Rapport opvragen voor controle Via Rapporten > Controleoverzichten > Ad-hoc rapportage vraagt u gegevenselement Jaarloon bijz. bel. op. Voor medewerkers met een Jaarloon bijz. bel. op een grens van de bijzonder tarieftabellen, is het raadzaam om in overleg met hen dit jaarloon naar boven bij te stellen om zo te voorkomen dat er te weinig loonheffing wordt ingehouden. Wanneer kan ik mijn correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren insturen? Correcties in de loonaangifte over voorgaande jaren kunt u naar vewachting vanaf februari 2019 inzenden naar de Belastingdienst. Heeft u de salarisverwerking voor de laatste periode van 2018 definitief gemaakt en direct de loonaangifte verzonden, dan kunt u eventuele correctieberichten komend uit een aanvullende verwerking van de laatste periode van 2018 pas vanaf februari 2019 inzenden. Als u verwacht dat u aanvullende verwerkingen gaat opstarten over december 2018, wacht dan met het inzenden van de initiële loonaangifte december 2018 totdat u zeker weet dat u het jaar kunt afsluiten en de eerste periode voor 2019 gaat openen. Publishing Date : 10/1/2019
Volledig artikel weergeven
01-10-2019 14:43 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 366 Weergaven
  Aanpassingen wet- en regelgeving 2019 Inleiding In deze vooraankondiging informeren wij u over de geplande aanpassingen in Payroll Business voor de jaarovergang van 2018 naar 2019. De december release van Payroll Business bevat de meeste functionele aanpassingen. De overige functionele aanpassingen zijn beschikbaar na de Kerstrelease van 14 december 2018. De definitieve informatie over deze aanpassingen vindt u in deze Vooraankondiging. Als er nog aanvullingen komen op de informatie in deze Vooraankondiging, dan vermelden wij deze aanvullende informatie in de release notes van januari 2019. Zie voor de wijzigingen in wet- en regelgeving ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2019 van de Belastingdienst die u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl. Algemene opmerkingen Loonaangifte Een aantal rubrieken in de loonaangifte wordt samengesteld uit een telling van standaard looncomponenten. Als u looncomponenten die ook aan de loonaangifte moeten worden aangeleverd, voorziet van een alternatieve naam voor bijvoorbeeld reiskosten of vakantiegeld, let er dan op dat u dit doet bij looncomponenten die dezelfde generieke betekenis hebben. Als dit NIET zo is, gaan de looncomponenten standaard niet mee naar de loonaangifte. Uw actie Via Rapporten > Controleoverzichten > Overzicht bedrijfsinrichting > Selectie-eigenschappen kunt u controleren welke looncomponenten mee gaan naar de loonaangifte: zoeken op Loonaangifte. Belastingdeel heffingskortingen alleen nog voor inwoners van Nederland Algemeen De heffingskortingen binnen de loonbelasting en de inkomstenbelasting bestaan uit een belastingdeel en een premiedeel. Vanaf 1-1-2019 hebben alleen nog maar inwoners van Nederland recht op het belastingdeel van de heffingskortingen. Niet-inwoners van Nederland hebben daar geen recht meer op. Zij hebben alleen nog maar recht op het premiedeel van de heffingskortingen als ze in Nederland verzekerd zijn voor de volksverzekeringen. Voor het belastingdeel van de arbeidskorting geldt echter een uitzondering. Werknemers die inwoner zijn van onderstaande landen, hebben wel recht op het belastingdeel van de arbeidskorting: De andere lidstaten van de EU De EER-landen (IJsland, Noorwegen en Liechtenstein) De BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) Bovenstaande betekent dat er met ingang van 1-1-2019 voor het berekenen van de loonheffing onderscheid gemaakt moet worden tussen drie groepen werknemers. Werknemers die inwoner zijn van Nederland. Werknemers die inwoner zijn van een andere lidstaat van de EU, van een EER-land, Zwitserland of van de de BES-eilanden. Werknemers die inwoner zijn van een derde land, dat wil zeggen van een land dat niet valt onder 1 of 2. Vanaf 2019 gelden er voor ieder van de bovengenoemde groepen aparte loonbelastingtabellen. Er zijn dan bijvoorbeeld drie witte maandtabellen: één voor werknemers van groep 1, één voor werknemers van groep 2 en één voor werknemers van groep 3. Bepalen inwoner van Nederland of niet Een werknemer die in Nederland zijn permanente woon- of verblijfplaats heeft is inwoner van Nederland. Bij een werknemer die zowel in Nederland als in het buitenland woont of verblijft is het van belang waar zijn sociale en economische leven zich afspeelt. Als dat in Nederland is, dan is hij inwoner van Nederland. Zo niet dan is hij geen inwoner van Nederland. Indien u twijfelt, dan kunt u aan de werknemer vragen om een woonplaatsverklaring. U weet dan zeker van welk land de werknemer inwoner is. De werknemer kan deze woonplaatsverklaring aanvragen bij het belastingkantoor waaronder hij valt. Oplossing in Payroll Business - nieuw gegevenselement Woonsituatie loonheffing Medewerker > Loonheffingen Aan het scherm Loonheffingen is per 1-1-2019 het volgende gegevenselement toegevoegd: Woonsituatie loonheffing. Dit nieuwe gegevenselement is verplicht en stuurt aan dat de juiste heffingskortingen worden berekend conform de nieuwe regelgeving die vanaf 2019 geldt. Dit nieuwe gegevenselement kent de volgende drie validatiewaardes: Nederland Landenkring (ander lidstaten van de EU, een EER-land, Zwitserland of een van de BES-eilanden). Derde landen (alle landen, niet vallend onder de vorige 2 keuzes). Dit nieuwe gegevenselement krijgt als standaardwaarde de waarde Nederland. Voor al bestaande werknemers wordt dit nieuwe gegevenselement door Payroll Business automatisch gevuld op het moment dat de december release wordt uitgevoerd. Hierbij wordt gekeken naar de waarde die bij het gegevenselement Woonland is vastgelegd. Als bij een werknemer voor dit nieuwe gegevenselement toch een andere waarde van toepassing is, moet u dit zelf handmatig aanpassen. Let op Het nieuwe gegevenselement Woonsituatie loonheffing heeft pas een waarde met ingang van 1-1-2019 en is vanaf die datum beschikbaar in het scherm Loonheffingen. Als u de geconverteerde waarde of standaard waarde wilt aanpassen naar een andere waarde, dan moet u dit doen in het scherm Loonheffingen en daar kiezen voor de Ingangsdatum 1-1-2019. Het wijzigingen van het Woonland kan leiden tot het aanpassen van de Woonsituatie loonheffing. Bij iedere wijziging van het woonland kijkt Payroll Business of dit overeenkomt met de woonsituatie loonheffing. Als dat niet het geval is, past het systeem de Woonsituatie loonheffing automatisch aan. Let op: het systeem past de Woonsituatie loonheffing niet aan als u dit ooit ergens in de tijd handmatig hebt aangepast.  Witte tabel van toepassing op alle herleidingsregels Door de aanpassing van enkele belastingverdragen, zijn er vanaf 1 januari 2019 witte tabellen voor alle herleidingsregels. Dit betekent dat de arbeidskorting vanaf 2019 van toepassing is op alle herleidingsregels. Dit is in de referentietabellen van Payroll Business verwerkt. Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens gaat in 2019 omhoog naar € 3.399. De arbeidskorting voor de hogere inkomens wordt afgebouwd. Als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking meer is dan € 34.060 per jaar, wordt de arbeidskorting in 2019 verminderd met 6,0% van dit inkomen. De arbeidskorting is € 0 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking € 90.710 of hoger is. Algemene heffingskorting De algemene heffingskorting wordt met ingang van 1 januari 2019 verhoogd naar € 2.477. De inkomensafhankelijke afbouw van de algemene heffingskorting wordt in 2019 voor inkomens vanaf het begin van de tweede tariefschijf 5,147% en het maximale bedrag van de afbouw bedraagt ook € 2.477. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat. Vanaf 2019 moet deze korting apart berekend worden en wordt hij verantwoord in de volgende twee nieuwe payrollelementen. Algemene heffingskorting periode Dit payrollelement bevat het bedrag dat deze periode aan algemene heffingskorting is berekend. Algemene heffingskorting. Dit payrollelement bevat het bedrag dat tot en met deze periode aan algemene heffingskorting is berekend. Vorig jaar maakte de algemene heffingskorting nog deel uit van de overige heffingskortingen. Deze bestond naast de algemene heffingskorting ook uit de ouderenkorting. Ouderenkorting De ouderenkorting wordt met ingang van 1 januari verhoogd naar € 1.596. De ouderenkorting kent met ingang van 2019 een inkomensafhankelijke afbouw. Deze begint bij een jaarinkomen dat meer bedraagt dan € 36.783 en bedraagt 15%. Het maximale bedrag van de afbouw bedraagt eveneens € 1.596. Payroll Business berekent deze korting automatisch, als bij de medewerker in het scherm Loonheffingen de Loonheffingskorting op Ja staat en de medewerker de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Vanaf 2019 moet deze korting apart berekend worden en wordt hij verantwoord in de volgende twee nieuwe payrollelementen. Ouderenkorting periode Dit payrollelement bevat het bedrag wat er deze periode aan ouderenkorting is berekend. Ouderenkorting cumulatief Dit payrollelement bevat het bedrag dat er tot en met deze periode aan ouderenkorting is berekend. Vorig jaar maakte de ouderenkorting nog deel uit van de overige heffingskortingen. Deze bestond naast de ouderenkorting ook uit de algemene heffingskorting. Wijzigingen referentietabellen Voor het berekenen van de arbeidskorting Met ingang van 1 januari 2019 is de referentietabel Loonheffing arbeidskorting vervangen door de nieuwe referentietabel Loonheffing arbeidskorting (vanaf 2019). Deze nieuwe referentietabel houdt bij het berekenen van de arbeidskorting rekening met de waarde die bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing is vastgelegd. Voor het berekenen van de algemene heffingskorting Vanaf 1 januari 2019 moet de algemene heffingskorting, inclusief de eventuele inkomensafhankelijke afbouw daarvan, afzonderlijk worden berekend. Daarom is de nieuwe referentietabel Loonheffing algemene heffingskorting toegevoegd. Deze nieuwe referentietabel houdt bij het berekenen van de algemene heffingskorting rekening met de waarde die bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing is vastgelegd. Voor het berekenen van de ouderenkorting Vanaf 1 januari 2019 moet de ouderenkorting, inclusief de eventuele inkomensafhankelijke afbouw daarvan, afzonderlijk worden berekend. Daarom is de nieuwe referentietabel Loonheffing ouderenkorting toegevoegd. Deze nieuwe referentietabel houdt bij het berekenen van de ouderenkorting rekening met de waarde die bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing is vastgelegd. Voor het berekenen van de loonheffing voor bijzondere beloningen Met ingang van 1 januari 2019 zijn er voor medewerkers die niet in Nederland wonen twee nieuwe referentietabellen toegevoegd. Loonheffing tariefpercentages landenkring Deze tabel wordt toegepast als er voor een medewerker bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing de waarde Landenkring is vastgelegd en er is sprake van bijzondere beloningen. Loonheffing tariefpercentages derde landen Deze tabel wordt toegepast als er voor een medewerker bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing de waarde Derde landen is vastgelegd en er is sprake van bijzondere beloningen. De al bestaande tabel voor de medewerkers die in Nederland wonen, is aangepast met de cijfers van 2019. Voor het berekenen van de eindheffing Met ingang van 1 januari 2019 is er voor medewerkers die niet in Nederland wonen een nieuwe referentietabel toegevoegd. Eindheffing tariefpercentages andere landen Deze tabel wordt toegepast als er voor een medewerker bij het gegevenselement Woonsituatie loonheffing een waarde is vastgelegd die ongelijk is aan Nederland en er is sprake van eindheffing. De al bestaande tabel voor de medewerkers die in Nederland wonen, is aangepast met de cijfers voor 2019. Verouderde referentietabellen Vanaf 1 januari 2019 moeten de Algemene heffingskorting en de Ouderenkorting, inclusief de eventuele inkomensafhankelijke afbouw daarvan, afzonderlijk worden berekend. Daarom worden de volgende twee referentietabellen vanaf 2019 niet meer gebruikt bij het berekenen van de verschuldigde loonheffing: Loonheffing afbouw algemene heffingskorting Loonheffing overige kortingen Minimumloon De leeftijdsafhankelijke Minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2019 zijn toegevoegd aan de referentietabel. De Minimumloon indicatie 1 = Standaard De Minimumloon indicatie 2 = Beroepsbegeleidende leerweg Voor de Beroepsbegeleidende leerweg medewerkers zijn afwijkende minimumlonen van toepassing. Minimumloon indicatie Leeftijd Maandbedrag Weekbedrag Dagbedrag 1 015 484,75 111,85 22,37 1 016 557,45 128,65 25,73 1 017 638,25 147,30 29,46 1 018 767,50 177,15 35,43 1 019 888,70 205,10 41,02 1 020 1131,05 261,05 52,21 1 021 1373,45 316,95 63,39 1 022 1615,80 372,90 74,58 2 015 484,75 111,85 22,37 2 016 557,45 128,65 25,73 2 017 638,25 147,30 29,46 2 018 735,20 169,65 33,93 2 019 848,30 195,75 39,15 2 020 993,70 229,35 45,87 2 021 1373,45 316,95 63,39 2 022 1615,80 372,90 74,58 Woonlandfactoren Voor landen waarmee Nederland een zorgafspraak heeft gemaakt zijn de vanaf 1 januari 2019 geldende Woonlandfactoren toegevoegd aan de referentietabel. Sectorfondsen De referentietabel Sociale Verzekeringen is uitgebreid met de in de Staatscourant 2018, nummer 60774 gepubliceerde sectorpremies per 1 januari 2019. Overige grootheden Aan de referentietabel Sociale Verzekeringen zijn ook de gewijzigde bedragen toegevoegd van onderstaande grootheden. Voor de gewijzigde bedragen hiervan, zie de publicatie in Staatscourant 2018, nummer 64901. Maximum premieloon Het maximum premieloon is per 1 januari 2019 verhoogd naar € 55.927 (was € 54.614 in 2018). Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds Dit premiepercentage is per 1 januari 2019 verhoogd naar 3,60 (was 2,85 in 2018). Basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds en opslag tot dekking kinderopvangtoeslag Het percentage voor de basispremie Arbeidsongeschiktheidsfonds is per 1 januari 2019 verhoogd naar 6,46 (was 6,27 in 2018).  Het percentage voor de opslag tot dekking kinderopvangtoeslag is in 2019 gehandhaafd op  0,50. Premie werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (hoog) Het percentage voor de premie werkgeversheffing ZVW is per 1 januari 2019 verhoogd naar  6,95 (was 6,90 in 2018). Premie werknemersbijdrage Zorgverzekeringswet (laag) Het percentage voor de premie werknemersbijdrage ZVW is per 1 januari 2019 verhoogd naar  5,70 (was 5,65 in 2018). Premie Private Aanvulling Werkloosheidswet Het percentage voor de premie PAWW is per 1 januari 2019 verhoogd naar 0,30 (was 0,20 in 2018). Loonheffing – verschil Ook dit jaar zit er, net als vorig jaar, mogelijk een verschil in de loonheffing die is berekend in de salarisadministratie en de belasting die een medewerker moet betalen op basis van de inkomstenbelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door de opbouw en de afbouw in de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting, waarbij bij de bijzondere beloningen onvoldoende rekening wordt gehouden in de loonberekening. Dit is geen fout in de salarissoftware, maar is wettelijk zo vastgesteld. AOW-leeftijd De verhoging van de AOW-leeftijd wordt stapsgewijs ingevoerd afhankelijk van de leeftijd. Het kabinet heeft besloten de AOW-leeftijd voor werknemers die geboren zijn tussen 1/10/1956 en 30/09/1957 en die in 2024 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, te handhaven op 67 jaar en 3 maanden. Het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld volgens het schema hieronder. Geboortedatum vanaf Geboortedatum t/m AOW-gerechtigde leeftijd AOW gerechtigde leeftijd in maanden Jaar AOW leeftijd 01-01-1892 31-12-1947 65 780 <=2012 01-01-1948 30-11-1948 65 + 1 maand 781 2013 01-12-1948 31-10-1949 65 + 2 maanden 782 2014 01-11-1949 30-09-1950 65 + 3 maanden 783 2016 01-10-1950 30-06-1951 65 + 6 maanden 786 2017 01-07-1951 31-03-1952 65 + 9 maanden 789 2017 01-04-1952 31-12-1952 66 792 2018 01-01-1953 31-08-1953 66 + 4 maanden 796 2019 01-09-1953 30-04-1954 66 + 8 maanden 800 2020 01-05-1954 31-12-1954 67 804 2021 01-01-1955 30-09-1955 67 + 3 maanden 807 2022 01-10-1955 30-09-1956 67 + 3 maanden 807 2023 01-10-1956 30-09-1957 67 + 3 maanden 807 2024 Payroll Business berekent per medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Deze wordt getoond in het payrollelement AOW-gerechtigde leeftijd in maanden. Ook berekenen wij met welke datum de medewerker AOW-gerechtigd is. Deze wordt getoond in het gegevenselement Ingangsdatum AOW. Als de leeftijd in maanden van de medewerker aan het einde van de afrekenperiode groter is dan of gelijk aan de AOW-gerechtigde leeftijd in maanden van de medewerker, doet Payroll Business het volgende: Er wordt geen premieheffing meer berekend voor de sociale verzekeringen. Er wordt geen AOW-premie meer berekend voor de loonheffing. Er wordt geen AOW-premie meer berekend voor de eindheffing. Auto van de zaak Voor auto's zonder CO-2 uitstoot gelden vanaf 2019 nieuwe regels voor de bijtelling Voor auto's zonder CO-2 uitstoot met datum 1e tenaamstelling op of na 1 januari 2019 geldt vanaf 1 januari 2019 een verlaagde bijtelling van 4% voor zover de grondslag voor de bijtelling € 50.000 of lager is. Voor het deel van de grondslag boven € 50.000 geldt de algemene bijtelling van 22%. Voorbeeld Een werknemer krijgt een auto zonder CO-2 uitstoot. De datum 1e tenaamstelling is 1 februari 2019. De grondslag voor de bijtelling is € 80.000. Het loontijdvak is maand. De werknemer betaalt elke maand een eigen bijdrage van € 200. De bijtelling per maand is dan: ((€ 50.000 * 4%) / 12) + ((€ 30.000 * 22%) / 12) - € 200 = € 516,77. Voor auto's zonder CO-2 uitstoot met datum 1e tenaamstelling voor 1 januari 2017 waarbij de termijn van 60 maanden voorbij is, geldt vanaf 1 januari 2019 een verlaagde bijtelling van 7% voor zover de grondslag voor de bijtelling € 50.000 of lager is. Voor het deel van de grondslag boven € 50.000 geldt de algemene bijtelling van 25%. Het gaat dus om alle auto's met een datum 1e tenaamstelling in 2013 of eerder. Voor auto's met een datum 1e tenaamstelling in 2014 vervalt de termijn van 60 maanden in de loop van 2019. Na die termijn gelden voor deze auto's ook bovenstaande regels. Voorbeeld Een werknemer krijgt een auto zonder CO-2 uitstoot. De datum 1e tenaamstelling is 16 mei 2014. De grondslag voor de bijtelling is € 60.000. Het loontijdvak is maand. De werknemer betaalt elke maand een eigen bijdrage van € 50. De bijtelling per maand over januari tot en met mei 2019 is dan: ((€ 60.000 * 4%) / 12) - € 50 = € 150. De bijtelling per maand over juni tot en met december 2019 is dan: ((€ 50.000 * 7%) / 12) + ((€10.000 * 25%) / 12) - € 50 = € 450. Auto’s zonder CO2-uitstoot die in 2013 op naam zijn gesteld, hadden geen bijtelling. De periode voor dit nul-tarief was 60 maanden en is vanaf 2019 voor alle gevallen verlopen. Voor deze auto’s moest u voor de Reden geen bijtelling de waarde 0% bijtelling selecteren. Deze waarde mag vanaf 1 januari niet meer aan de Belastingdienst worden doorgegeven en als deze nog actief is moet u deze beëindigen. De berekeningen in Payroll Business zijn hierop aangepast. Hierbij is het wel van belang dat u bij de medewerker in het scherm Auto van de zaak in het veld 1e datum tenaamst auto de datum eerste tenaamstelling invult. Als u geen datum eerste tenaamstelling vastlegt, kan Payroll Business niet afleiden of het reductietarief of het standaard tarief moet worden toegepast en of er een aftopping bij de cataloguswaarde moet plaatsvinden en zal het reductiepercentage behorend bij het tarief blijvend worden toegepast. Meer informatie over de berekeningen en de nieuwe referentietabel vindt u in de Online help. Uw actie Medewerker > Arbeidsvoorwaarden > Arbeidsvoorwaarden > Auto van de zaak Leg voor de betreffende medewerkers bij 1e datum tenaamst auto de datum eerste tenaamstelling vast. Als u de datum eerste tenaamstelling niet vastlegt, blijft Payroll Business de ingevoerde categorie met het bijbehorende percentage toepassen. Als u deze datum wel vastlegt, leidt Payroll Business het bijtellingspercentage ( reductietarief of standaardtarief )  af van de categorie en deze datum. Na 60 maanden vervalt het reductie tarief en geld het standaardtarief. Ook de splitsing ( alleen voor auto's zonder CO2-uitstoot ) in de grondslag vindt dan plaats.  Let op Op dit moment ondersteunt Payroll Business de datum eerste toelating niet. Deze datum wijkt alleen af van de datum 1e tenaamstelling als er sprake is van een geïmporteerde auto uit het buitenland. Als dit het geval is, vult u handmatig de categorie van de auto in zodat Payroll Business het juiste percentage berekent of u vult de datum eerste toelating in bij het veld 1e datum tenaamst auto.  In de loop van 2019 gaan we ook de datum eerste toelating ondersteunen. Pensioenwijzigingen 2019 Meer pensioenfondsen stappen over op de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Steeds meer pensioenfondsen maken de overstap naar de Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Ook in 2019 gaan een aantal fondsen deze overstap maken. Dit houdt in dat u ook uw inrichting moet wijzigen. Welke wijzigingen dat zijn, hangt af van uw pensioenfonds. Eventuele wijzigingen in ondersteunende CAO's past Raet aan. Wij zijn op dit moment druk bezig met verschillende pensioenfondsen om de nieuwe regelingen en koppelingen te testen, zodat u vanaf de januari aangifte via het UPA-bericht kunt doen. Deze pensioenfondsen zullen hierover ook met u contact opnemen wanneer u in 2019 via deze route moet gaan aanleveren. Raet zal u eind November nader informeren. Hierbij geven wij u uitleg over de aanpassingen die u in Payroll Business moet doorvoeren om in januari te kunnen aanleveren via UPA. De volgende pensioenfondsen gaan geheel of gedeeltelijk met een aantal regelingen over op UPA: Be Frank PGB Grafische sector Kartonnage Verf- Drukinkt industrie Achmea Zorg AZL Rijn en Binnenvaart Vijf dagen betaald verlof na geboorte Per 1-1-2019 geldt een nieuwe regeling: extra betaald kraamverlof. Nu is er recht op twee dagen en per 1-1-2019 geldt het recht op betaald kraamverlof voor eenmaal het aantal werkuren per week. Geboorteverlof In de nieuwe wet heet kraamverlof voortaan geboorteverlof. De medewerker moet dit verlof opnemen binnen vier weken na de geboorte. Dit wordt nu gedaan door het opnemen van bijzonder verlof en deze manier blijft bestaan. Let op: Geboorteverlof werkt alleen voor HR Core Business en niet als u Payroll Business Only afneemt. Het Geboorteverlof hebben we vastgelegd op landniveau. Dit betekent dat als u vanaf 1-1-2019 de waardenlijst voor verlof opent, u ook het Geboorteverlof kunt selecteren. Uw actie Beheer > Inrichting >  Waardenlijst (met opschakeling) Als u zelf bij Waardenlijst met opschakeling de waarde Kraamverlof heeft toegevoegd, moet u dit zelf wijzigen in Geboorteverlof. Bij Verlofaanvraag kunt u dan in de lijst van het veld Reden verlof ook kiezen voor Geboorteverlof. Signaleringen en toekomstplannen voor foutmeldingen in de Loonaangifte Rapporten > Controle > Signaleringsverslag De afgelopen maanden hebben we veel aandacht besteed aan het toevoegen en optimaliseren van signaleringen in het Signaleringsverslag voor de Loonaangifte. Dit als gevolg van het aanscherpen van controles op geldigheid van de aangeleverde gegevens door de Belastingdienst, zie ook de publicatie hierover in de Release notes 2018-12 van december. Tevens zien we dat er veel Poort- en Terugkoppel-meldingen zijn die de Belastingdienst naar u verzendt. Het kost zowel u als ons veel tijd en energie om deze meldingen uit te zoeken en op te lossen. Om correcte gegevens naar de Belastingdienst te sturen, vinden bij Raet op twee plekken controles plaats: in de applicatie Loonaangifte via het Signaleringsverslag Vrijwel alle Poort- en Terugkoppel-meldingen worden afgevangen in onze Loonaangifte-applicatie. U heeft de verwerking dan echter al afgesloten. Daarom is het van belang de controleslag vooraf te laten plaatsvinden. In Payroll Business kunt u het overzicht Signaleringverslag opvragen voordat het genereren van de Loonaangifte-bestanden plaatsvindt. Dit doet u door het verslag op te vragen voor de categorie Loonaangifte; u moet dan eerst alle foutsignaleringen (soort = Fout) oplossen voordat u de Loonaangifte gaat genereren. Alle signaleringen uit dit rapport (Fout, Waarschuwing en Informatie) zijn beschreven in de Online help in het onderwerp Signaleringen loonaangifte. Om er voor te zorgen dat het aantal meldingen zal afnemen, is ons verzoek aan u om zoveel mogelijk naar de Fouten in het Signaleringsverslag te kijken voor de categorie Loonaangifte en deze op te lossen voordat u de loonperiode afsluit. Op weg naar minder signaleringen Wij gaan de komende tijd monitoren in hoeverre er signaleringen voor de categorie Loonaangifte met Fouten open blijven staan en nemen zo nodig hierover contact met u op. Als de meldingen van de Belastingdienst niet gaan afnemen, zal Raet de programmatuur aanpassen zodat bij openstaande fouten van de Loonaangifte u GEEN eerste verwerking van de volgende periode kunt starten: eerst moeten de signaleringen van het niveau Fout zijn opgelost. Laten we met elkaar ervoor zorgen dat het aantal meldingen flink gaat teruglopen!  Meer informatie Online help, de onderwerpen Signaleringsverslag opvragen, Signaleringen - Overzicht en Signaleringen loonaangifte. SV-dagen op de salarisspecificatie De SV-dagen staan vanaf 2019 niet meer standaard op de salarisspecificatie. Sinds 2017 is het opgeven van de SV-dagen geen vereiste van de Belastingdienst meer. Uw actie Bedrijf > Loonstrook / Salarisadministratie > Loonstrookelementen Als u de SV-dagen toch op de specificatie wilt tonen, neem dan contact op met ons Service Center.   Publishing Date : 10/1/2019
Volledig artikel weergeven
01-10-2019 14:44 (Bijgewerkt op 21-02-2022)
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 319 Weergaven
Hier vind je informatie over de jaarovergang van voorgaande jaren.
Volledig artikel weergeven
30-09-2019 17:19
  • 0 Antwoorden
  • 0 kudos
  • 648 Weergaven